RAEC Mons geraakt maar niet uit het dal geklauterd. Rond de club begint men zich vragen te stellen. Is Bergen überhaupt wel een voetbalstad? En houdt men intussen rekening met een eventuele degradatie?

Het contrast tussen de Grand Place – waar de kerstlichtjes flikkeren, de ijsbaan tientallen mensen vrolijk maakt en de kerstmarkt er gezellig bijligt – en het lager gelegen deel van de stad waar het Stade Charles Tondreau staat te verkommeren, kan niet groter zijn. Het is winter, de zon gaat snel onder en het stadion blijft alleen achter in de schaduw. Wachtend op betere dagen.

Het moge duidelijk zijn dat het niet goed gaat met RAEC Mons. De Draken staan troosteloos laatste in de Jupiler Pro League en hebben tot 30 november op hun eerste zege moeten wachten. Het syndroom van het derde seizoen steekt ook nu de kop weer op. Sinds hun eerste promotie naar eerste klasse – nu elf jaar geleden – zijn de Bergenaars er nooit in geslaagd om langer dan drie seizoenen na elkaar in eerste te blijven (zie kader). Voor aanvang van dit seizoen wees niets op een herhaling van dat scenario – vorig seizoen was het beste in de geschiedenis van de club – maar halverwege de competitie is RAEC Mons een versnipperd geheel. Een falend transferbeleid ligt samen met de demonen van het verleden aan de basis van die versnippering. Dat er van de organisatie waarvan de lijnen zorgvuldig werden uitgetekend na de vorige degradatie niet veel meer overschiet, heeft veel met de moeilijke omstandigheden te maken. Het heeft nooit echt op wieltjes gelopen in Bergen. Ook niet toen er goede resultaten werden gehaald met een schamel budget. Het mag niet verbazen dat het al te hoge kaartenhuisje nu dan toch instort.

De vraag is of de club zich nog een keer zal kunnen oprichten na een nieuwe degradatie. De vorige twee seizoenen in tweede klasse werden telkens aangevat met de ambitie om meteen weer te promoveren. Voorzitter Dominique Leone deed dan ook telkens meer dan zijn duit in het zakje. Ditmaal ziet het er wat dat betreft iets minder rooskleurig uit. Mons waande zich een stabiele eersteklasser – ze hadden geleerd uit de fouten van het verleden – en dan komt deze laatste plaats als een harde klap aan. Leone heeft simpelweg de energie niet meer om nog eens te herbeginnen. Je zou je kunnen afvragen of hij er de middelen nog wel voor heeft? Ook zijn bedrijf, BELREF Refractories, lijdt onder de economische crisis. Dat bleek althans in november toen Leone acht mensen op straat zette. De vakbonden verdenken Leone er trouwens van een paar kleine ontslaggolven te organiseren zodat de wet-Renault niet van toepassing zou zijn. De werknemers van zijn Franse filialen zijn dan weer technisch werkloos. Om maar te zeggen dat de sterke man van Mons, die in het verleden elke financiële put heeft gedempt, afgemat lijkt, al houdt hij samen met zijn zoon nog wel de nodige grip op de club. Het is moeilijk te voorspellen hoe Leone zal reageren in geval van degradatie. “Als hij zou vertrekken, zijn er twee mogelijkheden: of hij beslist de club te verkopen – en als hij geen overnemer vindt, blijft hij alsnog voorzitter. Of hij stopt met betalen en laat de club failliet gaan. Dat laatste zou de slechtste oplossing zijn voor de stad omdat we in dat geval een sportief project moeten heropbouwen”, verklaart Georges-Louis Bouchez, schepen van Financiën en sterke man van de MR.

Sponsors in de watten

RAEC Mons wordt gestopt in volle opmars, op het slechtst mogelijke moment. Een terugval die op termijn weleens tot de gevreesde degradatie zou kunnen leiden. “Dit hadden we nu echt wel kunnen missen”, aldus een medewerker van de club. “De plannen rond het nieuwe stadion leken eindelijk vorm te krijgen en de supporters begonnen zich meer dan ooit aan de club te binden.” En dan plots lijkt alles voor niets geweest. Nu blijven alleen de trouwste supporters nog over. “Men heeft het vaker over de mensen die er niet meer zijn dan over degenen die gebleven zijn”, hekelt een supporter die we in Taverne 44, recht tegenover het stadion, tegen het lijf lopen. De cijfers laten evenwel weinig aan de verbeelding over: ondanks een prijsdaling van de abonnementen van vijftien procent zijn er dit seizoen maar liefst twaalf procent minder supporters in vergelijking met vorig seizoen. “Je moet echt al veel zin hebben om te komen kijken want de resultaten zijn slecht, je loopt het risico je wagen stuk te rijden op de slechte wegen rond het stadion en er is amper ambiance”, voegt een andere supporter toe.

