Waarom heeft België straks geen scheidsrechter op het EURO 2016? Voor Jef Brouwers, sportpsycholoog en zelf een voormalige referee, is het zo klaar als een klontje: ‘Scheidsrechters moeten het reglement toepassen en zich daar verder geen vragen bij stellen.’

Alle zestien clubs uit de Jupiler Pro League lasten een winterstage in tijdens de competitiebreak. Het gros vloog hiervoor naar Spanje en dat deed ook het zeventiende team: dat van de scheidsrechters. De kritiek op de arbitrage was weer genadeloos geweest in december. Tijd voor herbronning en dus werd sportpsycholoog Jef Brouwers ingevlogen in L’Alfàs del Pi. Brouwers zet zijn expertise wel vaker in voor het Belgische arbitersgild. Enige empathie met de outcasts van het voetbal is hem niet vreemd: hij was er namelijk zelf een. In de jaren 1980 was dat, na een op 33-jarige leeftijd afgebroken bestaan als voetballer. ‘Ik was overtuigd dat ik nog een bijdrage kon leveren. Eerst als scheidsrechter, nadien als psycholoog.’

Fluiten deed Brouwers op hetzelfde niveau als dat waarop hij met Heultje had gevoetbald: in 1e provinciale. Nog altijd staat de zeventigjarige, maar immer energieke en strijdvaardige Kempenaar elk weekend in regen en wind scheidsrechters te beoordelen in opdracht van het Antwerps provinciaal comité. ‘Het devies in mijn tijd was: niet fluiten volgens het boekje, anders gaat het fout. Nu moet het andersom of het gaat fout. Onze maatschappij is zo geëvolueerd: autoriteit moet elke keer juist zitten of ze wordt bekritiseerd. Een scheidsrechter die bij het reglement blijft, vergroot zijn invloed. Veel meer dan men denkt: het reglement helpt iemand om een topscheidsrechter te worden. Niet of iemand charismatisch is.’

Brouwers maakt de vergelijking met de grootschalige aanranding van vrouwen op oudejaarsnacht in Keulen. ‘Zodra een gezagsdrager niet doet wat van hem wordt verwacht, wordt hij slecht gevonden. Velen vinden dat de politie van Keulen zich niet van haar taak heeft gekweten. Als je het respect voor de vluchtelingen laat primeren op de wet, krijg je de problemen die er nu zijn. Op dezelfde manier heeft ook de scheidsrechter een taak te vervullen: die van behoeder van het reglement. Wordt er tegen dat reglement gezondigd, dan moet hij ingrijpen. Hij is de politieagent van het voetbal.’

EXTRA TIME

Het is simpel, herhaalt Brouwers: scheidsrechters moeten het reglement toepassen. Niet meer, niet minder. In L’Alfàs del Pi zag hij op televisie hoe Barcelona een agressief Espanyol klopte voor de Spaanse beker. ‘De scheidsrechter ging totaal de mist in. Er is een fase waarbij de keeper van Espanyol het been van Messi doormidden wil trappen. Er ontstaat een rel, die maar blijft duren omdat de scheidsrechter dan al helemaal weg is. Waarom? Omdat hij de wedstrijd was ingestapt met het idee dat hij die met zijn charisma en ervaring in goede banen zou leiden. Hij paste het reglement niet toe. Dan loopt het uit de hand.’

Soms kijkt hij naar Extra Time. ‘Vaak wordt erover gediscussieerd of een overtreding opzettelijk was of niet. Maar je kan dat niet zien. Neem nu het handspel: is de hand tegen het lichaam? Heeft hij bewogen? Is het opzettelijk? Dat gaat niet: je kan niet iemands intentie inschatten. Analisten kijken nog te veel naar scheidsrechters zoals vroeger, terwijl het meer dan ooit gaat om het reglement. We kunnen niet accepteren dat iemand gaat interpreteren.’

Interpreteren is nadenken, en nadenken is het laatste wat een scheidsrechter moet doen. ‘In de Champions League zie ik scheidsrechters fluiten voor een overtreding en direct al een kaart vast hebben. Bij ons zie ik ze pas naar die kaart grijpen als ze bij die speler staan. In die enkele ogenblikken ertussen komt er een psychologisch proces op gang: het nadenken. Iets wat zo’n scheidsrechter helemaal niet moet doen. Een agent moet zich ook niet afvragen als hij iemand door het rode licht ziet rijden: zou die chauffeur verstrooid zijn geweest, of kleurenblind? Nee, hij moet een bekeuring geven. Hij moet niet eens zeggen ‘volgende keer beter uitkijken’, want dan kruipt hij al in de rol van de rechtbank.’

