Lang voor Kevin De Bruyne, Romelu Lukaku en Eden Hazard de Premier League veroverden, zochten nog andere Belgen het ultieme voetbalgeluk over het Kanaal. Een anekdotische wandeling langs het parcours van vier Belgische pioniers in de Premier League (*).

MARC DEGRYSE SHEFFIELD WEDNESDAY (1995/96)

Een jaar na het vertrek van Luc Nilis (PSV) en Philippe Albert verliet ook Marc Degryse Anderlecht, dat hem zes jaar eerder voor 90 miljoen frank (2,25 miljoen euro) bij Club Brugge had weggekocht.

MARC DEGRYSE: ‘Ik was 30 jaar en had Sheffield maar 70 miljoen frank (1,75 miljoen euro, nvdr) gekost, waardoor het verwachtingspatroon laag was. ‘Een goedkope speler kan niet goed zijn’, redeneerden ze. Maar: ik tekende er het beste contract uit mijn carrière, het dubbele van wat ik bij Anderlecht verdiende.

‘Als buitenlander was het niet vanzelfsprekend om je meteen te integreren, maar in tegenstelling tot Dan Petrescu en onze twee Serviërs sprak ik wel de taal. School-Engels, ja, maar beter verstaanbaar dan het dialect van de Schotten of Ieren in de kern. In het begin vond ik het heel vreemd dat de jeugdspelers onze kleedkamer moesten schoonmaken. We hadden elk een apprentice, die ’s morgens vroeg of we koffie of thee wilden, onze schoenen poetste en de uitrusting voor de training klaarlegde.

‘Dat ik voor de nationale ploeg had gespeeld, dwong binnen de spelersgroep wel respect af, al moest ik me aanpassen aan de manier van voetballen. De manager zei dat ik meer zelf mijn kans moest gaan in plaats van passes te geven. Ik speelde er achter de diepe spits, David Hirst, een kerel die pinten kon drinken alsof het water was. De Engelse cafémentaliteit, met z’n allen naar de pub: Mark Bright, die nu voor de BBC werkt, Chris Waddle, Des Walker of Regi Blinker, eentje die er ook graag bij was.

David Pleat, de manager, was enorm dictatoriaal en kon spelers zelfs in de groep met de grond gelijkmaken. Geen compassie, maar op bepaalde momenten kon hij de groep ook loslaten. Ik herinner me een match die we wonnen, waarna hij zei: ‘Ik heb twintig vliegtuigtickets geboekt. Jullie mogen vier dagen met z’n allen naar Marbella. Volgend weekend spelen we tegen Tottenham Hotspur.’

‘Heel vreemd, net zoals hij het niet nodig vond dat spelers zich voor een wedstrijd opwarmden. Steve Nicol, een echte rosse met een wit vel, ging tijdens de opwarming naakt in een bad met kokend heet water zitten… Toen we opnieuw in de kleedkamer kwamen, zag hij eruit als een gekookte kreeft. Zó rood! Maar: kleren aantrekken en negentig minuten alles geven.

‘Veel goede herinneringen. Ik speelde een vrij goed seizoen en maakte redelijk wat doelpunten (8 in 34 matchen, nvdr), alleen was ik niet gewend om te verliezen. Bij Club of Anderlecht verloor je een match of 5 per seizoen, bij Sheffield 18. Daar had ik het enorm moeilijk mee. Toen er belangstelling van PSV was, ben ik vertrokken, ook al moest ik financieel ongeveer een derde inleveren. Een verkeerde beslissing.’

PHILIPPE ALBERT NEWCASTLE UNITED (1994-1998)

Na twee seizoenen Anderlecht en evenveel landstitels tekende Philippe Albert (Profvoetballer van het Jaar en Gouden Schoen in 1992) op de dag van zijn 27e verjaardag een contract bij Newcastle United. The Magpies betaalden om en bij de 3,7 miljoen euro.

