Sport/Voetbalmagazine volgde bondscoach Marc Wilmots van de match tegen Rusland tot en met de achtste finales tegen de VS.

En weer moest hij zijn vest aantrekken, ongeacht de vochtigheidsgraad. Aangezien de Verenigde Staten in het wit speelden, had hij geen keuze. Hij geeft een ontspannen indruk. Voor de match zien we hem zelfs in een lange omhelzing met zijn vriend Jürgen Klinsmann, vijand voor één dag. Dan begint de wedstrijd. Het intermezzo met de streaker (die wel zijn kleren aanhoudt) vindt hij absoluut niet leuk. Zijn blik wordt agressief. Naarmate de kansen een na een de nek omgewrongen worden, maakt zijn glimlach plaats voor nervositeit. Aan het WK 1990 durft hij nu niet te denken. Hij had gezegd dat hij niet alles onder controle had, dat een scheidsrechter, een gebeurtenis in de wedstrijd, een uitsluiting alles kon veranderen. Voor zo’n scenario is hij bang. “Hij is kalm gebleven tijdens de rust. Hij was er zeker van dat de doelpunten zouden komen. Dat heeft hij ook aan de groep verteld”, zegt zijn assistent Vital Borkelmans en hij voegt er veelzeggend aan toe: “Je moet ook wel zeggen dat het wel snor zit met de mentaliteit van deze groep.”

In het begin van de eerste verlenging beslist hij om opnieuw een kans te geven aan Romelu Lukaku en zijn keuze is meteen doorslaggevend. Net zoals Kevin Mirallas weegt Lukaku op de Amerikaanse verdediging, maar in tegenstelling tot zijn ploegmaat is hij wel beslissend. Wat dan volgt, is een explosie: Wilmots rent over het veld, stopt plots en draait zich om naar de technische staf om dit moment met hen te delen. De resterende minuten zijn een ellenlang durende lijdensweg. De minuten lijken voorbij te kruipen aan het tempo van een uitgedroogde slak. Hij neemt een flesje water, drinkt een slok en gooit het ding dan weg. De Verenigde Staten hebben de aansluitingstreffer gemaakt, zijn ploeg plooit terug. Hij voelt zich totaal machteloos. Bij het laatste fluitsignaal is de opluchting voelbaar. “Voor mijn hart zijn matchen zoals deze te veel van het goede. We hebben vijftien kansen en we maken het spel. Ik denk dat het verdiend is.”

Hij heeft zijn belofte waargemaakt: eindelijk heeft zijn team iets laten zien en kijk, de Rode Duivels staan in de kwartfinale. Het is meteen ook een klinkend antwoord aan de binnen- en vooral buitenlandse pers, die op zijn honger was blijven zitten. De kleine revanche smaakt zoet. Hij heeft gezweet en geroepen maar lijkt toch niet moe. Een Wilmots krijg je niet klein. En al zeker niet als hij in de kwartfinale zit! We denken plots terug aan een zin. Toen men hem vroeg of hij niet vreesde dat de spelers die al een kaart achter hun naam hadden zich zouden inhouden, antwoordde hij spontaan: “Maar nee, geef alles, mijn beste. Houd je zeker niet in! Dat zou mijn advies zijn.” Het is ongetwijfeld een uitspraak die inspirerend gewerkt heeft.

Kritiek op het spel

Het is 24 juni. Dit keer is de bondscoach wél opgedaagd voor een persmoment de dag na een overwinning. Een inbreuk op zijn persoonlijk reglement. Wanneer hem gevraagd wordt waaraan we zijn aanwezigheid te danken hebben, is het antwoord afgemeten kort: “Omdat het me gevraagd is. De pers wou me zien.” Toch is hij zichtbaar verbaasd dat sommigen hem zo koel ontvangen. Heeft hij dan misschien niet gewonnen, de avond voordien? “We hebben gisteren geen schoonheidsprijs behaald, maar Spanje, Engeland en Italië liggen er wel al uit.” Er hangt misnoegdheid in de zaal. België mag dan al in extase verkeren, hier blijven sommigen op hun honger. Die sfeer sloop er al in de dag voor de match tegen Rusland, toen Wilmots aan de tand gevoeld werd over sommige tactische mankementen. Hij repliceerde daar fors op: “Wie zegt dat?” De kritiek ging door na de zes op zes. Wilmots voelde zich aangevallen. “De Russen hebben tezamen 118 kilometer afgelegd, wij 108. Dat betekent dat wij hen hebben laten lopen. Dat heeft niets te maken met tactiek. Bovendien hebben we achterin erg weinig weggegeven.” Dat klopt. Aanvallend was het allemaal niet zo best, maar de verdedigende organisatie bleef zonder veel moeite overeind. Al drie weken moet de bondscoach het spelniveau van de Duivels goedpraten. Ook bij de internationale media zijn, op basis van de cijfers uit de kwalificatiewedstrijden én de grote namen in de kern, de verwachtingen hooggespannen. “Met die kritieken kan ik niets. Denk je echt dat me dat nog raakt? Als ik op alles moet letten wat er nu gezegd wordt, kom ik geen stap vooruit.”