LAWS OF THE GAME

In het voetbal heet die rechtbank het sportcomité. Brouwers benadrukt het schot tussen de uitvoerende en de rechterlijke macht. ‘Een scheidsrechter geeft een rode kaart en moet in zijn verslag opschrijven waarom. Dan is zijn werk gedaan. Pas in de rechtbank zal de rechter de motivatie van iemands daden proberen te achterhalen: ‘Waarom heeft u die persoon vermoord?’ Een scheidsrechter die als mens op het veld staat, komt in moeilijkheden. Hij is de uitvoerder van een reglement en heeft een táák: de zeventien regels volgens het boekje toepassen. Als ik als psycholoog een mens word, beland ik zelf ook in het gekkenhuis.’

Interpretatie leidt tot inconsistentie: de ene arbiter zal een fase anders beoordelen dan zijn collega. Maar is het probleem niet ook dat het reglement te veel ruimte laat voor interpretatie? Brouwers erkent: ‘Men zou er veel voordeel bij hebben om het reglement eenduidiger te maken. Het voetbal echter zit opgesloten in een ongelooflijk strak keurslijf met weinig wil tot verandering. Als ik ook nog eens actie moet voeren tegen het reglement, help ik de scheidsrechters niet. Integendeel. Het reglement is wat het is. Als een arbiter dat niet aanvaardt en zich vragen gaat stellen, ontstaan juist de problemen. Hij moet het reglement toepassen zoals het is. Dat is het enige waarop hij impact heeft.’

In Spanje kregen de Belgische refs oefeningen van Steve Bennett, voormalig FIFA-arbiter in de Premier League en nu instructeur. ‘Vijftien fases die ze moesten beoordelen’, legt Brouwers uit. ‘Ze kregen allemaal een rode en een gele kaart. Steve vroeg hen om de ogen te sluiten alvorens te beslissen. In het begin zag je een grote inconsistentie: het bewustzijn om uitsluitend aan het reglement te denken, was nog niet aanwezig. Na vijftien oefeningen zag je de consistentie toenemen omdat Bennett na elke fase zijn mantra herhaalde: what do the laws of the game say? De consistentie zit in de exacte, letterlijke toepassing van de laws of the game. Scheidsrechters moeten zich daar geen vragen bij stellen. Als ze het reglement toepassen en niet gaan interpreteren, maken ze van het leveren van kritiek een ongelooflijke uitdaging. Een coach of analist die dan nog zijn mond opendoet, zal heel sterke argumenten moeten hebben.’

FOUTE POPULARITEIT

Nog iets wat de consistentie in de arbitrage in de weg staat: bias. Een graag door Brouwers gehanteerd Engels begrip, dat zich nog het best laat vertalen als vooroordeel. ‘De stelling van mijn eerste presentatie op de stage was: iedereen is bevooroordeeld. If you have a brain, you are biased. Een scheidsrechter die weet dat een bepaalde speler met zeven gele kaarten achter zijn naam staat, is biased. Howard Webb die toegeeft dat hij Nigel de Jong in de finale van het WK 2010 rood in plaats van geel had moeten geven, was biased. Omdat er in het begin van een wedstrijd minder vaak rood wordt getrokken dan op het einde én omdat het zijn laatste wedstrijd was. Al die ‘biassen’ moeten worden weggewerkt alvorens je volgens het boekje kan fluiten.’

Brouwers haalt het sleutelmoment aan uit de carrière van Frank De Bleeckere. ‘Hij was verkozen tot beste scheidsrechter van België, maar door de verkeerde doelgroep: de spelers. Zo’n uitverkiezing betekent dat je heel sympathiek bent op het veld. Dan komt er altijd een moment dat het fout loopt. In 2003 ís het fout gelopen, in Anderlecht-Club Brugge. Plots was Frank niet meer die sympathieke kerel en op het einde van dat seizoen was hij pas vierde in hetzelfde referendum. Hij besefte dat hij aan zijn arbitrage moest gaan werken. Dat heeft hij gedaan, zie de rode kaart voor Schweinsteiger(op het WK 2008, nvdr). Dé man van de Duitse ploeg, in de 89e minuut. Een gebiaste scheidsrechter zegt: het is bijna gedaan, ik geef geel. Frank trok rood en dat heeft zijn faam gemaakt. Niet dat hij rood gaf, maar dat hij een juiste beslissing nam. Ongeacht de naam van de speler.’

Ook de ster van Jérôme Nzolo taande na enkele uitverkiezingen tot beste scheidsrechter. Brouwers: ‘Na het incident met Wasilewski en Witsel was het gedaan met Nzolo. Zijn vriendelijkheid keerde zich tegen hem. Spelers die eten uit de hand van de scheidsrechter: dat werkt niet meer.’

