Na 25 jaar draaft Francesco Totti nog altijd enthousiast over het veld met de ploeg waar hij op zijn dertiende voor koos. Het verhaal van een eeuwige liefde in de Eeuwige Stad.

Het beeld tekent perfect hoe gretig Francesco Totti op zijn 38e nog altijd is. Wanneer tijdens AS Roma-Torino na 70 minuten al de 3-0-eindstand vaststaat, roept trainer Rudi Garcia zijn kapitein naar de kant voor een applausvervanging, om hem te sparen voor eventuele blessures. Maar dat heeft Totti zo niet begrepen. Hij negeert de vriendschappelijke aai van zijn trainer en stapt woedend de spelerstunnel in. Wanneer de andere spelers onder de douche de zege vieren, is de kapitein al op weg naar huis.

Francesco Totti wil ondanks zijn leeftijd en het drukke programma gewoon altijd spelen. Rudi Garcia weet dat, en hij vindt dat ook goed. De cijfers tonen dat Totti niet verworden is tot een cultfiguur die af en toe nog eens mag opdraven om de handen in het stadion op mekaar te krijgen. In de twintig wedstrijden waarin hij vorig seizoen aan de aftrap kwam, haalde AS Roma gemiddeld 2,45 punten. In de wedstrijden waarin hij niet speelde of slechts inviel, was dat slechts twee punten per wedstrijd. Eerder dit seizoen was hij tegen Manchester City de oudste scorende speler in de geschiedenis van de Champions League. Kortom: Francesco Totti loopt er bij AS Roma nog altijd niet voor spek en bonen bij. Nu al wordt er gespeculeerd of zijn contract dat in 2016 afloopt, niet verlengd zal worden. Het zou hem toelaten om nog een paar records te breken. Bijvoorbeeld dat van oudste veldspeler ooit in de Serie A. Een titel die nu toebehoort aan Alessandro Costacurta die in 2007 41 jaar en 45 dagen oud was toen hij bij AC Milan de schoenen aan de haak hing (de andere oudere spelers waren doelmannen). Als Totti op zijn 40e nog voetbalt in de Serie A, voegt hij zich bij de club van spelers die in de Serie A tot hun 40e maar voor één club uitkwamen. Op dit moment is Paolo Maldini,die tot zijn afscheid op zijn 40e in 2009 voor AC Milan uitkwam, enig lid. Costacurta voetbalde ook even bij Monza.

IJsjes

Zijn eerste bewaard gebleven aansluitingskaart dateert van het seizoen 1985/86. Francesco Totti is negen jaar (geboren op 27 september 1976) wanneer hij op 24 oktober 1985 de aansluitingskaart tekent. Op de foto kijkt een hoogblond jongetje met open mond naar de fotograaf. Onder de foto staat in een sierlijk en mooi handschrift zijn handtekening. De club waarbij Totti zich heeft aangesloten, is SMIT Trastevere. Dat staat voor Santa Maria In Trastevere, genoemd naar de volkswijk ‘aan de andere kant van de rivier Tiber (Trans Tevere)’, die de Eeuwige Stad doormidden snijdt.

Trastevere is niet Totti’s eerste club. Op zijn zevende al voetbalt hij voor een andere kleine Romeinse club, Fortitudo. De archieven en de eerste persknipsels duiken pas op bij Trastevere. Drie dagen na zijn aansluiting speelt hij er zijn eerste wedstrijd, die op 0-0 eindigt. Op 17 november maakt hij zijn eerste goal. Op 29 april 1986 jubelen zijn ouders, wanneer hij op het paastoernooi van Maccarese wordt uitgeroepen tot beste speler. Het talent heeft hij niet van zijn vader. Enzo is een eenvoudige werkman, die als kind vaak andere kinderen op ijsjes trakteerde. Noodgedwongen. Op de piazza San Cosimato werd gevoetbald, en wie verloor, moest op ijs trakteren. “Ik heb de helft van Trastevere gelukkig gemaakt”, zegt Enzo daar met enige zelfkennis over.