Zelfs de sponsors hebben het moeilijk om nog mensen te vinden die op uitnodiging een wedstrijd willen komen volgen. “Als je laatste staat, wordt het inderdaad moeilijk om de mensen te overtuigen om te komen kijken”, weet Ronald Gobert, die via zijn bedrijf Gobert Matériaux nu al 25 jaar sponsor is. Hetzelfde verhaal bij FrédéricBrasseur, sinds twee jaar sponsor met zijn bedrijf in zonnepanelen, Ecoparfait. “Het is iedere wedstrijd weer een strijd. Overtuig maar eens een klant om naar Mons-Lokeren te komen kijken. Dat was vorig seizoen al niet makkelijk en dit seizoen is dat er alleen maar moeilijker op geworden.”

Toch zijn zo goed als alle sponsors van plan om te blijven. Ze worden in de watten gelegd door de club en de sfeer in de businessseats blijft gezellig. “Als we klanten kunnen overtuigen om te komen kijken, vertrekken ze steevast weer met een goed gevoel”, zegt Brasseur. “Er zijn misschien wel minder genodigden, maar het is nu ook weer niet zo dat het hier een verlaten oord is. Er zit nog steeds volk aan de tafels”, weet Jacob Riis, baas van vertaalbureau Right Ink. Riis engageerde zich in september 2013. Hij liet zich overtuigen door de commerciële structuur die op poten werd gezet en nog het best van al tot zijn recht komt in Club 44, de eerste Waalse zakenclub die het overigens geweldig doet. December was nu net een iets minder goede maand, maar dat heeft meer met de eindejaarsperiode dan met de slechte resultaten in het voetbal te maken. De zakenclub heeft intussen al 770 leden en daarvan is Jacob Riis dus een van de laatst bijgekomen. “Ook al was het schip al enige tijd aan het zinken, we hadden geen idee dat de club zo’n slechte reeks zou neerzetten op het moment dat ik me engageerde als sponsor”, lacht Riis. “Ik heb me om twee redenen geëngageerd. Ten eerste om de club te steunen. Een ploeg hebben in de Jupiler Pro League is en blijft een geweldig uithangbord voor de stad Bergen. Dankzij het voetbal weten mensen heel snel waar ze Bergen moeten situeren. En hoe meer men over de stad praat, hoe beter voor de zaken. Maar ook Club 44 zelf was een reden om in dit verhaal te stappen. Deel uitmaken van een businessclub met tal van andere dynamische bedrijven kan ons alleen maar voordeel opleveren en deuren openen.”

Allemaal goed en wel, maar kan het dat RAEC Mons achteruit blijft boeren terwijl de businessclub blijft opleven? Dat kan, al blijft het voetbal wel de voornaamste aantrekkingspool. “Als we uitgaan van het idee dat we de club vooral willen ondersteunen, dan blijven we ook in geval van degradatie”, aldus Riis. “Maar ook al zou ik 7,5 op 10 geven als tevredenheidsscore, ik weet wel dat mijn klanten het liefst van al grote wedstrijden zien. Met tweedeklassepartijen lok je geen volk natuurlijk. We verwachten dan ook dat de club in geval van degradatie meteen weer naar eerste klasse promoveert”, erkent Brasseur. Ronald Gobert gaat nog een stapje verder. “Als mijn Nederlandstalige collega’s me aanspreken, zeggen ze steevast dat ik geen goede investering heb gedaan. De slechte resultaten vreten aan het imago van mijn merk. Wat ik in geval van degradatie zou doen? Het spreekt voor zich dat ik in tweede klasse niet zo veel ga investeren dan ik nu doe. Zelfs al blijft Mons alsnog in eerste, dan nog zal de orde van grootte van mijn investering afhangen van de analyse van het clubbestuur voor het komende seizoen. Wat er ook van zij, ik blijf sponsor omdat de club me nauw aan het hart ligt. De stad Bergen is ook belangrijk als beginpunt in de geschiedenis van ons bedrijf. Al gebiedt de eerlijkheid me wel te zeggen dat een verankering in Bergen intussen allang niet meer strikt noodzakelijk is. Wat we hier doen begint zelfs enigszins op een mecenaat te lijken.”