OPEN GEEST

Nog zo’n moment tijdens de stage in L’Alfàs del Pi. Brouwers toont de scheidsrechters een foto van Bas Nijhuis. Nederlandse ref, pas gepromoveerd naar de UEFA-elitegroep. Met scepsis bejegend in het begin van zijn carrière, want van beroep een beenhouwer. ‘Ik heb hem destijds geadviseerd om daarmee te stoppen. Hij is naar de Nederlandse bond gestapt met de vraag welke financiële compensatie zij konden bieden. Dat was het begin van de betaalde scheidsrechters in Nederland. Het is díé passie waaraan het mangelt bij ons. Scheidsrechters in België zijn te veel bezig met hun contract, niet met hun eigen grote verhaal.’

Brouwers parafraseert een beroemde uitspraak van de Amerikaanse muzikant Frank Zappa: ‘Your mind is like a parachute. If you don’t open it, you’re dead.‘ De psycholoog: ‘Zeer veel mensen hebben een gesloten geest en willen niet leren. Mensen aan de top hebben dat wel. Dat is dan ook mijn uitnodiging naar de refs die erbij waren in Spanje: neem zelf initiatief, zoek partners. Denk na: waarom ben ik scheidsrechter en hoe wil ik dat op het veld laten zien? Scheidsrechters hebben moeite om anderen te raadplegen. Dat is een probleem. Het voetbal is een wereld waarin ervaring hoog staat aangeschreven. Maar wat betekent ervaring in een wereld die elke dag drie keer verandert? Je ervaring is slechts nuttig als je ze in vraag stelt.’

Brouwers liet het Belgische arbitercorps in Spanje een slide zien met daarop de namen van de achttien scheidsrechters die op het EURO 2016 actief zullen zijn. ‘Ik vroeg hen: leg eens uit waarom er geen Belg tussen staat? Er kwam geen antwoord, maar ik ken het: de toepassing van het reglement. Ik ben geen aanhanger van reglementen, maar ik weet dat ze voor duidelijkheid zorgen en het leven eenvoudiger maken. Als onze scheidsrechters beginnen te werken aan het elimineren van de bias, staan we volgende keer ook op die lijst. Daar ben ik van overtuigd. Betere beslissingen nemen betekent: beter het reglement toepassen. Dat doe je door het elke dag te lezen tot je het van voren tot achteren en van achteren tot voren kan opzeggen. Zoals een acteur die plankvastheid verwerft door zijn tekst. Alleen zo krijg je het niveau naar boven.’

METAFOOR VAN VLUCHTIGHEID

Hein Vanhaezebrouck die zegt dat de Belgische scheidsrechters het niveau van de Champions League niet halen. Brouwers schudt meewarig het hoofd. ‘Twee jaar geleden zat Vanhaezebrouck ook niet in de Champions League. Toch zei hij al in de krant dat hij hoopte dat Belgische coaches dezelfde kansen zouden krijgen in het buitenland als andere coaches. Een week later zei hij plots dat hij best wilde blijven. Naar ik vermoed omdat iemand hem had gezegd: pas op, voeten op de grond. Want daar gaat het om: blijf in je rol. Anthony Knockaert die zes maanden nadat hij gratis is gekomen al voor ruim 3 miljoen euro wordt verkocht: voor mij is dat de metafoor van de vluchtigheid waarmee in het voetbal met rollen wordt omgegaan.’

Hoe kritisch hij ook is, Brouwers zal het blijven opnemen voor de scheidsrechters. Al was het maar vanwege het gemak waarmee zij in het schootsveld worden gezet. Zelden een positieve noot. ‘Jan Mulder lachte hard met mij toen ik eens zei dat spelers de scheidsrechter moeten zien als een partner. Dat zegt genoeg. Ik heb geen enkel menselijk gevoel bij die man. Mocht hij iets nuttigs zeggen over voetbal, ik zou nog luisteren. Hij verkoopt alleen zichzelf.’

Een jarenlange strijd heeft hij er inmiddels op zitten om de scheidsrechter te laten erkennen als een belangrijk onderdeel van de wedstrijd. Inmiddels worden hun namen voor de aftrap omgeroepen in de stadions en op tv. Een traag proces was het, dat nog niet is afgelopen. ‘Nu nog de assistenten, zij moeten ook een naam hebben’, vindt hij.

DOOR JAN HAUSPIE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Een scheidsrechter staat niet als mens op het veld, maar als uitvoerder van een reglement.’ – JEF BROUWERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content