‘Geef mij maar de rol van outsider’

© belgaimage

De amper 22-jarige Dylan Bronn van AA Gent veroverde met Tunesië een WK-ticket. De centrale verdediger beleefde een atypisch parcours vooraleer hij prof werd: ‘Een paar jaar geleden bezorgde ik met een kleine scooter nog sushi aan de Côte D’Azur.’

Lang geleden dat we nog zo veel opgewektheid en hartelijkheid zagen, met een heerlijke open babbel van bijna anderhalf uur tot gevolg. Het mag duidelijk zijn dat Dylan Bronn geen tijd meer wil verliezen. Tussen zijn vierde en negentiende kwam de verdediger-zonder-kapsones uit voor AS Cannes, de club waar ook Zinédine Zidane en Patrick Vieira hun carrière begonnen. Maar na drie wedstrijden in de eerste ploeg bij de toenmalige vierdeklasser volgde het faillissement en zette de fairplaycommissie Cannes terug naar de achtste afdeling.

Twee jaar later (in het seizoen 2015/16) praat Cannescoach Cedric Lubasa over Bronn met zijn jeugdvriend Eddy Torest. Die wordt makelaar van Bronn en zorgt voor enkele testen bij betere clubs. Zo komt er weer wat licht aan het einde van een donkere voetbaltunnel. Bronn, zoon van een moslima en christen, die elk oor opsmukt met een briljantje, herhaalt met veel synoniemen hoe trots en blij hij momenteel wel is. Aan zijn rechterhand een zegelring met een duidelijke verwijzing naar Boeddha. ‘Iets goeds. Het zorgt voor vrede en innerlijke rust.’

Twee testmogelijkheden, bij Auxerre en Reims, liepen faliekant af. Wat denk je dan?

DYLAN BRONN: ‘Dat was moeilijk. In mijn hoofd probeerde ik de rekenoefening te maken: Cannes had de ambitie om stap voor stap terug te keren naar een hoger niveau. Dat zou betekenen dat we tien jaar nodig hadden voor de Ligue 1. Een beetje grappig, want dan zou ik al 30 zijn. Ik moest en zou dus een andere weg inslaan. Mijn broer nam me bij de hand, we deden extra trainingen. Dankzij hem boekte ik zoveel vooruitgang. Ik ging lopen en deed bijkomen specifieke voetbaloefeningen. Als 20-jarige moest ik proberen om ergens serieus aan de slag te gaan. Ik had altijd, ergens in een hoekje van mijn hoofd, de bedoeling om fulltime prof te worden.’

Over welke diploma’s beschik je?

BRONN: ‘Dat van de humaniora, maar ik deed ook een eindexamen STMG (Sciences et Technologies du Management et de la Gestion) in technologie en management. Dat hielp me niet veel verder, maar ik heb het papier wel. Daarna bezorgde ik met een kleine scooter nog sushi aan de Côte D’Azur. Straf, hé! (lacht) Die leveringen in Cannes, dat was gedurende anderhalf tot twee jaar. En eerlijk waar, het was een mooi leven. Ik werkte en ondertussen woonde ik nog thuis. Vooral in de zomer deed ik dat. Het leidde tot een echt vakantiegevoel. In de middag en ’s avonds hard doorgaan, om tussentijds dan met mijn vrienden naar het strand te trekken. En ik mocht eten wanneer ik wilde. Mijn baas vroeg me enkel eens langs te komen met mijn ploegmaats zodra ik prof zou zijn. Nu is dat wat te ver… (grijnst) Ik verdiende niet veel met die dienst, maar ik had ook nog het amateurvoetbal ernaast.’

Schrik

Alles kwam in stroomversnelling toen tweedeklasser Niort je in de zomer van 2016 uitnodigde voor een proefmoment.

BRONN: ‘Dat duurde drie tot vier dagen en was meteen overtuigend, ook al vroegen ze me aanvankelijk om aan te sluiten bij de invallersploeg. Ik stelde me geen vragen, want ik had niks te verliezen. Mocht het niet lukken, dan zou ik – zoals voorzien – terugkeren naar mijn ouders. Tot er plots een telefoontje kwam van hun trainer van de A-kern, Denis Renaud. Hij vroeg me zo snel mogelijk af te komen vanuit Cannes, want centraal in de verdediging zat hij tijdens de voorbereiding met twee geblesseerden. De kans van mijn leven, echt uitzonderlijk. Ik had dat nooit verwacht.

