Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Eén jaar na zijn vertrek is Bart Goor in Anderlecht verre van vergeten. Stelde Aimé Anthuenis misschien te weinig de brave Egyptenaar Tarek Saïd op ?

Stay or go

“Hoe kan,” zei ons begin deze maand Tarek Saïd, “pers of publiek nu oordelen of ik een goeie of een slechte ben ? Niemand ként mij. Ik heb wedstrijden nodig. Vijf, zes, tien na elkaar, van negentig minuten, niet van een kwartier of een halfuur. Dàn zal je Tarek zien.”

Het was de tijd dat op de een of andere manier in de media was verschenen dat Tarek Saïd op het lijstje stond van tien spelers die Anderlecht niet langer nodig had. “Of ik weg moet, weet ik niet”, repliceerde hij. “Niemand sprak mij daarover. Ik las het in enkele kranten en ook op internet, maar moet ik mij daar dan door laten leiden ?”

De vervanger van Bart Goor was toen nog maar twee keer aan de aftrap verschenen, tegen Charleroi (heenronde) en tegen Lommel (terugronde). Van zich laten spreken had hij alleen bij de invallers gedaan. Was het niet omdat hij een goal vanop zestig meter had gemaakt, dan omdat hij de geblesseerde keeper had vervangen, dan wel per ongeluk zijn tegenstander een been had gebroken. “Wedstrijden met de invallers zijn een goeie training voor mij”, sprak hij. “De trainer zegt : het eerste jaar is het moeilijk om meteen te spelen, je hebt wat kracht en fysiek nodig. Het was hier voor mij aan alles aanpassen. Aan de taal, het weer, de spelers, de trainer, het voetbal. Meer fysiek, agressiever, meer lopen, meer verdedigen. Maar nu ben ik aangepast, aan het voetbal en het leven. Ik hoop volgend seizoen op beter. Zegt Anderlecht mij : go. Oké, geen probleem voor mij. Maar niemand heeft mij gezegd : stay or go.”

Geen kleerkast

Tarek Saïd kostte Anderlecht vorige zomer 55 miljoen frank. Hij werd uitgebreid gescout en warm aanbevolen door Jean Dockx en Werner Deraeve. “Waarom hij weinig of niet wordt opgesteld, moet je de trainer vragen”, aldus Deraeve. “Misschien is het niet zijn stijl, wil hij grotere en sterkere spelers, maar ik weet wel zeker dat wij ons niet in Saïd vergisten. Wij waren ervan overtuigd dat na een paar maanden niemand nog over Bart Goor zou praten, want hij heeft alles om te slagen. Een technisch begaafde, redelijk snelle linksmidden, met loopvermogen en een goeie traptechniek. Geen kleerkast, maar een hele goeie voetballer. Wie meent dat een Egyptische speler fysiek niet klaar is om in België mee te doen, moet ginder maar eens gaan kijken. Ik kan je verzekeren dat er niet veel Belgen moeten meesjotten daar.

“Zo’n jongen moet alleen een week of vijf, zes de kans en het vertrouwen krijgen, maar dat is dus nooit gebeurd, hé. Misschien ook omdat hij een rustige, brave en zachtaardige gast is, niet iemand waarmee een trainer ambras riskeert als hij hem links laat liggen, begrijp je. Een voorbeeld. Toen bij de reserven op een dag na tien minuten de keeper geblesseerd uitviel en er geen reservedoelman op de feuille stond, zei hij : ik zal wel in de goal staan. Voor iemand die voor zijn plaats moet vechten, is dat een beetje té goed, té braaf, vind ik.

“Die jongen mag hier niet blijven, want hij is zijn tijd aan het verliezen. Ik zou hem nooit verkopen, maar ergens plaatsen voor een jaar. Dan zal je wel zien. Als Anderlecht Saïd verkoopt, zou het daar wel eens spijt van kunnen krijgen.”

Gouden Schoenen

En toen mocht hij opeens nog eens meedoen, niet op de positie van Bart Goor, maar op die van Alin Stoica. Zaterdag 20 april was het, eindeseizoenswedstrijd tegen Westerlo. Tarek Saïd scoort en heeft een voet in de twee andere goals; hij wordt de beste man op het veld genoemd. “Ik ben blij, zeer blij”, straalt hij na afloop. “Misschien word ik nu geen mislukte transfer meer genoemd, maar ik kan nog veel beter, hoor.”

Vertrouwensman zonder wie Tarek Saïd het dit seizoen niet had uitgehouden bij Anderlecht is Luan Ametaj, die samenwerkt met het makelaarsbureau van Hendrik Andersen. “Van Tarek Saïd,” zegt Mister Luan, “hebben ze in Anderlecht nog niks gezien. Rien ! Ook niet tegen Westerlo, neen. Dat was bijlange nog niet de Tarek die we van in Egypte kennen. Ik verzeker je : de dag dat Anthuenis hem het vertrouwen en een volwaardige kans geeft, wordt hij de ster van Anderlecht, wint hij de Gouden Schoen en is hij niet meer houdbaar.