Catastrofe

Het gebrek aan stabiliteit bij Bergen (als het dit seizoen zakt, is dat de derde degradatie in tien jaar) zorgt ervoor dat de club telkens sponsordeals voor amper een jaar kan afsluiten. De commerciële cel zal het de komende maanden moeilijker dan ooit krijgen, want bedrijven overtuigen om ook in tweede klasse de club te blijven steunen, zal niet gemakkelijk zijn. Vanaf januari zal de club overigens twee budgetten opstellen: een budget in geval van behoud en een ander in geval van degradatie.

En dan is er nog de renovatie van het stadion. Minister André Antoine mag dan wel subsidies vrijgemaakt hebben voor de bouw van de twee laatste tribunes van het Stade Tondreau, mensen vragen zich nu af of het wel de moeite is om het geld van de belastingbetaler te spenderen aan de wederopbouw van het stadion van een bijna tweedeklasser. De stad – die lange tijd met de vinger werd gewezen door het bestuur van de club – heeft de zaken in handen genomen, maar daar horen een paar duidelijke eisen bij. De stad wil investeren in de club, maar alleen als Dominique Leone aan het roer blijft staan. “Als we het stadion afwerken, moet hij ons garanderen dat hij blijft. In geval van twijfel kunnen we de renovatie niet afwerken”, zegt schepen Bouchez. “Want als Leone vertrekt en we in tweede klasse zouden belanden zonder voorzitter zou dat een regelrechte catastrofe zijn. De stad zou in dat geval de club niet kunnen overnemen omdat we dan met een structuur zouden achterblijven die ons even veel kost als ons structureel deficit. Een overname door de stad zou dus betekenen dat het tekort verdubbeld wordt en dat is uiteraard ondenkbaar.” Het is natuurlijk wel zo dat áls Leone zou vertrekken, de stad (als eigenaar van de velden en gebouwen) verplicht zou worden om de zaken in handen te nemen. Laat dat nu net het scenario zijn dat het stadsbestuur te allen prijze wil vermijden. Zo kort voor de verkiezingen wil het stadsbestuur absoluut niet het etiket van doodgraver van de club opgeplakt krijgen. Al hebben ze het stadiondossier natuurlijk wel jarenlang laten liggen… “Zeggen dat de club nu staat waar ze staat omdat de renovatie van het stadion zo lang blijft aanslepen, zou overdreven zijn. Bij mijn weten speelde Mons vorig seizoen in hetzelfde stadion en toen werkten ze de beste campagne uit de geschiedenis van de club af”, verdedigt Bouchez zich. “Maar het klopt wel dat we de club de mogelijkheid moeten geven om zich verder te ontwikkelen. We mogen ons hoofd niet in het zand steken en onze verantwoordelijkheid ontlopen. We weten dat een club bepaalde zaken nodig heeft om te kunnen blijven groeien. Momenteel hinkt het stadsbestuur op twee gedachten: enerzijds kun je zeggen dat de club geen nieuw stadion nodig heeft, aangezien ze amper supporters hebben, anderzijds kun je zeggen dat nieuwe infrastructuur net meer fans zouden kunnen aantrekken.” Feit is dat een degradatie de tegenstelling er alleen maar groter op zal maken.

De stad wil wel verduidelijken dat het niet klopt dat ze de club niet zouden helpen. Als eigenaar van het stadion spenderen ze 62.000 euro aan energiekosten, 29.000 euro aan onroerende voorheffing, 45.000 euro aan het onderhoud, 50.000 euro aan de terreinen en komen ze ook nog eens voor 50.000 euro tussen in de sportstudies. Voeg daar nog eens de terbeschikkingstelling van vier agenten (151.000 euro) aan toe en je komt uit op een jaarlijkse bijdrage van 387.000 euro uit. En dan vergeten we nog de kredieten die de stad voor het stadion toekende en die al in het budget van 2014 zijn ingeschreven. Dat is bepaald niet slecht voor een club met een budget dat schommelt tussen de vijf en de zes miljoen euro.

In afwachting van dat alles hopen ze bij Bergen vooral op genereuze giften met Driekoningen, want degradatie zou weleens flink wat sporen kunnen nalaten. Op sportief vlak, maar ook op mentaal vlak en qua imago. “Een club in eerste klasse straalt positief af op de stad. En als je weet dat Bergen de op negen na grootste stad van het land is, kun je niet anders dan besluiten dat RAEC zijn plaats in eerste klasse heeft”, concludeert Bouchez.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

“Als het stadion af is, moet Leone blijven. Zelfs in tweede klasse.” Georges-Louis Bouchez

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content