De blauw-zwarten uit Milaan vieren hun 100ste verjaardag en zijn goed op weg om het eeuwfeest met een nieuwe scudetto de nodige luister te geven.

Op maandag 9 maart 1908 komt een groep vrienden samen in een bijzaaltje van het restaurant Orologio, in het centrum van Milaan. Het was de vaste afspraakplaats van de intellectuelen uit de stad. Deze vergadering ging echter niet over de laatste opera of het recentste theaterstuk, maar over iets anders. De vrienden hadden zich namelijk afgescheurd van de Milan Cricket and Football Club en beslisten om een nieuwe club op te richten: de Foot-Ball Club Internazionale di Milano. Het hele gebeuren krijgt slechts enkele lijntjes in de lokale krant La Lombardia.

Het proces-verbaal van de vergadering dat ook dienstdoet als geboorteakte van de nieuwe club bevestigt dat de vergadering begonnen is om 20 uur en afgelopen is om 23.30 uur, en dat het jaarlijkse lidgeld tien lire bedraagt. In dat proces-verbaal staat ook te lezen dat GiovanniParamithiotti de eerste voorzitter en schilder GiorgioMuggiani de eerste secretaris is. Hij schilderde het logo met de letters FCIM op een gouden achtergrond, omringd door een blauwe en een zwarte cirkel, de kleuren van de nacht en van de hemel. De reden voor deze rebelse actie was dat de bestuurders van Milan hadden beslist om alle buitenlanders weg te sturen, om zo aan hun beste vrienden en kennissen de kans te geven om lid te worden. Dat was nogal paradoxaal, want de club was opgericht door de Engelsen die in de Lombardische hoofdstad de sporen voor de stadstram waren komen aanleggen ( Milan is de naam van de stad in het Engels, in het Italiaans is het Milano). Met het woord internazionale wilden de stichters van de nieuwe club aangeven dat ze ook buitenlanders een kans wilden geven om de truitjes van het team te dragen. Omwille van de verwarring met AC Milan werd de blauw-zwarte ploeg al snel Inter genoemd. Dat was ook heel passend, want in de begindagen waren al acht van de elf spelers in het team buitenlanders. Na twee jaar wonnen de nerazzurri hun eerste nationale titel.

Kleuren van de stad

Tijdens de Eerste Wereldoorlog moeten heel wat spelers naar het front vertrekken. Er is ook veel geruzie binnen de club en diverse voorzitters volgen elkaar op. Van een nationale competitie is dan geen sprake. Toch slaagt Inter erin om in 1920 de eerste naoorlogse titel binnen te halen met slechts één buitenlander in de ploeg.

Het internationale karakter van de ploeg is helemaal niet naar de zin van het fascistische regime van BenitoMussolini. Bovendien vindt hij dat de naam van de club te Engels klinkt en te veel doen denken aan de hymne van de socialisten. Il Duce is van oordeel dat de club genationaliseerd moet worden en dringt aan op een fusie met US Milanese, de derde club uit de stad, die zopas de promotie naar de hoogste afdeling heeft afgedwongen.

In 1928 wordt de fusie inderdaad beklonken. Internazionale wordt omgedoopt tot Società Sportiva Ambrosiana, naar Sint-Ambrosius, de patroonheilige van de stad. Het shirt met de blauw-zwarte strepen wordt vervangen door een witte uitrusting met daarop een rood kruis – de kleuren van de stad – en in het midden een witte ovaal, die als achtergrond dienstdoet voor het embleem van Milaan. Maar de supporters komen daartegen in opstand. In het stadion blijven ze voortdurend ‘Inter’ scanderen. In 1930 wint de club zijn derde titel en op 2 december 1932 wordt het doorzettingsvermogen van de fans beloond: de club krijgt de toelating om zich voortaan Ambrosiana-Inter te noemen.

Vijf nepspelers

Die naam zal dertien jaar blijven bestaan. In die periode wordt Inter nog twee keer Italiaans kampioen: in 1937/1938 en in 1939/1940. De sterspeler van het team is GiuseppeMeazza. Acht dagen na het behalen van de vijfde landstitel begint de Tweede Wereldoorlog. In 1942 wordt CarloMasseroni de nieuwe voorzitter. Hij zal het dertien jaar blijven. Hij is het ook die op 27 oktober 1945 aankondigt dat Ambrosiana voortaan opnieuw Inter zal heten. In 1946/47 verkrijgt Masseroni van de bond de toelating om buitenlanders bij de club te laten aansluiten. Hij haalt de Argentijnen ElmoBovio en AlbertoCerioni, en de Uruguayanen LuisPedemonte, Tommaso Volpi en BibianoZapirain naar de Noord-Italiaanse stad. Die vijf worden al snel aangeduid als ‘de vijf nepspelers’ . Zapirain blijkt een betere biljarter dan voetballer te zijn, terwijl Bovio, die behoorlijk wat kritiek krijgt omdat hij veel te zwaar is, zich laat opmerken door zijn eigenaardige gedrag. In januari 1947 bijvoorbeeld speelt hij een degelijke eerste helft op het veld van Modena, maar in de tweede helft blijft hij bij de kachel in de kleedkamer zitten, zodat zijn team de klus met zijn tienen moet klaren.

Masseroni omringt zich naderhand met mensen die meer kaas hebben gegeten van voetbal. Zo stelt hij AlfredoFoni als trainer aan. Foni is de eerste coach die het belang inziet van een stevige defensieve organisatie en is de uitvinder van de libero die achter de verdediging speelt. Onder zijn bewind verovert Inter met een voorloper van het catenaccio in 1952/53 en 1953/54 opnieuw twee landstitels.

