Zonder de reddingsboei van een oud-wereldkampioen uit de formule 1 bestond de populairste wielerploeg van Spanje niet meer. Wat is er aan de hand met de wielersport in het land van de Vuelta?

Als een deus ex machina verscheen Ferraririjder Fernando Alonso verleden week ten tonele met de blijde boodschap dat hij de nieuwe eigenaar is van Euskaltel-Euskadi en daarmee de toekomst van de ploeg veilig heeft gesteld. “Dit is beter nieuws dan eender welke overwinning”, verwoordde Samuel Sánchez de collectieve vreugde van het Baskenland, de Noord-Spaanse regio die in het Baskisch Euskadi heet. De olympische kampioen van Peking – net als zijn vriend Alonso afkomstig uit de levendige ciderstad Oviedo – blijft volgend jaar een van de speerpunten van de ploeg.

Zelden hebben supporters zich zo hard het lot van een wielerteam aangetrokken als tijdens de doodsstrijd van het oranje legioen. De Baskische ploeg heeft een herkenbare kleur, een aanvallende rijstijl en een rijke traditie. Maar er is dat niet alleen. In deze tijden van globalisering geniet Euskaltel-Euskadi ook sympathie als buitenbeentje. Het is het Athletic Bilbao van de wielersport: een team dat tot voor kort alleen maar Basken aanwierf of renners die hun opleiding in het Baskenland genoten. Zo symboliseren de oranjehemden de verbondenheid van een volk dat traditioneel al passioneel de nationalistische snaar bespeelt én de bakermat vormt van het Spaanse wielrennen.

Twintig jaar geleden werd Euskaltel-Euskadi geboren uit puur idealisme. De ploeg ging in 1994 te water met het idee te zullen blijven drijven op Baskisch overheidsgeld (Euskadi) en het lidgeld van de socio’s, de supporters. In 1997 echter doken al de eerste financiële problemen op, waardoor er dat jaar uitzonderlijk geen enkele neoprof kon worden aangeworven. Uiteindelijk bracht de Baskische telecommaatschappij Euskaltel redding en zouden in twee decennia tijd 73 jongeren de kans krijgen om profrenner te worden. Zonder Euskaltel-Euskadi hadden we wellicht nooit gehoord van Roberto Laiseka, Igor González de Galdeano, Joseba Beloki, Haimar Zubeldia, Iban Mayo, Samuel Sánchez, Egoi Martínez, Igor Antón of Mikel Nieve.

Opvolgers voor klavertjevier

Tot vorige week leek de nationale ploeg van het Baskenland opnieuw gedoemd om te verdwijnen. De teloorgang had een drama betekend voor de toekomst van het Spaanse wielrennen. Achter het WorldTourteam gaat immers een brede opleidingspiramide schuil. Aan de basis is in een oud-seminarie nabij Bilbao een wielerschool ondergebracht voor rennertjes tussen zeven en veertien. De grootste talenten kunnen hun weg vervolgen bij de belofteploeg Naturgas Energía en via het continentale team Euskadi doorgroeien tot de Champions League van de wielersport.

Deze instroom dreigde stil te vallen. Spanje mag dan wel de WorldTourstand aanvoeren, de nood aan nieuw talent is er hoger dan ooit. Samuel Sánchez, 35 en al sinds zijn profdebuut in 2000 in dienst van Euskaltel-Euskadi, draait zijn zwakste seizoen in jaren en leek klaar voor het pensioen. Ook Alberto Contador is sinds de Tour van 2010 zijn aura van onaantastbaarheid kwijt. Eind juli concludeerde de Spaanse pers zelfs dat de gouden dagen van El Pistolero voorbij zijn, ook al moet hij in december nog 31 worden. Ook de andere vaandeldragers van het Spaanse wielrennen, Joaquim Rodríguez en Alejandro Valverde, kregen dit jaar wellicht hun laatste kans om ooit nog de Tour te winnen. Hoewel zij allesbehalve tekenen van sleet vertonen, zullen de twee ploegmaats van weleer volgend jaar in de Tour toch al respectievelijk 35 en 34 jaar oud zijn.

De voorbije 25 jaar werd de Tour liefst tien keer door een Spanjaard gewonnen, maar nu kijkt het Iberisch schiereiland bezorgd uit naar mogelijke opvolgers voor hun klavertjevier. Van de tussengeneratie kunnen de Basken Igor Antón (30), Mikel Nieve (29) en Beñat Intxausti (27) – alle drie producten van Euskaltel-Euskadi – de mooiste adelbrieven voorleggen. Ze bewezen dat ze een top tien in de benen hebben in een grote ronde en wonnen elk al minstens één rit in de Giro of de Vuelta. Maar toekomstige rondewinnaars worden ze niet (meer) genoemd.