‘De volgende ochtend nam ik meteen de wagen, voor een rit van meer dan acht uur. Ik rij graag, dat was dus geen erg. En zeker niet voor zoiets.

‘De hele tijd mocht ik met hen meetrainen. Het lukte aardig. Ik verwachtte het moment dat de coach me zou zeggen dat ik moest terugkeren naar de invallers. Telkens hij naar mij kwam, had ik schrik. (grijnst) Uiteindelijk bracht hij me nooit die boodschap. De situatie bleef zoals ze was.’

Op de eerste speeldag kwam je zelfs als titularis centraal in de defensie aan de aftrap tegen RC Lens, een club met geschiedenis. Hoe beleefde je dat allemaal?

BRONN: ‘Ik bekeek hun shirt, zag hun vlag en dacht: ‘Dan toch!’ In feite stelde ik me daar niet te veel vragen bij. Doe ik nooit. Ik kreeg ook niet de tijd om veel te rekenen. Ik probeer gewoon elke kans te grijpen.

‘We beleefden een prachtseizoen, een tiende plaats was uitstekend. In de achtste finales van de beker werden we zelfs uitgeloot tegen PSG. Ik zat in de kleedkamer en hield mezelf voor: ‘Allez, we gaan ervoor!’ Mijn hele familie was overgekomen uit Cannes. Een echt feest. Het weer was niet bijster goed, maar dat kwam ons prima uit. We speelden een sterk duel. Slechts op het einde verloren we met 0-2, nadat zij Edinson Cavani hadden ingebracht. Het belangrijkste was dat we onze fans en de stad fier konden maken door onze prestatie. Iedereen kende nu Niort.’

Notenleer

Hoe kreeg je de voetbalpassie mee?

BRONN: ‘Op de speelplaats van de school speelden we de hele tijd. Eigenlijk was er niets anders dan voetbal, ook al deed ik even aan notenleer. Mijn mama dwong me daartoe. Alleen begrijp ik er echt niks van. (lacht) Mijn voetbalidool was Thierry Henry. Dat kan misschien bizar lijken, omdat het over een aanvaller gaat. Ik was altijd verdediger, ook al speelde ik enkele keren verdedigende middenvelder of rechtsback. Maar anders ben ik een pure centrale verdediger. Alleen als ik met vrienden nog eens voetbal, sta ik in de spits. (grijnst)

‘Ik kom uit een wijk die Ranguin heet en deel uitmaakt van La Bocca. Een populaire buurt. Daar speelden we buiten, op beton. Ik kom uit een bescheiden milieu. Vanaf het moment dat mijn ouders iets meer financiële mogelijkheden hadden, kochten ze een huis iets verder, maar nog altijd in de buurt van de wijk. Het was mijn moeder die me vanaf mijn vierde aansloot bij AS Cannes. Dat zal voor altijd de club van mijn hart blijven.’

Vanaf wanneer kwam het besef dat voetbal je hoofdjob kon worden?

BRONN: ‘Toen ik begon met opeenvolgende wedstrijden af te werken in Niort. En vooral toen ik mijn eerste echte profcontract tekende. Dat stukje papier vertelde me dat het mijn beroep werd. In het begin bleek het gewoon om een amateurovereenkomst te gaan. Dat was niet erg, ik had niets te verliezen. Anders zou ik terugkeren naar Cannes. Wij vormen als familie een hechte groep. Daar zou ik zo ook gelukkig zijn. Ik heb een oudere zus van 28 en een broer van 25. Mijn mama noemde me ouistiti (een soort dwergaap, nvdr), omdat ik altijd bezig was met gekke streken. Zij vangt momenteel bejaarden op bij ons thuis. Aan tafel is er dus altijd veel volk.’

Door vanuit het amateurvoetbal op te klimmen, ben je vandaag ook zo nuchter en realistisch?