PHILIPPE ALBERT: ‘Mijn eerste match in Engeland herinner ik me nog heel goed, dat was een verplaatsing naar Leicester. Ik was direct verrast door het ritme, de intensiteit. In Engeland rekende men niet en hield men ook geen rekening met de tactiek van de tegenstander – iedereen speelde er 4-4-2. Sommige matchen kenden een verloop dat ik in België nooit meegemaakt heb, zoals 0-3 achter staan op twintig minuten voor het einde en nog met 4-3 winnen. We gaven ons volledig, zonder dat er veel ideeën achter zaten. Ik heb daar bijvoorbeeld nooit een videoanalyse gehad, niet onder Kevin Keegan en niet onder Kenny Dalglish. De tegenstander deed er niet toe. Toen we tegen het Barcelona van Rivaldo speelden in de Champions League, kwamen we gewoon anderhalf uur voor de match naar het stadion, alsof er niks speciaals aan de hand was en zonder dat ons gewezen werd op de kwaliteiten van de tegenstander. Ik heb natuurlijk wel fysieke veldslagen meegemaakt, we trokken elke week ten oorlog. Ik moest optornen tegen spitsen als Alan Shearer van Blackburn, Eric Cantona van Manchester United en Les Ferdinand van QPR. Het ging er hard aan toe, maar correct. En na de match zaten we samen met de andere ploeg in de spelerszaal en dronken we samen een glas. Dat zat zo in de cultuur daar.

‘Eén keer per maand gingen we met de ploeg op restaurant. Dan zetten we de bloemetjes weleens buiten, maar de dag erna gingen we er flink tegenaan op training. Sommigen kregen een speciaal regime, zoals David Ginola of Faustino Asprilla, maar anderen, zoals DarrenPeacock of ikzelf, moesten werken. Maar daar heb ik nooit een probleem mee gehad. De jongens die een wedstrijd voor ons konden beslissen, moesten in het weekend fris aan de aftrap komen.

‘Ik heb het nog meegemaakt dat het grote geld zijn intrede deed in de Premier League. Toen Shearer naar Newcastle kwam, kreeg hij 20.000 pond per week – daarmee was hij de bestbetaalde speler in de competitie. Tegenwoordig moet je die cijfers maal tien doen. Gelukkig werden we in Newcastle nogal gespaard door de tabloids, die zich vooral in Londen, Manchester en Liverpool ophielden. Ginola en enkele anderen werden weleens door het slijk gehaald, maar zonder dat het al te erg werd. Dat soort pers bestaat al sinds Georges Best, dat zit daar ook in de cultuur.

‘Ik voelde me thuis in die competitie, want het waren wedstrijden voor mannen. Tegen Wimbledon en Vinnie Jones spelen, dat was wat. Voetballen kon hij niet, maar het was een vechter, een leider, en hij zette die vechtlust over op zijn ploegmaats. Tegen John Fashanu wist je dat je in elk duel een elleboogstoot kreeg. Vandaag kan dat allemaal niet meer. Soms zie ik wedstrijden in België en vraag ik me af of dat nog voetbal is.’

NICO CLAESEN TOTTENHAM HOTSPUR FC (1986/88)

Na een seizoen VfB Stuttgart keerde Nico Claesen in de zomer van 1985 terug naar België (Standard), een jaar later begon hij bij Tottenham Hotspur aan zijn tweede buitenlands avontuur.

NICO CLAESEN: ‘Rik De Saedeleer liet tijdens het WK in 1986 mijn naam vallen bij David Pleat, die in Mexico gastcommentator voor de BBC was en de nieuwe manager van Tottenham zou worden. Ik heb lang de boot afgehouden. Mijn vrouw had absoluut geen zin om naar Engeland te vertrekken, maar toen ik na twee seizoenen naar Antwerp kon, wilde ze niets liever dan in Londen blijven.

‘Het was alsof elke dag een zondag was. Er was altijd wel iets te beleven. We werden uitgenodigd voor filmpremières, onder andere van Fatal Attraction, waar we backstage met MichaelDouglas konden spreken. Een concert bijwonen van Lionel Richie of Madonna? Geen probleem. Als speler van Tottenham liep je zomaar binnen bij Stringfellows, de befaamde privéclub in Covent Garden, waar de grote film- en muzieksterren over de vloer kwamen. Tom Jones, George Michael of Elton John, die toen nog voorzitter van Watford was en onze spelersgroep na de match op Vicarage Road op een geïmproviseerd concert trakteerde.