De volgende dagen zet hij zijn verdediging op poten. “Als je jong bent, maak je vaak fouten. Het is ons werk om de boel onder controle te houden en niet té zeer naar voor te leunen om mooi te proberen voetballen. Mooi voetbal zou ons wel eens naar huis kunnen sturen. Iedereen is in de wolken als een speler iemand door de benen speelt. Ik kan daar niet om lachen. Je mag iemand de bal door de benen spelen, maar dat is niet iets voor de absolute top, zoals hier. Tenzij het iets bijbrengt.” Wilmots’ analyse is simpel: alles goed dichthouden, en pas dan gaan voetballen. “Als we nog niet mooi gevoetbald hebben, komt dat misschien omdat iedereen volop bezig is met zijn verdedigende taak.”

Dan brengt Wilmots een ander onderwerp aan, met name Daniel Van Buyten die de snelste sprint heeft getrokken in de wedstrijd tegen Rusland. “Ik doe dat tegenover diegenen die geloven dat hij oud en traag is.” “Ik bijvoorbeeld!”, geeft een bekende pen van Het Laatste Nieuws aan, die zich aangesproken weet.” “Dat is niet het geval! Hij gaat nog snel”, reageert Wilmots met de glimlach van iemand die weet dat hij net een punt gescoord heeft.

Alleen beseft de bondscoach wel dat de puntjes op de i zetten het werkklimaat tegenover de pers niet verbetert. Zonder winst worden straks de messen geslepen. Wilmots beseft dat niets hem bespaard zal blijven, maar daar heeft hij geen probleem mee. De rol van eenzame strijder heeft hij ooit tot zijn handelsmerk gemaakt. Hij kan best wat tegenwind hebben. Vooraf hield hij zelfs rekening met een mogelijke clash met de media.

Het probleem Lukaku

Eerst wachten hem andere kleine oorlogjes. Zoals die met Romelu Lukaku.Zo veeleisend naar zijn spelers heeft Wilmots zich getoond dat iedereen zich nu aan een sanctie voor de misnoegde spits verwacht. Maar de bondscoach hapt niet meteen, hij schuift het item voor zich uit. Hij heeft de tijd nog niet gevonden om te praten met Lukaku, zegt hij. Alsof hij twijfelt over hoe hij dit best gaat aanpakken. Niets doen zou zijn autoriteit aantasten en een slecht voorbeeld stellen. Te zwaar ingrijpen en de zaak in de openbaarheid uitvechten riskeert Lukaku, toch al niet sterk bezig, helemaal van zijn stuk te brengen. Wilmots wéét dat hij maar twee diepe spitsen mee heeft en niet alles kan inzetten op een jongen van negentien die pas zijn eerste selecties beleeft. Hij gaat op dit toernooi Lukaku nog nodig hebben. “Als we moeten praten, zullen we praten. Maar eerst moet zijn hoofd leeg zijn. Soms is zwijgen beter dan praten.” Meer wil hij over de zaak niet kwijt. De pers mag hem dan wel voortdurend het leven zuur maken met opmerkingen over tactiek, op dit punt dringt men niet aan. Iedereen ziet dat de bondscoach nog geen beslissing ter zake had genomen.

De volgende ochtend vindt het gesprek met de spits van Everton plaats. Wilmots pakt hem niet te hard aan, stelt hem gerust en zegt: “Vandaag ben jij degene die door de hele wereld afgemaakt wordt, maar in de achtste of kwartfinale ben jij misschien de held die op handen gedragen zal worden.” Tegenover de pers neemt hij zijn spits in bescherming. “Ik zal altijd mijn spelers verdedigen. Een voor een. Wat ik echt denk, zeg ik hen wel onder vier ogen. Blijkbaar werkt dat, zo te zien.” Die laatste zin is niet toevallig gekozen. De bondscoach vond het niet fijn dat de Vlaamse pers zich afvroeg waarom hij geen psycholoog had meegenomen. Ten eerste gelooft Wilmots niet in psychologen. Ook houdt hij er niet van als iemand hem zegt wat hij moet doen of hoe hij zich moet gedragen. De dag daarop zal hij, voor hen die de boodschap nog niet begrepen hadden, praten over het vak psychologie dat hij volgde toen hij aan de sporthogeschool van Keulen zijn trainersdiploma haalde. “Ik vond dat het interessantste vak aan die opleiding”, laat hij fijntjes optekenen.

