Weten we privé weinig over Laszlo Bölöni, dan staat in de dug-out van Arsenal, de eerste tegenstander van Standard in de Champions League, zo mogelijk een nog grotere sfinx. De professor, alias Arsène Wenger, sinds 1996 aan de slag bij de Gunners.

W in or lose, after the game we booze. Winst of verlies, na de wedstrijd gaan we drinken. Dat was de leuze van Arsenal, toen Arsène Wenger (59) er in september 1996 neerstreek. De Gunners zaten in een dal en hadden een maand eerder al Bruce Rioch ontslagen. Bovendien hing er nog de kwalijke walm van een schandaal: nog eerder was George Graham na negen jaar dienst ontslagen als manager voor het aanvaarden van smeergeld bij transfers.

Boring Arsenal, vervelend Arsenal, dat was de bijnaam van de club. Een ploeg waar de houding van de spelers in die dagen allesbehalve professioneel kon worden genoemd. Vrijwel tegelijk met het aantreden van Wenger moest Tony Adams in het openbaar toegeven dat hij een alcoholicus was. Ook de voedingsgewoonten van de spelers waren voor verbetering vatbaar. Toen Wenger fors ingreep, tekenden de spelers eerst openlijk verzet aan. Op de terugweg van hun eerste wedstrijd onder de nieuwe coach, bij Blackburn, werd op de bus luid geroepen om chocolade …

In zijn beginperiode had Wenger het lastig. Geen reputatie als speler, opgegroeid in de rustige Elzas als zoon van een bistro-uitbater, geen man om ‘bang’ van te zijn. Had niet eens getraind in een voetballand, maar in Japan godbetert. Bij de Nagoya Grampus Eight. Voordien wel negen jaar Monaco, maar geen Engelsman die dat wist. Onbekend, maar allerminst een doetje. Wenger zocht openlijk de confrontatie, met de spelers en met de pers. Hij stelde al even openlijk in vraag of het wel normaal was dat Manchester United qua kalender een voorkeursbehandeling kreeg. Waarop Sir Alex Ferguson terugsneerde: “Dat hij zich uitspreekt over Japan, daar kent hij wat van.”

Toen hij tekende voor Arsenal, vroeg Wenger meteen om twee transfers. Twee Fransen: Patrick Vieira en Rémi Garde. De ene jong, de andere ervaren. Was Garde niet direct een succes, dan bleek Vieira wel een schot in de roos. En exemplarisch voor het transferbeleid van de Gunners tot vandaag: voornamelijk jong talent uit Frankrijk of uit een van de gewezen Franse kolonies in Afrika, afgewisseld met nu en dan een Nederlander. Marc Overmars, Dennis Bergkamp, later Robin vanPersie en, oeps, Thomas Vermaelen, Ajax-Belg. Een transferbeleid dat jaren winst opleverde. Uit rekenwerk in 2007 bleek dat Wenger de enige manager in Engeland was die profijt haalde uit zijn transferbeleid. Gemiddeld 4,4 miljoen pond (nu ongeveer 5 miljoen euro) per seizoen.

Mooiste vrouw

Financieel bleek Wenger een goede huisvader, sportief heeft hij zijn ploeg aantrekkelijk leren voetballen. Dat is wel iets van de laatste jaren. Aanvankelijk was de mix nog vrij British, maar succesvol: een eerste dubbel na twee jaar, en in 2002 won hij nog eens de dubbel. Eerste of tweede, negen jaar lang zou Arsenal niet verder terugvallen. Wel met bijwijlen potig voetbal, van 1996 tot 2008 kregen de Gunners 73 rode kaarten. Dan voetbal je niet altijd sierlijk.

Vooral de rechtstreekse duels met Manchester United kregen ‘faam’. Op die eerste uitval van Ferguson zouden er nog veel volgen. Altijd kwamen de ‘voorzetten’ vanop Old Trafford, in Highbury werden ze nijdig ‘binnengekopt’. De elegante, spirituele, charmerende polyglot Wenger viel bij duels tegen de rivaal geregeld uit zijn rol. Toen Ferguson zei: “Wij spelen het mooiste voetbal”, reageerde Wenger met: “Iedereen denkt dat hij thuis de mooiste vrouw heeft.”

Ferguson heeft de traditie om na een wedstrijd de bezoekende trainer op een glas wijn uit te nodigen. Wenger, een Bordeauxliefhebber, slaat dat steevast af. Diverse keren was er achteraf ook weinig reden tot feest, als weer eens een rechtstreeks duel uit de hand was gelopen. In oktober 2004 vloog na afloop de pizza zelfs door de gang. Ook met José Mourinho botste Wenger. Die noemde hem ooit een rat en een voyeur (dat laatste trok hij later in) omdat hij steeds maar over Chelsea bezig was. Ik antwoord alleen op vragen van de pers, repliceerde Wenger.

Die antwoorden blijven wel beperkt tot voetbal. Wenger, getrouwd met een Zweedse oud-basketbalspeelster, heeft een dochtertje Leah, maar houdt voor de rest zijn privéleven strikt geheim. Toen hem na een jaar of twee een keer werd gevraagd wat hij van Londen vond, antwoordde Wenger voor de grap: “Ik zou het niet weten, ik ken alleen Totteridge ( zijn woonplaats, nvdr), Highbury ( het stadion, nvdr) en de weg naar Colney ( het oefencomplex, nvdr).” Als het voetbal voorbij is, gaat hij het liefst naar huis. Als hij wil nadenken, neemt Wenger de auto voor een lange rit, begeleid door klassieke muziek. Meer komt de pers niet te weten.

Nieuw stadion

In november 2003 laat Wenger wel de volgende uitspraak noteren: “Willen we onze grote rivalen evenaren, dan is een nieuw stadion absoluut nodig. Als we dat krijgen, worden we een top power op wereldniveau.”

De verhuis naar dat stadion kwam er in 2006. Een breder veld en een andere tactiek, in de loop van 2005 uitgeprobeerd en vanaf dan de norm. Geen 4-4-2 meer, maar een 4-5-1. Gek genoeg zien we twee dingen: het voetbal van Arsenal wordt steeds mooier, maar met de resultaten gaat het bergaf. De laatste vier jaar werd Arsenal drie keer vierde en één keer derde. Net geen top power. Maar wel mooi voetbal. Kijk maar vanavond op Sclessin.

door peter t’kint

“Zijn privéleven houdt Wenger strikt geheim.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content