Wat de voorzitter er ook van denkt, Georges Leekens heeft het in zijn kop gestoken dat er versterking komt voor Moeskroen in de winterstop. Tegen Anderlecht bleek de selectie qua kwaliteit te smal te zijn voor de ambities van de trainer.

Een beetje verbaasd nam Julien Catrain na Moeskroen – Anderlecht de fles champagne in ontvangst die Canal+ telkens uitreikt aan de man van de wedstrijd. Twee weken geleden voetbalde de 19-jarige linksachter nog in de B-kern, vrijdag debuteerde hij met verve in de basiself, nadat hij de week daarvoor al een paar minuten mocht volmaken. Georges Leekens mag dan al de vorig jaar sterk doorgedreven verjonging flink hebben teruggeschroefd, toch kregen zes van de achttien spelers op het scheidsrechterblad vrijdag hun opleiding in Futurosport, het jeugdcentrum van Moeskroen. Op Sint-Truiden na doet geen enkele eersteklasser beter !

Dat zoveel jong geweld niet volstaat om Anderlecht uit titelkoers te slaan, weet Leekens als geen ander. Al voor de aftrap wist hij dat het niet Georges Leekens zou zijn die de competitie kan redden. Dat zijn ploeg na de uitzege tegen Beveren plots aansluiting kreeg met de top, was vroeger dan gepland. Het nieuwe Excelsior Moeskroen mag dan enthousiasme en wilskracht te over hebben, voldoende alternatieven om zonder kwaliteitsverlies een afwezig middenveld (de geschorsten Gregoire en De Vleesschauwer en de geblesseerde Martic) te vervangen heeft het niet. Enthousiasme en organisatie alleen, aldus Leekens vrijdag, volstaan niet om een plaats in de topvier te ambiëren. Met dit materiaal mag Moeskroen tevreden zijn als het straks zesde of zevende wordt.

Het grote pluspunt tegenover vorig jaar heeft een naam : Mbo Mpenza. Toen hij precies een jaar geleden voor zes maanden uitviel, werd Moeskroen als het ware onthoofd. Mpenza, ook tegen Anderlecht steeds dreigend, geeft een meerwaarde aan een ploeg die zonder hem presteert als een gewone middenmoter. Een ander pluspunt is de strijdlust die de nieuwe trainer overbracht op een groep die zich vorig jaar na de eerste inzinking bleekjes door de competitie sleepte : te goed om in degradatiegevaar te komen, onvoldoende ambitieus of met te weinig kwaliteit om bovenin een rol van betekenis te spelen. Eén keer slechts overtroffen de spelers zich, toen ze blok vormden om het Anderlecht van hun ex-trainer een hak te zetten. Dat gebeurde na vijf opeenvolgende nederlagen, één week na een 5-0-pandoering bij het bescheiden Charleroi. Maar na die zege tegen Anderlecht dommelde Moeskroen een week later opnieuw in en verloor het duidelijk bij Bergen.

Dit jaar moeten de spelers er nog niet aan dénken zich zo gemakkelijk weg te laten zetten. Tegen Anderlecht hielden ze met gemak hun koppositie vast in de rangschikking van het aantal begane overtredingen. Toch vindt Leekens zijn ploeg niet te hard of te brutaal voetballen. Integendeel. “We spelen nog veel te naïef. Als wij fouten maken, ziet iedereen het.”

Sommige spelers vallen niet meer te herkennen in vergelijking met vorig jaar. Het is de verdienste van Georges Leekens dat hij Geoffrey Claeys weer aan het voetballen kreeg. Het oog van de meester maakt de paarden vet : lieten de spelers zich vorig jaar schouderophalend gaan in de wetenschap dat slechte prestaties toch zonder gevolgen bleven, dan springen ze nu bij wijze van spreken al in de houding als de trainer nog maar de kleedkamer binnenstapt. Maar Leekens schudde niet alleen Claeys wakker, heel Moeskroen is ontwaakt. Eerst zette de nieuwe trainer zoals verwacht de verdediging op punt. Vorig seizoen was de defensie van Moeskroen een zeef, nu luidt het devies : safety first. Misschien is het veelzeggend dat de enige wedstrijd dat Moeskroen echt aantrekkelijk voetbalde, tegen Genk, verloren ging. Voor schoonheidsprijzen moet men niet op le Cannonier zijn, maar hoe er met een minimum aan middelen efficiënt kan worden gevoetbald, valt er wel te aanschouwen.