‘Door de snelle opeenvolging van wedstrijden trainden we amper. Zelfs de voorbereiding, waarin je normaal toch een conditionele basis moet leggen, was een lachertje: 14 oefenwedstrijden op 14 dagen! Een plezante spelersgroep, die zich vooral wilde amuseren. Of, zoals de manager het zei: ‘Enjoy yourself and make it happen.’ In de kleedkamer werd zelden over voetbal gepraat. Ray Clemence, onze doelman die meer dan zestig matchen voor de nationale ploeg had gespeeld, was een notoire gokker en sprak over niets anders dan de paardenraces.

‘Toen we ons in 1987 voor de finale van de FA Cup plaatsten, namen we met de Londense rockers Chas & Dave het nummer Hot Shot Tottenham op, dat uiteindelijk op de achttiende plaats in de Engelse hitlijsten heeft gestaan. Een leuke periode. We hadden er een huis gekocht, maar uit angst om met verlies te moeten verkopen, liet ik in mijn contract zetten dat ik van de club minstens het aankoopbedrag terug zou krijgen. We hebben het uiteindelijk voor het dubbele van de prijs kunnen verkopen.’ (lacht)

NICO VAESEN BIRMINGHAM CITY FC (2002/03 EN 2005/06)

Na een bescheiden parcours in eigen land bij Eendracht Aalst en Cercle Brugge trok Nico Vaesen in 1998 naar Huddersfield Town, een club uit Division One, de Engelse tweede klasse. Vier jaar erna keek hij met Birmingham City de sterren uit de Premier League in de ogen.

NICO VAESEN: ‘Er werd in Birmingham toch al iets wetenschappelijker getraind dan bij Huddersfield, waar we tijdens de voorbereiding bijna neervielen:’s morgens lopen en na de middag in het krachthonk zo veel mogelijk kilo’s duwen. Ouderwets, maar dat behoorde tot hun voetbalcultuur. Net zoals ze na die zware trainingen gewend waren om met z’n allen de pub in te duiken. Ook hun voedingsgewoontes waren… apart. Mijn ploegmaats keken nogal vreemd op toen ik mijn fruitontbijtje oplepelde, terwijl zij eggs, bacon, beans, bloedworst en patatten naar binnen speelden.

‘Toen ik tijdens de onderhandelingen vroeg wie de keeperstrainer was, keken ze vol ongeloof: een speler die niet méér geld vraagt maar wil weten met wie hij zal samenwerken. Dat hadden ze blijkbaar nog niet meegemaakt… (lacht) De rol van de doelman was ook anders. Een terugspeelbal controleren en in de voeten van een van onze verdedigers proberen te spelen, was totaal niet nodig. ‘Geef er maar een lel op!’

‘Een geweldig seizoen, waarin we voor het eerst in 17 jaar de stadsderby tegen Aston Villa wonnen. Twee keer zelfs! 3-0 thuis en 0-2 in Villa Park. Toen we het tweede doelpunt scoorden, stormden de supporters in het vak achter mij met z’n allen het veld op. Ik heb zelden zo veel spanning gevoeld als tijdens de derby in Birmingham.

‘Ik herinner me nog een match op Millwall, het seizoen ervoor, toen we ons op The Den in de allerlaatste minuut kwalificeerden voor de finale van de play-offs. Onwaarschijnlijk intimiderend. Na de match zaten we drie uur in onze kleedkamer opgesloten, terwijl supporters buiten met de politie aan het vechten waren, een pub in brand werd gestoken en auto’s op hun dak belandden. En toen we met de bus vertrokken, werden we ook nog eens met stenen bekogeld. Heel intimiderend. Maar tegelijk uniek.’

(*) Op 23 september 1991 besloten de 22 clubs uit de First Division om zich van de Football Association af te scheuren. Daardoor werd de Football League van vier naar drie afdelingen afgeslankt en zag een nieuwe format (1992/93) het levenslicht: de Premier League, die zou uitgroeien tot een miljardenbusiness.

DOOR THOMAS BRICMONT & CHRIS TETAERT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Steve Nicol, een echte rosse met een wit vel, ging tijdens de opwarming naakt in een bad met kokend heet water zitten… Hij zag zo rood als een gekookte kreeft!’ MARC DEGRYSE

‘Voetballen kon Vinnie Jones niet, maar het was een vechter.’ PHILIPPE ALBERT

‘Na de match in Watford trakteerde Elton John, de voorzitter, ons op een concert.’ NICO CLAESEN

‘Mijn ploegmaats keken vreemd op toen ik mijn fruitontbijtje oplepelde.’ NICO VAESEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content