In het midden van de jaren tachtig was Geert Lermyte een aanstormend manager bij het KV Mechelen van John Cordier. Na meer dan tien jaar en diverse managementfuncties bij Beveren (’90-’93), Genk (’95-’96) en opnieuw Beveren (’99-’00), kwam Lermyte weer bij zijn oude club terecht. “In 2000 keerde Aad de Mos terug naar KV Mechelen en een bepaalde dag belde hij me met de boodschap dat het er een complete warboel was. Of ik wilde terugkomen. Na twee, drie maanden bleek al dat KVM terminaal was. Van sommige spelers wist Willy Van de Wijngaert, de voorzitter, niet eens dat hij ze gekocht had. Aad de Mos en ik wilden KVM echt redden. We vonden een Belgisch-Nederlandse investeringsgroep, maar uiteraard eisten zij wel inspraak. Willy weigerde echter pertinent om de macht te delen. Hij is een toffe man en ik heb alle respect voor hem, maar toen was het voor mij afgelopen. Vervolgens heeft Willy mij ontslagen zonder dat de raad van bestuur ervan wist. Hij gebruikte zijn zoon Marc, met wie hij nochtans in ruzie lag, om de tweede handtekening te plaatsen.”

Het faïlliet van KV Mechelen sloeg diep wonden. “Dat heeft me heel veel pijn gedaan en het kostte me veel tijd om dat te boven te komen. KV Mechelen was voor mij een kind. Ik nam volledig afstand van de voetballerij. Ik had een dégout van het Belgisch voetbal.” Waar loopt het dan mis ? “Het hele voetbal moet professioneler. Clubs moeten zich organiseren zoals een bedrijf, met managers die zich verantwoorden bij een raad van bestuur, met een degelijk dagelijks bestuur en een openheid van boekhouding. Het Belgisch voetbal is zeer aantrekkelijk voor het buitenland. Onze competitie is niet de sterkste van Europa en vormt dus een ideale springplank voor jong talent om daarna naar Italië, Engeland of Frankrijk te trekken. Daar kunnen wij centen aan verdienen. Die kan je dan investeren in een goede jeugdopleiding. Om een ideale mix te krijgen is er een realistische limiet nodig op buitenlandse spelers.”

Twee jaar lang concentreerde Geert Lermyte zich op zijn eigen managementkantoor, dat hij vijftien jaar geleden oprichtte, maar intussen bleef hij zijn binnen- en vooral buitenlandse contacten goed onderhouden. “Een jaar geleden stond ik een buitenlandse investeringsgroep bij en twee maanden geleden haalde ik mijn erkenning als Fifamakelaar. Ik kreeg intussen een aanbieding om met een andere makelaar, Jean-Claude Lagaisse, samen te werken. Mijn ambitie is om voetballers op een correcte manier te begeleiden : financieel, juridisch en medisch. Ja, ik ben klaar om er opnieuw in te stappen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content