Het is tijd om te verhuizen. Althans: van club. Want de thuisbasis blijft de ouderlijke woning in de buurt San Giovanni nabij de Porta Metronia, in het oosten van de stad. AS Roma’s jeugdcoördinator Ermenegildo Giannini is al langer getipt door Totti’s allereerste trainer, Armando Trillo,die hem bij Fortitudo meemaakte. “We wilden hem aansluiten, maar toen we hoorden dat de ouders al hun woord gegeven hadden aan Lodigiani, hebben we ons teruggetrokken, wetende dat de familie Totti respect hoog in het vaandel draagt”, zegt Giannini daarover.

Bij Lodigiani krijgt Francesco de rol die hem het best zal liggen in zijn carrière, die van trequartista, achter de twee spitsen, maar het daarbij horende nummer tien krijgt hij niet. “Opdat hij zich niet belangrijker zou voelen dan de andere spelers”, zeggen zijn trainers van toen, Mastropietro en Emidio Neroni.

Voetbalkabouter

Op 6 januari 1988 klopt Lodigiani in een wintertoernooi het Lazio van Alessandro Nesta met 2-0. Prompt zet Lazio zijn zinnen op het blonde joch en overtuigt Lodigiani om aan tafel te gaan zitten. Alleen zien de ouders van Totti, overtuigde Romanisti, dat niet zitten. Mama Fiorella trekt naar het opleidingscentrum van AS Roma om er met Ermenegildo Giannini te praten, herinnert die zich. “Ze zei: ‘Ik wil dat mijn zoon naar AS Roma komt, maar laat hem dan alstublieft spelen. Ik haal hem niet naar hier om op de bank te zitten.’ Ze besefte op dat moment nog niet wat haar zoon waard was.”

Op zijn dertiende zegt Francesco Totti niet alleen ‘neen’ tegen Lazio (al zal hij altijd bevriend blijven met Lazio’s boegbeeld Nesta). In het voorjaar van 1988 komt ook een bestuurslid van AC Milan langs die 150 miljoen oude lires (77.500 euro) mee heeft om de Totti’s te overtuigen om naar Milaan te verhuizen. Maar Francesco blijft liever thuis.

Bij AS Roma begint hij zijn carrière als… libero. “Hij was fysiek niet sterk, extreem mager en licht, klein ook. Maar technisch en qua passing zag je meteen wat hij kon”, zegt zijn eerste trainer bij Roma, Ugo Trani. Totti herinnert zich dat zelf ook: “Ik was als kleine jonge voetballer een kabouter, met een broek die tot op mijn schoenen hing.”

Amper 16,5 jaar is hij, wanneer Vujadin Boskov, destijds trainer van AS Roma,hem op 28 maart 1993 laat invallen tegen Brescia, nadat hij de jonge spits had opgemerkt in een trainingspartijtje tegen de beloften. Wanneer de trainer zich omkeert naar de bank, denkt Totti dat Boskov het tegen Roberto Muzzi heeft en kijkt opzij. Maar Muzzi zegt: “Hij heeft het tegen jou.”

Een jaar later wordt Totti titularis onder Carlo Mazzone, die later Roberto Baggio‘scarrière nieuw leven zal inblazen bij Bologna. Mazzone begeleidt Totti als een tweede vader. Dat is nodig in een grootstad die de spelers van zijn favoriete club ofwel doodknuffelt of verwenst, zegt hij in 1995. “Het zal wel komen omdat ze weinig prijzen winnen, maar de Romeinse clubs worden versmacht door een veel meer verdrukkende liefde dan alle andere clubs. Na twee goeie matchen gaat iedereen hier door het vuur voor jou, en wachten je geld, roem en vrouwen. Het probleem is dat het verschil tussen een moedige en een domme Romein klein is. Dat heeft al veel kampioenen in spe verloren doen lopen. Francesco Totti is echt een moedige Romein, voor zijn toekomst steek ik mijn hand in het vuur. Maar ik bescherm hem tegen de bekoringen. De stap om een domme Romein te worden is snel gezet.”

Onder Mazzone staat hij samen in de ploeg met de fijnbesnaarde middenvelder en spelverdeler Giuseppe Giannini, tevens de draaischijf van het nationale Italiaanse team van eind jaren tachtig tot begin jaren negentig. Het was Gianinni’s poster die op Totti’s jongenskamer hing.

