Doe eens een ferme uitspraak en een zucht later is ze achterhaald. Zo gaat dat ook met de verzuchting van Erik Gerits, directeur organisatie van KRC Genk, verderop in dit blad. “We mogen doen wat we willen, de voorpagina van de nationale kranten halen we nooit. Alleen bij Het Belang van Limburg ligt dat anders.”

Zijn woorden zijn amper koud of ze zijn al door de werkelijkheid achterhaald. Vrijdag steekt Het Nieuwsblad in zijn editoriaal de loftrompet over het Genkse succesverhaal, zaterdag opent Het Laatste Nieuws met een lofzang op het Genkse succes in Europa: een voorpagina die in de Genkse clubarchieven bijgehouden zal worden. Want bij alle goeie cijfers die Genk de laatste jaren kan voorleggen (sportief en extrasportief), mist het heel erg de erkenning van buitenaf.

In de ogen van voetbalminnend België staat Genk nog altijd een trap lager dan de grote drie. Anderlecht, Club en Standard zijn nationale clubs. In Brugge is de voertaal al decennialang geen West-Vlaams meer, als gevolg van de fameuze Europese campagnes waarmee Club in de jaren zeventig nieuwe supporters in heel Vlaanderen ronselde. Ook in Anderlecht wordt niet alleen Brussels gepraat, maar alle varianten van Vlaams en Frans. En op Sclessin wordt niet alleen Luiks gepraat, maar klinken alle Vlaamse en Waalse dialecten door elkaar. Het maakt paars-wit en de Rouches nog steeds de interessantste keuze voor grote sponsors die het liefst één club uitkiezen waarmee ze ineens de hele Belgische bevolking kunnen bereiken, terwijl Club door investeerders allang niet meer als een West-Vlaamse voetbalclub wordt beschouwd, maar als een symbool voor heel Vlaanderen.

Zover zijn Genk en AA Gent nog lang niet. Zij blijven voorlopig opgesloten binnen de eigen provincie. AA Gent wil beginnen aan de verovering van Oost-Vlaanderen zodra er in het nieuwe stadion gespeeld wordt.

Genk is al FC Limburg, met 95 procent van zijn aanhang uit die provincie, maar is daar niet tevreden mee. Er wordt, meer dan voorheen, hardop gedroomd van de verovering van de Antwerpse Kempen, een stukje Nederland en Oost-Brabant. Daarvoor beschikt Racing over sterke troeven. Qua organisatie, comfort en faciliteiten is het samen met Anderlecht top in België. Waarschijnlijk is het na Nieuwjaar Belgiës enige ambassadeur in Europa. Dan hoopt de clubleiding stiekem dat jonge tv-kijkers in heel Vlaanderen gecharmeerd raken van blauw-wit, zoals decennia geleden Club, Anderlecht en Standard nieuwe supporters wonnen via de rechtstreekse tv-uitzendingen van hun Europese wedstrijden.

Dat idee om Limburg te overstijgen leefde nog niet toen ex-Winterslagvoorzitter Jan Vandermeulen begin 1988 opgebeld werd door Thyl Gheyselinck, de grote baas van de KS. Die wilde dat een deel van het geld dat bestemd was voor de reconversie bij de sluiting van de mijnen naar een nieuw project ging. Patro Eisden stapte niet mee in het project omdat sterke man Jos Vaessen tegen was. Maar Vaessen zou later met zijn financiële inbreng voor de stadionverbouwing Genk wel stappen vooruit brengen. “Zonder Vaessen was de fusie misschien mislukt”, gaf Vandermeulen zes jaar geleden toe. De fusieclub was geen onmiddellijk succes, om het zacht uit te drukken. De topaanwinst – Gerard Plessers,die teruggehaald werd bij de Duitse topploeg HSV – werd op het veld gesaboteerd, voor elke wedstrijd werd het aantal spelers van Winterslag en van Waterschei geteld, en al na één jaar zakte Genk kansloos. In die jaren rolden de bestuursleden vechtend over de vloer, emotie regeerde. Pas na de laatste promotie in 1996 kwam de kentering en ging de omzet omhoog. In 1994 bedroeg het budget amper 3,5 miljoen euro, vijf jaar later verdubbelde dat cijfer dankzij de verbouwing van het stadion. Vandaag bedraagt het budget 22 miljoen en is Genk een zeldzaam voorbeeld van een geslaagde fusie. Fans van 30 jaar en jonger herinneren zich de namen Waterschei en Winterslag alleen nog via mondelinge overlevering.

In nog geen 25 jaar heeft KRC Genk al flink wat prijzen gehaald, maar een Genks succes duurde nooit lang genoeg om ook fans en sponsors van buiten de regio te lokken. Dat kan nu anders worden, als Genk ook de volgende jaren sportief meedraait aan de top.

Bijna 25 jaar geleden werd de club opgericht op het puin van de steenkoolindustrie. Vandaag is KRC Genk als kmo een lichtpunt op het economische kerkhof Limburg.

Straks toch maar even kijken wanneer ze Europees spelen.

DOOR GEERT FOUTRÉ

Vandaag is Genk als kmo een lichtpunt op het economische kerkhof Limburg.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content