“Van de directie heb ik nog niet gehoord dat Tarek op de transferlijst zou staan. Iedereen apprecieert hem, ook Constant Vanden Stock, alleen Anthuenis geeft hem opvallend weinig krediet. Hij verkiest fysiek boven techniek, hoor ik. Jongens die echt goed kunnen voetballen, hebben het moeilijk bij Anthuenis, wordt mij verteld, omdat hij catchers verkiest. Ik geloof ook niet dat Tarek ooit volop zijn kans zal krijgen op links, want dan kan hij Marc Hendrikx breken. Hij is het die Hendrikx heeft gewild, het is zijn speler, van zijn stal, snap je. Het ongeluk van Tarek is dat hij geen transfer van Anthuenis is.

“Waarom is Hossam niet naar Anderlecht gekomen ? Omdat hij had vernomen dat Anthuenis hem niet voor vol aanzag. En zie : Lazio Roma deed al een bod op hem, maar Ajax vraagt 21 miljoen euro, al vier keer meer dan de prijs waarvoor het hem kocht ( lacht). Ik hoop dat Anthuenis nu het geweer van schouder veranderd heeft. Nu, als Tarek volgend seizoen niet voluit zijn kans krijgt, dan zal hij het zijn die er alles aan zal doen om te vertrekken. Tot nu toe is hij heel vriendelijk geweest, heel geduldig, maar met zijn kwaliteiten en zijn visitekaartje mag hij niet té vriendelijk zijn. Tarek won de voorbije jaren alles, hé, meneer. Twee keer de Gouden Schoen in Egypte, topschutter, de Afrikaanse Champions League… Is 23 jaar en speelde al 45 interlands… Zo maak je iemand kapot, hein.”

Plus en min

“Saïd,” zegt Aimé Anthuenis, “was door bepaalde mensen aangekondigd als de opvolger van Goor, als een bétere Goor zelfs, maar uiteindelijk bleek dat hij toch moeilijkheden had met… met alles een beetje. Technisch heel sterk, maar voor het overbruggen van afstanden… Kracht tekort, vooral. Ik vind dat een centrale positie hem beter ligt dan tegen de lijn. Een type dat veel de bal opvraagt, veel aan de bal mòet zijn, zoniet wegkwijnt, zelden buitenom gaat, maar vooral de actie binnendoor zoekt… ja, dan kom je automatisch centraal uit.

“Saïd is een jongen die zeer positief is in alles en nog wat. Tegen Westerlo speelde hij een degelijke partij, maar wel in ideale omstandigheden : weinig pressing op de middenvelders, spelen en laten spelen. Eén punt, waar ook moeilijk aan te schaven is, ligt dus iets moeilijker : kracht en explosiviteit. Het is iemand voor de korte ruimte, wiens actie niet ver draagt. Eens hij moet vertrekken over twintig meter heeft hij het moeilijk. Ik vermoed ook dat hij enorm verrast is geweest door het fysieke aspect van het Belgisch voetbal. Het is een type dat bij balverlies weinig meespeelt, hé. Je moet hem niet vragen wat pressing te spelen; zelfs lage recuperatie is moeilijk.

“Of hij bij Anderlecht zal slagen, is moeilijk te zeggen. Hij heeft één groot pluspunt en één groot minpunt, de rest laat ik in het midden. Plus is : zeer sterk aan de bal. Min is : onder druk heeft hij het moeilijk in duel, en wordt hij nogal makkelijk van de bal afgezet. Je hebt fijne, magere spelers die toch krachtig zijn, maar bij hem is het een beetje zoals zijn zeer tenger figuur laat uitschijnen : geen krachtpatser. Dat is ook niet noodzakelijk, anders wek ik de indruk dat ik het louter voor lopers en fysieke mannen heb, maar én De Bilde, én Stoica, én Saïd… in zware wedstrijden zal dat niet simpel zijn, hoor.

“Het is niet zo dat hij benadeeld, achteruitgestoken is geweest. Hij kreeg niet veel kansen, maar dat is louter het gevolg van wat we op training en met het tweede elftal zien, én van de concurrentie van Hendrikx op links en Stoica en anderen centraal. Het is niet zo dat Saïd direct weg moet, maar dat hij voor volgend seizoen onze nummer 10 is, zeg ik niet.”

Vakantie

Volgende week vertrekt Tarek Saïd naar huis. Een maand vakantie, heerlijk vooruitzicht, want de voorbije twee jaar had hij geen dàg vakantie. “Op 29 juni deed ik nog een interland en op 1 juli begon ik te trainen met Anderlecht”, vertelt hij. “Ik was dood. Tuurlijk kijk ik nu uit naar vakantie, maar ik ben ook blij dat ik in mei nog met Egypte tegen Zuid-Afrika en Marokko kan spelen, want ik heb wedstrijden op niveau nodig.”

door Christian Vandenabeele,

“Het ongeluk van Tarek is dat hij geen transfer van Anthuenis is.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content