Pas na het vertrek van Mazzone bloeit Totti helemaal open. Zdenek Zeman maakt hem op zijn twintigste kapitein. Totti neemt de band over van de Braziliaanse verdediger Aldair. Zeman, vandaag trainer van Cagliari en een paar jaar geleden nog eens kortstondig Totti’s trainer bij AS Roma, moet niet lang nadenken hoe hij Totti moet omschrijven: “Voor mij is hij gewoon dé speler die alles kan, die dingen doet die niemand verwacht, en die dat kan op elke hoek van het veld. Die overal oplossingen vindt in wedstrijden, die zich al jarenlang ondergeschikt maakt aan het team. Totti is onbaatzuchtig. Als hij een egoïst was geweest, had hij het doelpuntenrecord van Silvio Piola (recordhouder met 274 doelpunten in de Serie A, gevolgd door Totti met 237 goals, nvdr) al lang verpulverd.”

Vaak gaat de discussie over Totti’s beste positie op het veld. Is hij nu een trequartista of niet? Zelf voetbalt hij het liefst achter de twee spitsen, maar evengoed kan hij uit de voeten als tweede spits, op de flank, en met de jaren steeds vaker als diepe spits. “Totti kan gewoon alles”, zegt Carlo Mazzone in 2003. “Als AS Roma op een dag zonder keeper zit, moet het gewoon Totti in doel zetten.”

Het jaar 1997 is een kantelmoment. Voor het eerst sinds zijn steile opkomst belandt Francesco Totti op de bank. De Argentijnse trainer Carlos Bianchi heeft het niet zo op hem begrepen. Hij of ik, stelt hij de toenmalige voorzitter van AS Roma voor de keus. Wat hem betreft, wordt Totti uitgeleend aan Sampdoria. Francesco Sensi kiest resoluut voor Totti. Die zal dat gebaar nooit vergeten. “Als men me naar Sampdoria had laten gaan, was ik afgegleden en nooit naar Rome teruggekeerd”, zegt hij later.

In Geel

In juni 2000 biedt een flauwe grapjes makende en veelvuldig lachende Francesco Totti zich aan in De Leunen, het stadion van Verbroedering Geel dat tijdens Euro 2000 fungeert als trainingscentrum voor de Squadra Azzurra, geleid door Dino Zoff. Euro 2000, denkt iedereen in het Italiaanse kamp, wordt het toernooi van Alessandro Del Piero, maar dat draait wel even anders uit. Del Piero loopt en wroet, maar kan zich niet ontpoppen tot de leider van de Squadra. De jonge Totti, al twee jaar het boegbeeld van AS Roma, wordt uiteindelijk de revelatie van het Italiaanse team en een van de uitblinkers op het toernooi, maar blijft net als de rest van de selectie met een kater achter wanneer in de finale Frankrijk het na verlengingen haalt.

Een jaar later mag Francesco Totti toch vieren, en wel in de eigen stad. AS Roma wint in 2001 zijn derde en tot dusver laatste landstitel. Nog altijd noemt hij 17 juni 2001 de mooiste dag van zijn voetballeven. Na het EK en de titel is Totti overal welkom, maar hij kiest voor een verlengd verblijf in eigen stad. Daarvoor wil clubeigenaar Sensi best diep gaan, ondanks de aanbiedingen. In 2003 wordt Totti gevraagd naar zijn toekomstplannen: “Ik zou van mijn kant geld durven inzetten op een Totti die levenslang bij AS Roma blijft”, zegt hij. “Alleen weet je nooit wat er met de club gebeurt of wat de club wil.” Het is een verwijzing naar Alessandro Nesta, die als vaandeldrager van Lazio op een bepaald moment door toenmalig voorzitter Sergio Cragnotti voor veel geld verkocht werd aan AC Milan, aanvankelijk zeer tegen zijn zin.

In 2004 is Roman Abramovitsj bereid om 50 miljoen euro neer te dokken om de technisch vaardige spits naar Chelsea te halen. Maar AS Roma is niet geïnteresseerd in het bod, en Totti zelf ziet het evenmin zitten om in Engeland te gaan voetballen. “Ik amuseer me hier in Italië veel beter”, zegt hij.

De enige ploeg die hem echt kan bekoren, is Real Madrid. “Op een bepaald moment had ik al beslist om naar Real te vertrekken, maar de contractbesprekingen en privébeslommeringen deden me op het laatste moment toch besluiten om in Rome te blijven”, zegt hij daarover.

Het maakt dat zijn prijzenkast op clubniveau karig gevuld is, met één landstitel en twee bekers. Met de nationale ploeg zet hij een en ander recht. Na de verloren EK-finale in 2000 is hij de grote regisseur van het team dat in 2006 in Duitsland wereldkampioen wordt. Na het WK kondigt hij zijn afscheid van de nationale ploeg aan.

Vliegtuigje

Pas met de terugkeer van AS Roma dit jaar in de Champions League schittert hij weer op de internationale bühne. Daar is hij Rudi Garcia dankbaar voor. “Garcia is een grote. Eerlijk, hij bekomt dat iedereen 101 procent van zichzelf geeft”, zegt hij over zijn trainer. Garcia is eveneens vol lof over zijn kapitein: “Totti is jong in zijn hoofd. Meestal praat je over een legende na diens afscheid, ik heb het geluk samen met Totti te mogen werken en voetbalgeschiedenis te mogen schrijven.”

Op Totti’s 37e verjaardag scheert een vliegtuigje boven het trainingscentrum. Het spandoek titelt: ‘Voor jou spreekt de geschiedenis. Beste wensen, fantastische kapitein van ons.’

Er zijn ook de verjaardagswensen van zijn ploegmaat Daniele De Rossi, al jarenlang aangekondigd als de toekomstige kapitein bij AS Roma, die fijntjes opmerkte: “Nooit zal ik hier kapitein worden, want jij blijft maar doorgaan.”

Gevraagd naar welke spelers dingen kunnen die hem nooit zullen lukken, schiet hem maar één naam te binnen: Lionel Messi. De trainer die het meeste indruk op hem maakte? Marcello Lippi vanwege het charisma dat hij op zijn spelers uitstraalde. De beste tegenspeler? Ronaldo (de Braziliaan)!De speler die hij, behalve Messi en Cristiano Ronaldo,het liefst naar AS Roma had gehaald? Xavi!De trainer met wie hij graag had gewerkt? Mourinho!De speler met wie het op het veld het best klikte? Antonio Cassano, vandaag bij Parma.

De vergelijking met bad boy MarioBalotelli gaat niet op, zegt hij, ook niet met de jonge Totti: “Hij zoekt de aandacht op, ik heb dat nooit gedaan. Ik ben altijd een rustige jongen geweest.”

Stiekem droomt Totti van nog een titel met AS Roma, goed voor een afscheid in schoonheid. “Als we kampioen worden, eet ik een jaar geen ijsjes meer”, gaf hij bij de start van de competitie een van zijn zwakke punten aan.

Vorige week kreeg Totti van de roze sportkrant de Gazzetta dello Sport de negende ‘Premio Giacinto Facchetti. Die jaarlijkse prijs gaat naar een persoonlijkheid in het voetbal die gelauwerd wordt voor ‘het mooie in het voetbal’. Terloops haalt de reporter aan hoe Totti vorig seizoen tijdens de warming-up van Parma-AS Roma uit de luidsprekers van het Tardinistadion hoorde hoe een actie werd opgezet voor een kind dat dezelfde naam droeg als zijn dochter (Chanel) en dat medische verzorging in de VS nodig had. Prompt onderbrak hij de opwarming, zocht in de coulissen de entourage van het meisje op en bood zijn hulp aan. Vervolgens stapte hij weer het veld op.

Het voorval haalde, zoals tal van andere sociale initiatieven van Roma’s kapitein, op zijn uitdrukkelijk verzoek nooit de media.

DOOR GEERT FOUTRÉ

“Hij kan gewoon alles. Als AS Roma op een dag zonder keeper zit, moet het Totti in doel zetten.”

Carlo Mazzone

“Als we kampioen worden, eet ik een jaar geen ijsjes meer.” Francesco Totti

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content