BRONN: ‘Klopt. Geef mij maar de rol van outsider, of die van de underdog. Zodra ik op het veld sta, denk ik eraan vanwaar ik kom. Nooit zal ik veranderen, voor niets ter wereld, ook al sta ik helemaal boven of helemaal onderaan de ladder.’

Duizend per uur

Wanneer je in een professionele kleedkamer komt, heb je geen minderwaardigheidsgevoel?

BRONN: ‘Neen, helemaal niet. Ik ben er fier op dat ik van zo laag kom. Ik hou ervan dat ze niks van mij verwachten.’

Wat veranderde er sinds je komst eind juli bij AA Gent, dat je meteen een vierjarige verbintenis voorschotelde?

BRONN: ‘Ik werd snel gewaar dat ik in een totaal andere wereld was terechtgekomen. De club, de verwachtingen, het stadion, de trainingscomplexen… Zelfs in Frankrijk had ik nog nooit zoiets gezien als de Ghelamco Arena. Toen ik daar aankwam, stond ik echt met open mond te kijken. Ik bekeek zelfs de zitjes op de invallersbank, waarin het logo werd geborduurd. (lacht luidop) Ik geloofde echt niet wat ik zag.

‘Op het veld moest ik me vooral aanpassen aan de hogere intensiteit en het tempo. Het ging aan duizend per uur, zo voelde het aan. Vooraleer je de bal hebt, moet je al info hebben opgeslagen om je actie verder te zetten. Tegen Charleroi wist ik dat nog niet. Amary Baby kwam eraan, gaf me een stamp en nam de bal, het was gedaan. De basis is dus dat je al het overzicht hebt vooraleer je de bal ontvangt.

‘Ik ben heel zelfkritisch ingesteld. Als het team wint, ben ik tevreden, maar ik zal altijd wel iets vinden dat ik mezelf verwijt. Achteraf herbekijk ik ook constant mijn wedstrijden, op een gespecialiseerde voetbalwebsite. Dan analyseer ik mijn passing, mijn tussenkomsten, echt alles. En dan besef ik snel dat ik echt nog niks waard ben. Soms moet ik iets eenvoudig doen, maar moet ik vaststellen ‘wat doe je daar nu?’, hetgeen me enorm helpt om te verbeteren. Vooral qua kracht heb ik nog een lange weg af te leggen. Ik denk dat ik hier over de dunste kuiten beschik. Ik probeer ook rechterflankverdediger te worden. De passlijnen afsnijden, daar hou ik van. Mijn voorbeelden als centrale verdedigers zijn Thiago Silva, want ik bewonder spelers die nooit panikeren, en Raphaël Varane, door zijn snelheid.’

Nochtans telde AA Gent maar liefst 1 miljoen euro neer, terwijl ook AS Saint-Etienne al eens voorzichtig had gepolst. Toch een bewijs dat ze sterk in je potentieel op termijn geloven?

BRONN: ‘Enorm, dat transferbedrag. Het zorgt zelfs voor schrik, want dat is echt te veel. Met de familie lachen we daar soms om. Ik blijf een menselijk wezen en ben eigenlijk nog niks waard. Vandaar ook dat ik me helemaal niet bezig hou met alle extrasportieve zaken. Ik heb daarvoor een zaakwaarnemer. En mijn broer, die in de juridische wereld werkt. Maar ik kreeg weinig tijd om na te denken over het voorstel van AA Gent. Eerlijk, vanaf het moment dat ik wist over de interesse, wilde ik meteen afkomen. Ik was er niet van op de hoogte dat ze me volgden. Een prachtige verrassing. Bij Niort gunden ze me voluit deze overgang. Tal van ploeggenoten zeiden me: ‘Hier, we geven je een balpen en een papier, teken snel.’ (grijnst) Romain Grange en Jérémy Choplin, die al een prachtige loopbaan afwerkten, gaven hun zegen: ‘Je moet gaan. Indien nodig, dan maken wij persoonlijk je sporttas wel klaar.”

door Nicolas Taiana en Frédéric Vanheule – foto’s Belgaimage

‘Ik denk dat ik bij AA Gent over de dunste kuiten beschik.’ Dylan Bronn

‘Ik bewonder spelers die nooit panikeren, zoals Thiago Silva.’ Dylan Bronn

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content