Om zijn defensie te versterken werd Leekens flink geholpen door de komst van twee verdedigers die de club nagenoeg niets kostten. Samir Beloufa bewees al bij Germinal Beerschot dat hij centraal achterin heel sterk presteert. Na een mislukt seizoen in Frankrijk bij Bastia, waar hij door een zware blessure maar één wedstrijd speelde, was hij opnieuw op België aangewezen om zich in de kijker te spelen. En de Australiër Stephen Laybutt wilde een nieuwe kans in Europa om te bewijzen dat men hem in Nederland te vroeg had afgetest. Via Edi Krncevic kwam hij bij diens ex-trainer terecht.

Beiden arriveerden pas laat in Moeskroen. Ook dat illustreert het verschil tussen de aanpak van Leekens en die van Lorenzo Staelens. Toen voorzitter Detremmerie vorig jaar na het vertrek van linksachter Michal Zewlakow naar Anderlecht verklaarde dat er geen geld was voor een vervanger, knikte Staelens gedwee en stelde de jonge Filston op. Toen de voorzitter zijn boodschap dit seizoen herhaalde, blééf Leekens zoeken naar versterking. Niet dat al zijn wensen ingewilligd werden : graag had hij er voorin Darko Pivaljevic bij gehad, maar die vertikte het eerst een testwedstrijd te spelen en tekende dan maar voor Antwerp. Maar als Leekens iets in zijn kop steekt, dan geeft hij niet op. Op het middenveld en in de aanval komt er zeker iemand bij in de winterstop. Dat de club daar geen geld voor heeft ? Leekens : “Als er geen geld is, moet je inventief zijn.”

Met Georges Leekens valt er op le Cannonier opnieuw wat te beleven : een sterke uitspraak, oorlog aan de zijlijn, maar ook een kwinkslag en af en toe een feestje. Desnoods gaat de trainer zelf mee op de tafels staan dansen. De voorzitter ziet het graag. Alle beetjes helpen om het publiek weer naar het stadion te lokken. Tegen Anderlecht zat het vol vrijdag, maar toch komt er minder volk naar de thuiswedstrijden dan vorig jaar. Niet omdat Moeskroen minder abonnees telt, maar omdat het de politiek van gratis uitnodigingen flink terugschroefde. Er moet nu opnieuw betaald worden en dat is niet vanzelfsprekend na het fletse vertoon van vorig jaar.

Droomde Jean-Pierre Detremmerie drie jaar geleden nog van een budget als dat van Anderlecht, hij weet nu dat Excelsior Moeskroen hooguit een regionale club kan zijn. Noord-Frankrijk en Vlaanderen zijn ondanks allerhande promotionele acties nauwelijks geïnteresseerd : amper één procent van de toeschouwers komt uit Frankrijk en tien procent uit Vlaanderen (dat wel een vijfde van de sponsors levert). Vorige week kreeg l’Exel er nog een supportersclub in de streek van Doornik bij, maar om het westen van Henegouwen helemaal rood en wit te kleuren, moet Moeskroen eerst maar eens gaan meespelen voor een échte prijs.

Iedereen hoopt dat het dit keer lukt met Leekens. Nu hij wat ouder geworden is, alles (behalve Standard) heeft meegemaakt in België en ook privé rust vond, bestaat de kans dat hij zich nog eens voor langere tijd aan een club bindt. Op voorwaarde dat die club hem volgt in zijn ambitie. Want aan indommelen is de 55-jarige Kempenaar nog niet toe. En met een bezoek aan Friture Jeaninne dat hij Hugo Broos vrijdagavond beloofde, is zijn honger niet gestild.

door Geert Foutré

Aan indommelen is Georges Leekens nog lang niet toe.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content