Bij de min-25-jarigen schijnt Mikel Landa (23) de goudklomp te zijn. Hij wordt sinds een paar jaar als de opvolger van Samuel Sánchez aangewezen en toonde dit seizoen zijn klasse met zijn zesde plaats in de Clásica San Sebastián. Ook Landa komt al van bij de jeugdrangen uit voor Euskaltel-Euskadi. Tot voor kort moest de Bask in zijn eentje de toekomsthoop van de hele natie torsen. Maar sinds eind augustus deelt hij die last met een andere 23-jarige: Rubén Fernández. Deze neoprof van tweedeklasser Caja Rural – Seguros RGA liet zich opmerken met winst in de Ronde van de Toekomst – de Tour voor jongeren – en wordt als allrounder vergeleken met zijn streekgenoot Luis León Sánchez.

Vijf dynastieën

De opstoot van euforie die Fernando Alonso teweegbrengt, dreigt te verdoezelen dat het wielerbestel in Spanje fundamenteel ziek is. Nauwelijks tien jaar geleden telde het koninkrijk nog vijf roemrijke wielerdynastieën. Die veranderden weliswaar af en toe van naam, maar nooit van uitstraling of stamvader. Je had het team van de fanatieke Manolo Saiz, vijftien jaar gesponsord door de blindenloterij ONCE en daarna door verzekeringsmaatschappij Liberty Seguros. Er was de groen-witte klimmersbrigade van de kleine Vicente Belda, bijna 25 jaar gekend onder de naam van schoenenfabrikant Kelme. En je had de eerder bescheiden familie van de Zwitsers-Spaanse tandem Mauro GianettiJoxean ‘Matxin’ Fernández, varend onder de naam Saunier Duval, een producent van verwarmingsketels.

Bruusk werden alle drie deze takken afgerukt door dopingstormen. Operación Puerto, de zaak rond dopingdokter Eufemiano Fuentes, luidde de exit in van Saiz en Belda. De arrestatie van Riccardo Riccò in de Tour van 2008 betekende het begin van het einde voor Saunier Duval. Zo telt Spanje dit seizoen in de hoogste afdeling nog slechts twee ploegen: Euskaltel-Euskadi en Movistar. Dit laatste team, onder leiding van de minzame Eusebio Unzué, kan bogen op een traditie van bijna 35 jaar en zorgde met Pedro Delgado, vijf keer Miguel Indurain en Óscar Pereiro voor zeven Spaanse Tourzeges.

Vandaag heeft het bedrijfsleven in Spanje – op de telecommunicatiesector na – het wielrennen collectief de rug toegekeerd. Noodgedwongen is de sport al enkele jaren ongezond afhankelijk van overheidssubsidies. Tot voor kort waren ze haast niet te tellen, de regionale besturen die hun eigen wielerploeg in tweede klasse op het getouw zetten, daarbij vaak verwijzend naar het model van het Baskenland met Euskaltel-Euskadi.

Maar zo snel als deze teams kwamen, zo snel ook verdwenen ze weer toen de economische crisis in alle hevigheid losbarstte en de lokale besturen tot besparingen werden verplicht. Voorbij is de tijd dat de Spaanse topteams konden rekruteren bij wel vijf procontinentale ploegen. Tussen de WorldTour en de belofterangen blijft vandaag nog slechts één schakel over: Caja Rural – Seguros RGA, een tweedeklasser momenteel aan de slag in de Vuelta en ooit gecreëerd als kweekvijver voor Euskaltel-Euskadi.

Ziel verkocht?

Uiteindelijk gebeurde afgelopen zomer het ondenkbare en zou zonder een F1-mecenas ook het vlaggenschip van de meest nationalistische en wielergekke regio van Spanje zijn gezonken. De vraag is of Euskaltel-Euskadi met de verkoop van zijn WorldTourlicentie voor zes miljoen euro ook niet zijn ziel verkocht heeft. Alonso kondigde alvast aan dat de zetel van de ploeg uit het Baskenland zal wegtrekken en zal verhuizen naar zijn thuisregio Asturië, bij wielerliefhebbers bekend van de moordend steile Angliru. Ook het herkenbare oranje van de ploeg dreigt te verdwijnen voor de huiskleur van de nieuwe sponsor, die de tweevoudige wereldkampioen van bij Ferrari zou meebrengen (rood-wit van Banco Santander?). Hoogst onzeker is het bovendien hoe sterk de Spaanse – laat staan Baskische – stempel nog zal zijn. Vorige winter veranderde de ploegleiding al het geweer van schouder en werden zelfs een Griek en een Marokkaan voor hun punten aangetrokken om het behoud in de WorldTour te verzekeren. Maar in de voorbije Tour kwam Euskaltel-Euskadi toch maar weer mooi met acht Basken aan de start. Alonso is echter van plan het team verder uit te bouwen tot een internationaal en zelfs mondiaal project. Tot een ploeg met andere woorden die beantwoordt aan de harde economische logica van de WorldTour en de grenzen van het idealisme erkent.

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER – BEELDEN: IMAGEGLOBE

De opstoot van euforie verdoezelt dat het wielrennen in Spanje fundamenteel ziek is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier