Waasland-Beveren was de afgelopen jaren een vaste klant in de kelder van het klassement. Dit jaar koos men op de Freethiel voor een andere aanpak. Kersvers voorzitter Dirk Huyck geeft uitleg bij de zes ingrediënten van de succesvolle tabula rasa.

‘De fundamenten van het huidige succes werden reeds vorig seizoen gelegd’, vertelt Dirk Huyck. Vorige week nam hij de voorzittersfakkel over van Jozef Van Remoortel. Huyck is een van de drijvende krachten achter de frisse wind die door de Freethiel waait. ‘Maar ik ben zeker niet de enige die ervoor gezorgd heeft dat er nu een andere koers gevaren wordt’, steekt hij van wal. ‘Ook Dirk Poppe heeft daar een behoorlijk aandeel in. Hij stopte vorig jaar als CEO van de club, maar schreef eind 2014 samen met mij een nieuwe sportieve visie die we nu in de praktijk proberen om te zetten. Dirk wist ook dat de club in verval was en dat er drastische veranderingen nodig waren.’

De raad van bestuur gaf vervolgens zijn goedkeuring voor de plannen van Huyck en Poppe. ‘Wat spelers betreft konden we nog niet meteen ingrijpen, want eigenlijk begonnen we pas rond maart te werken in de nieuwe structuur’, vertelt Huyck. ‘Wel richtten we een scoutingsapparaat en sportieve cel op. Op financieel vlak was er ook veel werk. Ik had verwacht dat we drie jaar nodig zouden hebben om alle problemen weg te werken, maar ondertussen hebben we twee derde al in orde gebracht. Financieel gezien gaat het dus sneller dan verwacht de goede kant op.’

Ondanks de positieve signalen wil Huyck niet te hard van stapel lopen: ‘Als we dit seizoen als veertiende eindigen, hebben we goed gewerkt. De komende jaren moeten we in ieder geval proberen het niveau te benaderen van Charleroi of Lokeren: stabiele clubs die soms meedoen voor play-off 1. Als je zegt dat je de volgende vijf jaar telkens tevreden bent met de tiende plaats, zullen weinig fans het daar warm van krijgen. Maar die stap zet je niet van vandaag op morgen.’

Op de Freethiel heeft men gekozen voor een andere aanpak in zes stappen, legt Huyck uit.

1 SCHAKEL MEER MENSEN IN

HUYCK: ‘Bij een nieuwe visie hoorde ook een andere structuur. Tot vorig seizoen moest CEO Dirk Poppe haast alles alleen doen. Die manier van werken is volgens mij niet meer mogelijk bij een eersteklasser. Daarom hebben we een sportieve cel in het leven geroepen met zes mensen, die dikwijls samenzitten en nadenken over de weg die de club op sportief vlak moet bewandelen. Welke spelersprofielen hebben we nodig? Hoe willen we volgend seizoen spelen? Wat zijn de mogelijkheden op de transfermarkt? Vroeger dacht men in deze club veel te weinig na over zulke zaken.

‘Ik vind het belangrijk dat er in die sportieve cel mensen met verschillende persoonlijkheden zitten. Zo krijg je diverse meningen, wat in sommige dossiers zeer belangrijk is. Ikzelf ben de eindverantwoordelijke van die cel, maar ook Danny De Maesschalck, Filip De Wilde en Daniël Declerck maken er – net als bestuursleden Hennie Van Gijsel en Gerry Smet – deel van uit. We haalden Filip erbij vanwege zijn link met de club, maar ook omdat zijn manier van werken bij de onze past: eerst rustig nadenken en dan pas beslissen. Daniël verdiende zijn strepen onder meer bij Zulte Waregem en is het hoofd van onze scouting. Onze coach, Stijn Vreven, zit niet in de sportieve cel, maar het spreekt voor zich dat we hem ook raadplegen als we een nieuwe speler willen.’

2 KIES DE JUISTE TRAINER

HUYCK: ‘Er waren meerdere zaken waarom we dachten dat Stijn goed bij Waasland-Beveren zou passen. Om te beginnen: zijn gedrevenheid. Stijn wil van elke situatie iets maken, altijd en overal. Die mentaliteit moest hij overbrengen op de spelers, wat tot dusver uitstekend gelukt is. Stijn bewees de afgelopen jaren ook dat hij heel goed met jonge spelers kan werken en dat hij hen beter kan maken. Cruciaal voor ons, want in die nieuwe sportieve visie spelen de jongeren een belangrijke rol. Zijn gedrag als mens heeft mij trouwens ook gecharmeerd. Want toen Ronny Van Geneugden vorig seizoen rond Nieuwjaar ontslagen werd, informeerden we al bij Stijn. Maar die wilde Lommel in het midden van het seizoen niet in de steek laten en besliste zijn contract er uit te doen. Wij vonden dat jammer, maar die loyaliteit siert hem wel.

‘Stijn had voor het begin van dit seizoen nog geen ervaring als coach op het hoogste niveau. In combinatie met een jonge spelerskern leek dat voor de buitenwereld een risicovolle onderneming. Maar ten eerste kan Stijn teren op zijn ervaringen als profspeler. Daarnaast hebben we hem bewust omringd met een uitgebreide technische staf waarin heel wat ervaring zit. Denk bijvoorbeeld aan Herman Vermeulen.’

3 GOOI ALLE ROTTE APPELS UIT DE MAND

HUYCK: ‘Ik stond vorig jaar misschien niet dicht genoeg bij de spelers om een volledig beeld van de kleedkamer te hebben, maar ik heb toch voldoende zaken gezien waardoor ik besefte dat de groep niet goed aan elkaar hing. Daarom hebben we grote schoonmaak gehouden. Er vertrokken liefst 22 spelers. Dat waren zeker niet allemaal rotte appels, maar het merendeel paste gewoon niet bij de toekomst van de club die wij voor ogen hebben: jong, Belgisch, ambitieus…. Die vele veranderingen leidden ook tot aparte situaties, zoals de uitmatch op KV Mechelen, waar alle basisspelers nieuwkomers waren.

‘Dit seizoen is er een goede groepssfeer, omdat we in eerste instantie op mentaliteit screenen. Pas als een speler op dat vlak bij ons past, onderhandelen we verder. Dat hoeven niet allemaal leiders te zijn die voorop gaan in de strijd, al heb je die natuurlijk ook nodig. Vorig jaar hadden wij op dat vlak alleen Milos Maric. Ondertussen is daar ook Gary Coulibaly bijgekomen. Dat zijn gasten die de anderen meetrekken op moeilijke momenten. In principe moeten we nog een tweetal extra spelers van dat kaliber aantrekken. Want als Gary en Milos een mindere dag hebben, kan dat afstralen op de anderen.’

4 VERANDER JE TRANSFERPOLITIEK

HUYCK: ‘De afgelopen jaren trokken we te veel spelers aan die hier kwamen uitbollen en we kozen ook te vaak voor huurlingen. Met huurspelers heb je altijd twee potentiële problemen. Ten eerste denken sommigen onder hen: als het hier dit jaar fout afloopt, ga ik gewoon terug naar mijn club. Zij voelen zich in dat geval absoluut niet verbonden met de club. Dat veroorzaakt het tweede probleem, want op die manier kan je van je fans niet verwachten dat ze zich met zulke spelers gaan vereenzelvigen. Huurspelers zijn bij ons geen taboe, maar ze mogen hoogstens vijf procent van de hele kern vullen. En er moet ook de mogelijkheid zijn om langer dan een jaar met hen te werken. Momenteel hebben we met Deni Milosevic (van Standard, nvdr) één huurling in de ploeg.

‘Er zijn nog zaken veranderd in onze transferpolitiek. We halen nu bij voorkeur jonge, Europese spelers – liefst Belgische – die we voor langere tijd aan de club binden. Olivier Myny is een goed voorbeeld: een jonge Belg met de juiste mentaliteit – er altijd wat van willen maken – en zijn manier van voetballen past bij Waasland-Beveren. Daarom verlengden we zijn contract. Myny moet een vertrouwd gezicht op de Freethiel worden en moet ook navolging krijgen. Zo krijg je stabiliteit en zullen meer fans zich achter de club scharen. Killian Overmeire van Lokeren of Seth De Witte bij KV Mechelen: de supporters van die clubs beschouwen die spelers als ‘een van hen’. Iedereen associeert die gasten ook met Lokeren en Mechelen. Zoiets moeten wij ook creëren.

‘Wat we niet meer willen, is dat het hier tijdens de zomer een kiekenkot is. De afgelopen seizoenen was het op de Freethiel in juli en augustus een komen en gaan van spelers. In de zomer van 2015 hebben we veel transfers gerealiseerd om de volgende jaren een kiekenkot te vermijden. Van de huidige kern heeft alleen Maric een aflopend contract, de rest ligt voor langere tijd vast. Daardoor zullen we volgende zomer minder werk hebben en zal de trainer bij het begin van de trainingen al over een nagenoeg volledige selectie kunnen beschikken. We moeten naar volgend seizoen toe in ieder geval niet meer alles afbreken en iets nieuws bouwen. De fundamenten zijn gelegd, de volgende fase van de bouw kan beginnen.’

5 INJECTEER EEN ANDERE MENTALITEIT

HUYCK: ‘Ik was enorm gefrustreerd toen we begin dit seizoen in de slotfase met 3-2 verloren van Anderlecht. Of toen we thuis niet voorbij Standard raakten. Een schril contrast met vorig jaar. Ik ga niet zeggen dat we toen in polonaise door de gangen liepen als we maar nipt verloren tegen een topclub, maar wel haalde iedereen zijn schouders op en zei: ‘Tja, het is geen schande om hier te verliezen.’ Ondertussen denkt niemand in de club nog op die manier en daarin heeft onze coach een groot aandeel. Het is niet omdat je minder budget hebt dan je tegenstander dat je niet kan winnen. Inzet en motivatie kunnen dat financiële verschil in heel wat gevallen compenseren. Het is echt niet gelogen dat we in haast alle matchen kansen op puntengewin hebben gehad.’

6 WEES NIET BLIND VOOR WERKPUNTEN

HUYCK: ‘Als onze club op lange termijn wil overleven, moeten we de infrastructuur verder onder handen nemen, maar dat kan alleen als het draagvlak groot genoeg is. Momenteel is dat niet het geval. Een club als de onze zou gemiddeld voor 6500 fans moeten spelen, af en toe in een vol huis. Maar ik heb er begrip voor dat de supporters nog niet massaal afzakken naar de Freethiel. We moeten ervoor zorgen dat ze weer redenen zien om zich te vereenzelvigen met de club.

‘Naast de infrastructuur is er ook op het vlak van jeugdwerking nog veel potentieel. Als een jonge speler van Waasland-Beveren naar Lokeren kan, beschouwt hij dat als een stap vooruit, terwijl onze accommodaties en trainingen zeker evenwaardig zijn. Dat jeugdspelers Waasland-Beveren als minderwaardig beschouwen, moet in de loop der jaren veranderen, want jeugdwerking zal steeds belangrijker worden. Zeker voor een club als de onze.’

DOOR PHILIPPE CROLS – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content