Massaal veel Vlaamse supporters, steeds minder Waalse fans en van Brusselaars is er al helemaal geen sprake meer in de tribunes van Anderlecht. Is paars-wit door de jaren heen zijn Franstalige toets kwijtgeraakt?
Anderlecht – STVV, 6 maart 2010. Een paar minuten voor de spelers het veld betreden is het niet het traditionele ” Je peux pas vous cacher que je suis supporter des mauves et blancs. J’allais à l’Anderlecht déjà quand je n’avais qu’un an…” dat van de tribunes rolt, maar wel ” Ik was mo just e joer en ‘k aa een witte mauve moesj. Ik reep al ‘Anderlecht!’ vanoijt man sjikke kinderkoesj …” Niet verwonderlijk als je weet dat het Anderlechtpubliek hoofdzakelijk Nederlandstalig is, maar het was ooit anders. Vandaag zien we dat er van de 60-40 verhouding (60 procent Nederlandstaligen en 40 procent Franstaligen) niet veel meer overblijft. Nu komt meer dan 70 procent van de Anderlechtsupporters uit Vlaanderen – wat niet meteen betekent dat het ook allemaal Nederlandstaligen zijn, maar toch.
Vervlaamsing troef
Hoe valt die vervlaamsing dan te verklaren? In de jaren zeventig toen er zo veel Nederlanders bij paars-wit speelden dat Anderlecht zelfs ‘Nederlecht’ werd genoemd, bleven ‘ Un, deux, trois, Attila est là‘ en ‘ Allons les Mauves‘ in het stadion te horen. In de jaren tachtig was Engels de voertaal in de gezangen, al werd er nog wel eens in het Frans gezongen voor de komst van Standard of om een andere tegenstander te prikkelen.
Er zijn nog andere indicaties voor die vervlaamsing. In 1994 telde Anderlecht 16 supportersclubs in Vlaanderen, 13 in Wallonië en 3 in Brussel. Vandaag zijn dat er 41 in Vlaanderen, 11 in Wallonië en 7 in Brussel. Er zijn ook nog 3 buitenlandse supportersclubs. Ook op het officiële RSCA internetforum – dat overigens tweetalig is opgesteld – is het merendeel van de reacties in het Nederlands. Je kunt dus maar beter Nederlands begrijpen als je wilt weten wat er bij de supporters leeft.
Herman Van Holsbeeck wil niet gezegd hebben dat er een vervlaamsing bij de supporters aan de gang is. “Een paar jaar geleden is er een studie geweest waaruit bleek dat er in heel België zo’n 500.000 Anderlechtsupporters zijn, waarvan 55 procent Nederlandstaligen en 45 procent Franstaligen.” De manager van Anderlecht wilde ook nog kwijt dat Anderlecht “in de eerste plaats een Brusselse club is” en dat ook wil blijven. “Als we ooit zouden moeten kiezen tussen Nederlandstaligen of Franstaligen, zullen we gaan voor de meest interessante optie.”
Meer Vlamingen binnen de club
Toen Herman Van Holsbeeck in 2004 als vervanger van Michel Verschueren de club verder kwam professionaliseren, deed hij dat in eerste instantie op vlak van marketing, scouting en media. Chris Lioen (commercieel directeur), Rik Vande Velde (hoofd scouting) en David Steegen (persverantwoordelijke) zijn alle drie – perfect tweetalige – Vlamingen. Naar het gevolg daarvan is het voorlopig nog gissen, maar er zijn kleine zaken die wijzen op een evolutie binnen de club. In het jaarboek van de club staat de tekst dan wel in twee talen afgedrukt, de Nederlandse versie staat wel steevast eerst.
Een minder pietluttige verandering is het feit dat de voertaal op alle vergaderingen tegenwoordig Nederlands is. Een anonieme medewerker zegt daarover: “Ik heb Roger Vanden Stock al aangesproken over die vervlaamsing, maar hij zegt dat hij er niks aan kan veranderen zolang de zaken goed lopen. De bestuursvergadering verloopt als enige nog in het Frans. Voor de bouw van de nieuwe infrastructuur in Neerpede heb ik er echt op moeten aandringen om alles ook in het Frans te vertalen voor de werkmannen.”
Nu we het toch over Neerpede hebben, een afgevaardigde van een jeugdploeg vertelt ons dat “sinds de komst van technisch directeur Jean Kindermans de Vlamingen voorrang krijgen op het moment dat er een nieuwe trainer moet worden aangesteld. Zogezegd omdat Vlamingen perfect tweetalig zijn, maar er zijn situaties zoals die van Daniel Simmes – een Duitser die Herman Van Holsbeeck nog kende vanuit zijn periode bij Lierse – die gewoon niet langer houdbaar waren. Hij sprak namelijk geen woord Frans. Zo zijn er wel meer voorbeelden van vriendjespolitiek. Kindermans wilde maar wat graag zijn goede vriend Geert Emmerechts (ex-speler van Antwerp) als trainer van de beloften. Johan Walem had zijn kandidatuur echter al gesteld – op voorspraak van Philippe Collin – en dus is de keuze uiteindelijk op Walem gevallen.”
Ook uit de samenwerking met de verschillende scholen blijkt eens te meer dat het Nederlands aan een fikse opmars bezig is binnen Anderlecht. Er is het Sint-Niklaasinstituut waar Romelu Lukaku school loopt, er is het Sint-Guido-Insti-tuut waar Lukaku’s jongere broer Jordan zit en zo zijn er nog tal van voorbeelden. Aan Franstalige zijde is er enkel sprake van het Institut Redouté Pfeiffer.
Supporters aan het woord
De cijfers (zie kaderstuk) tonen duidelijk aan dat er steeds minder Franstalige abonnees zijn. Toch weet geen enkele voorzitter van een supportersclub daar een goede verklaring voor te geven. Ze drukken ons wel op het hart dat er een goede verstandhouding is tussen Franstaligen en Nederlandstaligen. Jean-Michel Cappe, voorzitter van de grootste Waalse supportersclub (89 Anderlechtabonnees) stelt wel een aantal zaken vast. “Op de grote vergaderingen van de ASA ( Anderlecht Supporters Association, nvdr) is er tegenwoordig nog één tafel met Walen, één met Brusselaars en al de rest is gevuld met Vlamingen. Bij de uitwedstrijden merken we ook dat er minder Walen dan Vlamingen opdagen. Nu is het wel zo dat de Vlaamse supportersclubs beter georganiseerd zijn dan de Waalse en de Brusselse. Sommige hebben zelfs hun eigen autobus. En ergens is het ook wel logisch dat er minder Walen opdagen voor wedstrijden tegen Roeselare en Westerlo. Dat zijn voor hen enorm verre verplaatsingen. Maar om nu te zeggen dat dat hét grote verschil is …”
“Het is wel zo dat Anderlecht in Wallonië steeds vaker als een Vlaamse club wordt gezien”, gaat Christophe De-frene, voorzitter van de Purple Devils verder. “Toen ik nog in Luik werkte, vroegen mijn collega’s me vaak waarom ik fan was van een Vlaamse club.”
“Dat de Waalse media vandaag de dag minder aandacht hebben voor Anderlecht dan in het gezegende jaar 2000 is waarschijnlijk ten dele de verklaring van die foute perceptie. In Vlaanderen worden er dagelijks veel meer pagina’s aan Anderlecht gewijd”, legt Cappe uit. “Ik kan me ook niet echt voorstellen dat La Der-nière Heure een sticker met ‘ Vous suivez un champion‘ zou uitbrengen voor Anderlecht, terwijl het dat wel heeft gedaan toen Standard kampioen speelde”, lacht Loïc Balza, eveneens lid van de Purple Devils. Als Anderlecht zich in de toekomst op Vlaams grondgebied zou vestigen, zouden ze daar bij de Waalse supportersclubs al veel minder om kunnen lachen. “Dat zou ons echt zwaar vallen”, geeft De-frene toe. “Voor ons is Anderlecht geen Vlaamse, Waalse of Brusselse club, wel een club uit het Anderlechtse.”
Een ander geluid horen we bij Didier Flandroy, secretaris van de Geaint’s Club uit Ath: “We krijgen nog wel regelmatig aanvragen voor abonnementen, maar zolang het stadion niet is vergoot, kunnen we geen nieuwe leden aanvaarden.” Toch merkt ook Flandroy de opmars van de Nederlandstalige supporters. “Ik zit in tribune L3 en er zitten niets anders dan Vlamingen rondom mij. Niet dat dat een probleem is, maar het is wel de realiteit. Dat de vergaderingen van de ASA grotendeels in het Nederlands worden gehouden, is dan weer wel een probleem. Daarom gaan wij met onze supportersclub enkel nog naar de verplichte, jaarlijkse vergadering.”
Wat zeggen de experts?
Jean-Michel De Waele, sportsocioloog aan de VUB, laat er geen twijfel over bestaan: “Anderlecht is een Vlaamse club geworden. Het publiek en de werknemers bestaan grotendeels uit Nederlandstaligen en de Vlaamse media wegen een stuk zwaarder door dan de Waalse. Tel daarbij dat de Vlaamse politici goed vertegenwoordigd zijn op Anderlecht, dat de economische toekomst in Vlaanderen ligt en je weet al snel waar er voor gekozen zal worden op het moment van de waarheid.”
Jean-Marc Ghéraille, journalist van La Capitale, volgt paars-wit al meer dan tien jaar en weet dat “het niet nieuw is dat Anderlecht meer Nederlandstalige dan Franstalige supporters heeft. Ik vermoed dat de verhouding nog grotere verschillen vertoont als je gaat kijken in de loges en businessseats. Maar ik denk niet dat de club bewust aan het vervlaamsen is. Herman Van Holsbeeck wilde de club professionaliseren en heeft dat gewoon gedaan met mensen die hij kende van vroeger bij Lierse. Wat mij betreft is Anderlecht een club met nationale uitstraling en een grote Nederlandstalige toets.”
door thomas bricmont
Als we moeten kiezen tussen Nederlandstalig of Franstalig, zullen we de meest interessante optie kiezen.
Herman Van Holsbeeck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier