Met 3 op 15 kent play-off 1 voor AA Gent een tegenvallend verloop.

Staat AA Gent vijfde door een tekort aan kwaliteiten of door een teveel aan tegenslag?

Francky Dury: “Ik vind dat mijn team goed werkt en een grote weerbaarheid toont. Maar het wordt tijd dat AA Gent beseft dat het succes van vorig jaar in de play-offs er voor een groot stuk gekomen is omdat er drie kleine ploegen bij zaten en Genk en Standard niet. Misschien hebben we een beetje pech, maar ik zoek geen excuses. We moeten ook het budget eens onder de loupe nemen: Genk, Anderlecht, Club Brugge en Standard hebben daar toch meer mogelijkheden. AA Gent heeft de beste kern van eerste klasse, heeft een coach eens gezegd. Dat is onzin, want die coach werkt niet voor AA Gent. Dat zou trouwens een schande zijn voor andere ploegen met een groter budget. Wij hebben onze ruime kern gebruikt, want in de competitie, Europees en in de beker hebben wij 52 wedstrijden gespeeld. Genk en Standard, de twee ploegen die er vorig jaar niet bij waren, hebben niet Europees gespeeld, daartegenover waren Anderlecht en Club Brugge vroeg uitgeschakeld in de beker. Dus die ploegen hebben een zekere frisheid die je niet kan ontkennen. Maar het verschil met de topploegen is dat wij veel evenwaardige spelers hebben en zij spelers die het verschil maken. Maar wij hebben wel het op een na meeste aantal doelpunten gemaakt in de competitie en dit vanuit een balbezitfilosofie.”

Een van de werkpunten voor dit seizoen was het aantal tegendoelpunten terugdringen. Daartoe zijn van de winter ook Arzo en Jörgensen erbij gehaald. Maar de nul houden blijkt nog altijd moeilijk. Hoe komt dat?

“Ik ben verrast dat we nog zo veel tegendoelpunten incasseren. Tegen Anderlecht hebben we ons negende doelpunt uit een corner binnen gekregen en wij spelen mandekking! Wij hebben niet zo veel grote spelers en dan bedoel ik niet noodzakelijk de lengte, maar wel de duelkracht. We staan te weinig in contact op corners. Maar we krijgen in 2011 wel weinig doelpunten tegen die van de linker- of rechterkant komen. De meeste tegendoelpunten zijn op corner of door het centrum, nochtans is de defensieve vierhoek een van onze defensieve accenten.”

Ondanks een aantal aanvaardbare redenen voor de mindere resultaten – het vertrek van Azofeifa, het uitvallen van Lepoint, de blessure van Soumahoro – waar je als trainer geen vat op hebt, legt Gent ook bij jou een deel van de reden voor de mindere resultaten. Er duikt twijfel op over je aanblijven.

“Oké, maar een negatief signaal heb ik nog niet ontvangen. Maar ik zal altijd mijn verantwoordelijkheid opnemen. Als de club vindt dat ik mijn werk onvoldoende doe als we geen Europees voetbal halen, dan moet de clubdirectie oordelen.”

Misschien, hoor je, schuif je qua impact beter wat meer richting Preud’homme op. ‘Volgend jaar’, zei Louwagie, ‘zal Dury een andere trainer zijn dan hij nu is. ‘

Preud’homme is Preud’homme en Dury is Dury. AA Gent moet stoppen met te denken dat ze tweede geworden zijn door de rebellie van Preud’homme. Dat is onzin. Wat niet wegneemt dat ik veel respect heb voor zijn parcours. Maar van de groep die vorig jaar successen haalde, zijn veel spelers vertrokken om verschillende redenen. Ik ben ook een winnaar tussen acht en kwart voor tien en als ik verlies, ga ik geen kritiek geven op mijn spelers, omgeving, ref of tegenpartij. Dan maak ik voor mijn team een correcte analyse. De club moet weten wie ze binnenhaalt.”

DOOR RAOUL DE GROOTE

“Ik heb nog geen negatief signaal opgevangen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content