Hoewel hij Lukaku in bescherming neemt, tonen zijn antwoorden op vragen over Divock Origi aan wat hij echt denkt van het WK-debuut van de spits van Everton. “Lukaku heeft nu begrepen dat ik verwacht dat iedereen beschikbaar is. Je moet niet denken aan jezelf, maar aan het team. Alleen wie dat doet, heeft een kans om een goed WK te spelen.” Wat geldt voor Origi, geldt ook voor Lukaku. Maar waar Wilmots geen zin in heeft, is dat de discussie Lukaku of Origi de nationale ploeg gedurende de rest van het WK achtervolgt. Dus kiest hij ervoor om tegen Zuid-Korea géén keuze voorin te maken. Geen van beide spitsen komt aan de aftrap, en wanneer toch een diepe spits moet invallen, is dat Origi. Lukaku geeft geen kik. In de mixed zone na de match weigert hij kordaat maar beleefd en glimlachend elke vraag. “Binnen veertien dagen vertel ik alles.”

Dat zal niet nodig zijn. Wilmots had het hem voorspeld: “Jouw kans komt nog.” In het begin van de verlengingen gooit hij hem in de strijd. En al onmiddellijk laat hij zich opmerken. Een kans, daarna een assist bij het eerste doelpunt en uiteindelijk besluit hij zelf op een pass van Kevin De Bruyne. We zien hem springen, lopen, zijn ploegmaats omhelzen en dan naar de camera sprinten. De boodschap is ontroerend: “Ik hou van je, papa.” In de mixed zone triomfeert Wilmots. Zijn ingrepen zijn alweer beslissend en zijn talent als motivator heeft weer gewerkt. Wie zei dat er een psycholoog nodig was?

Duitsland vermijden of niet?

Soms twijfelt Wilmots, in andere situaties dan weer niet. Terwijl men had verwacht dat hij aan het rekenen zou zijn geslagen om uit te vissen hoe het best Duitsland te vermijden, blijft hij zijn reputatie van Kampfschwein getrouw. “Op een dag moet je toch tegen een topploeg aantreden. Of we Duitsland nu treffen of de volgende keer, dat maakt niets uit.” Het zijn tegelijk woorden die zijn ambitie onderstrepen, of gewoon het verlangen om tegen het land uit te komen waar hij de mooiste pagina’s uit zijn spelersloopbaan heeft geschreven, en waar hij graag zijn cv als trainer wil presenteren. “Ik reken niet. Laat dat duidelijk zijn. Denk je dat ik mijn wedstrijdvoorbereiding ga aanpassen in functie van de eindrangschikking van Duitsland? Voetballen we straks tegen de Duitsers? Mij goed. Tegen iemand anders? Ook goed. In de bus keken de spelers naar Portugal-VS. Bij elke goal veranderden ze van mening over wie ze in de volgende ronde wilden treffen. Rekenen staat niet in mijn woordenboek.”

Toch moet hij ook zorgen dat zijn troepen fris blijven, want met een eerste plaats in de groep zetten de Belgen koers naar de klamme hitte van Salvador de Bahia. Daarom voert Wilmots, die niet wil horen praten over een B-team, liefst zeven vervangingen door tegen Zuid-Korea. Zodra Rusland geklopt is, deelt hij zijn spelers mee dat hij gaat roteren. Twee dagen voor die derde WK-wedstrijd waarschuwt de man die doorgaans pas de ochtend van de wedstrijd (of de avond tevoren, als er ’s middags gespeeld wordt) zijn team bekendmaakt, een paar spelers dat ze zich moeten voorbereiden om te starten. Uiteindelijk verrast hij nog iedereen wanneer hij begint zonder diepe spits en Adnan Januzaj laat debuteren op rechts en Dries Mertens op links. Ook in deze opstelling is dat goed voor winst. Opnieuw is de buitenlandse pers niet overtuigd van het spel, maar men looft het tactisch vernuft van Wilmots die al twintig spelers opgesteld heeft zonder dat dat op het rendement woog. De kers op de taart is dat hij erin geslaagd is om Jan Vertonghen weer helemaal te lanceren. Eens te meer een bewijs dat hij geen psycholoog nodig heeft.

Het nieuwe gespreksthema na Zuid-Korea wordt frisheid. Al vaker haalde hij aan dat een WK lang kan duren. “Het was een voordeel dat onze derde wedstrijd niet beslissend was. We zijn niet te diep in onze reserves moeten gaan.” Maar toch trekken er een paar donkere wolken over de verdere voorbereiding van de achtste finales. Stilaan komen er een paar blessures. Vooral de verdediging wordt getroffen. Kapitein Vincent Kompany verdwijnt even uit beeld. Niet dat Wilmots panikeert. “Voor elke blessure heb ik een oplossing. Ik stel Kompany maar op als hij honderd procent is.” En honderd procent was hij!

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE IN MOGI DAS CRUZES EN SALVADOR DE BAHIA

“Je moet niet denken aan jezelf, maar aan het team. Alleen wie dat doet, heeft een kans om een goed WK te spelen.”

“Voor elke blessure heb ik een oplossing.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content