Geld van de oliebaron

In 1955 wordt AngeloMoratti, een 46-jarige zakenman uit de petroleumsector, de nieuwe voorzitter. Hij koopt de club voor 100 miljoen lire, wat omgerekend naar de huidige waarde zou overeenkomen met zo’n 1,2 miljoen euro. Het duurt tot 1961 voor Inter weer een vooraanstaande rol begint te spelen. De titel gaat dat jaar weliswaar naar Juventus, maar daar zit een reukje aan. De wedstrijd tussen Juventus en Inter wordt immers gestaakt omdat de toeschouwers op het veld gekomen zijn. Inter krijgt eerst een 2-0-overwinning toegekend, maar naderhand bedenkt de bond zich en moet de wedstrijd herspeeld worden. Dat UmbertoAgnelli, een van de topmannen van Fiat en dus iemand die veel sympathie heeft voor Juventus, van 1959 tot 1961 ook bondsvoorzitter was, is wellicht niet vreemd aan die beslissing. Inter protesteert hevig en stuurt voor de te herspelen wedstrijd dan ook zijn UEFA-junioren. Die verliezen met 9-1. Het enige doelpunt van de blauw-zwarten wordt op strafschop gescoord door SandroMazzola, die zal uitgroeien tot het onbetwiste boegbeeld van de club en die Inter in 1963 naar een achtste titel leidt.

Ondertussen heeft trainer HelenioHerrera het tactische geweer van schouder veranderd. Inter speelt voortaan immers het befaamde catenaccio.

In 1964 is het einde van het seizoen vrij merkwaardig. Inter strijdt nog op twee fronten. Het team strijdt om de titel tegen Bologna, waarvan vijf spelers bij een dopingcontrole positief hebben getest als gevolg van het gebruik van amfetamines. Bologna krijgt daarvoor twee strafpunten, maar na een hele soap worden die weer ingetrokken en moet er een barragewedstrijd gespeeld worden. Vlak daarvoor wint Inter in Wenen de Europabeker voor landskampioenen tegen Real Madrid. In Rome verliest Inter wel de barragewedstrijd tegen Bologna met 2-0.

De kok van Agnelli

1965 is voor Inter een topjaar. Het team behaalt zijn negende titel, wint de Europabeker voor landskampioenen tegen Benfica en de intercontinentale beker tegen Independiente. 1966 is met een tiende titel echter meteen ook het einde van vier succesvolle seizoenen. Op 18 mei geeft Moratti, die de bijnaam Presidentissimo krijgt, de voorzittersstoel door aan IvanoeFraizzoli, een ex-bokser en wielerfan. Onder zijn bewind behaalt Inter in 1971 en in 1980 nog twee landstitels. Maar de terugval is duidelijk begonnen.

Als eigenaar van een bedrijf dat militaire uniformen en kleren voor hotelpersoneel maakt, beschikt Fraizzoli niet over dezelfde financiële middelen als Gianni Agnelli bij Juventus of Silvio Berlusconi bij Milan. Hij schenkt zijn vertrouwen aan Sandro Mazzola, maar die blijkt als technisch directeur niet uit het goede hout gesneden. Zo verzet hij er zich in 1981 niet tegen dat Fraizzoli Michel Platini, die nochtans voor Inter had getekend, naar Juventus laat vertrekken. De voorzitter weigert trouwens ook 250.000 euro te betalen voor Carlo Ancelotti, de huidige trainer van Milan. Onder Fraizzoli maakt een trits trainers zijn opwachting bij Inter. In die context kan ook Ludo Coeck – negen wedstrijden in het seizoen 1983/84 – zich bij de Italiaanse club niet doorzetten.

Fraizzoli’s opvolger ErnestoPellegrini is een zakenman die via catering een fortuin vergaarde en in 1984 3,5 miljoen euro voor de club neertelt. In 1988/89 verovert Inter zijn dertiende landstitel. In 1991 wint de club, 26 jaar na het laatste Europese succes, ook de UEFA-beker, in een finale tegen AS Roma. Pellegrini is tegen dan het voetbal echter moe en na een nieuwe zege in de UEFA Cup in 1994 tegen Salzburg trekt hij zich terug. Omdat Pellegrini met zijn cateringbedrijven ook leverde aan het hotel waar Juventus op afzondering ging, werd hij ook wel eens ‘de kok van Agnelli’ genoemd. Desalniettemin laat hij Inter mooie herinneringen na. Ondertussen is hij definitief uit het voetbal verdwenen.

Achttien jaar wachten

In februari 1995 neemt Massimo Moratti, de zoon van de Presidentissimo, de teugels in handen, maar de resultaten blijven vrij mager, ondanks een derde UEFA-beker in 1998. Dat jaar is Ronaldo de eerste speler van Inter die Voetballer van het Jaar wordt en de tweede die de Gouden Bal krijgt. In 1990 was die eer immers al te beurt gevallen aan Lothar Matthäus.

In 2002 komt Inter nog eens dicht bij de zo begeerde scudetto, maar in de laatste wedstrijd tegen Lazio loopt het nog mis en moet de club zich tevredenstellen met een derde plaats. Het jaar daarop wordt Inter tweede zonder evenwel ooit Juventus te hebben kunnen bedreigen. De crisis bij de club houdt aan. Eind 2006 komt daar verandering in omdat de bond na het calciopolo-schandaal de titel afneemt van Juventus en acht punten aftrekt van Milan, zodat de landstitel Inter toekomt. Omdat die titel niet op het veld werd veroverd, weekt hij weinig enthousiasme los. Een jaar later doet de vijftiende landstitel dat wel, omdat Inter zich zijn bijnaam van Primadonna weer eer aandoet. De vette jaren lijken nu aangebroken. Nu Inter deze maand zijn 100ste verjaardag viert, lijkt de club op weg naar een nieuwe scudetto. S

door nicolas ribaudo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content