Sport/Voetbalmagazine volgt dit seizoen een aantal buitenlandse toppers in het zog van de commentatoren van Prime. Met Gui Polspoel vlogen we naar Barcelona voor el Superclásico.

De klassieker tussen FC Barcelona en Real Madrid krijgt verschillende welluidende benamingen mee, de ene al met meer zin voor overdrijving dan de andere. Zo valt al eens de uitdrukking Derby van het Heelal te horen. Misschien liet de bedenker zich voor dat heelal inspireren door de bijnaam die de Madrilenen in hun glorieperiode een aantal seizoenen geleden droegen, Los Galácticos, maar een derby is het allerminst. Integendeel: Barcelona, dat is Catalonië en dat ligt in de geesten van de Catalanen nog veel verder van Madrid verwijderd dan de geografische 500 kilometers die hen in werkelijkheid van de hoofdstad scheiden.

De Catalanen hebben altijd al een eigen cultuur gehad en de tien miljoen Catalanen spreken hun eigen taal. De regio groeide zelfs uit tot het welvarendste en meest geïndustrialiseerde deel van Spanje, maar bepaalde machthebbers in Madrid hadden het niet zo op die zelfstandigheid begrepen. Vooral onder de dictatuur van Franco moest het creatieve en vrijheidslievende Catalonië flink inbinden. Daarbij groeide FC Barcelona uit tot een symbool van de eigenheid van Catalunya. De slogan van de club, die in gele zeteltjes in Camp Nou is verwerkt, luidt niet voor niets més que un club, méér dan een club. En Real is de aartsvijand, want de vertegenwoordiger van het Madrileense establishment.

Hoewel de politieke achtergrond van de rivaliteit afneemt, is die nog lang niet verdwenen. José Zapatero mag zich dan wel als eerste Spaanse premier ooit geout hebben als Barçafan, net voor aanvang van de wedstrijd wordt in Camp Nou nog een groot spandoek ontvouwd met daarop de duidelijke boodschap: Catalonia is not Spain.

Zes – één

Voor veel culers of konten – de bijnaam van de Barçasupporters – is vandaag dé dag. De blauw-roden hebben de voorbije twee seizoenen maar één puntje kunnen wegkapen in de Clásicos en de tijd voor de revanche is gekomen. Real draait niet en Barça is momenteel een pletwals. Gui Polspoel houdt er zelfs rekening mee dat we helemaal geen wedstrijd gaan krijgen. Als Barça acteert op het niveau van vorige week (4-0 tegen Valencia), dan is er weinig kruid tegen gewassen. Wie de midweekse nederlaag tegen Shakhtar als maatstaf neemt, dwaalt. Toen stond in een desolaat Camp Nou (amper 22.000 kijkers) een B-elftal op de mat, niet eens veredeld.

Real van zijn kant gaat door het stof. Drie nederlagen in vier competitiematchen kostten de kop van trainer Bernd Schuster. Hij werd vier dagen voor de topper vervangen door Juande Ramos, die meteen een eerste zege haalde tegen Zenit Sint-Petersburg. En dat is wél een mentale opkikker.

Op de frisse maar zonovergoten Ramblas, de wandelboulevard van Barcelona, is iedereen toch overtuigd van een klinkende overwinning voor de thuisploeg. Talloze winkeltjes prijzen rood-blauwe spulletjes aan, van vlaggen en sjaals tot zelfs strings met het Barça-embleem. Voor de echte culers

Op de regionale zender Canal 33 is het uren voor de match al voetbal wat de klok slaat. Er wordt gedebatteerd over de vermoedelijke opstellingen van beide elftallen en terloops wordt nog even de nadruk gelegd op de lekke defensie van Real: 24 tegentreffers in 14 matchen, slechts vier ploegen kregen er meer binnen. Geen wonder dat de krant La Gaceta bloklettert: “6-1”. Even verder lezen leert ons evenwel dat het niet gaat om een pronostiek, maar om de notering van Madrid bij de bookmakers. Bij een zege van Real kun je dus zesmaal je inzet verdienen. Dat is opmerkelijk hoog: geen hond gelooft in de kansen van los merengues.

Staande ovatie

De wedstrijd wordt gespeeld om tien uur ’s avonds. Wanneer we twee uur op voorhand naar Camp Nou afzakken, is het donker en is her en der de kerstverlichting ontstoken. Op de gevel van het Hotel Princessa Sofia flikkert een twintig meter hoge Bones Festes. Ook Barcelona maakt zich op voor de eindejaarsperiode. Als Barça vanavond wint, dan gaat het de feesten zeker in als competitieleider. De hele planeet lijkt zich wel bewust van het belang van de wedstrijd, want liefst 56 landen brengen hem op de buis. Voor Nederland is een monument als Kees Jansma hoogstpersoonlijk naar Spanje gekomen. Hij heft zijn stek enkele stoeltjes naast die van Prime, hoog in de nok van de tribune waar alle pers verzameld zit. De Clásico is trouwens al jaren Nederlands getint. In een niet zo ver verleden speelden er acht van onze noorderburen voor Barcelona. Nu de laatste daar weg is, kleurt Real oranje. Van Nistelrooy, Van der Vaart, Sneijder, Robben en Drenthe zitten nu al in de kern, na Nieuwjaar komt daar nog Huntelaar bij.

Camp Nou is om acht uur nog duister. De poorten gaan pas erg laat open, rond kwart voor negen druppelen de eerste toeschouwers de immense kuip binnen. Tegelijk begint het water uit de hemel te gutsen. Het natte veld belooft een snelle wedstrijd, op maat gesneden van de Catalaanse aanvalslinie MessiEto’oHenry. Barça heeft een lange traditie van balgoochelaars, de vorige uit het rijtje was Ronaldinho. De Braziliaan zorgde voor de meest memorabele Clásico die Gui Polspoel de afgelopen vijftien jaar meemaakte. In het seizoen 2005/06 speelde Ronaldinho in zijn eentje Real op een hoopje, in eigen Bernabéu nog wel: 0-3. Bij zijn applausvervanging stonden niet alleen de Barçafans, maar ook de Madrilenen recht op de banken voor een indrukwekkende ovatie, zo vertelt Polspoel. Een bijzonder eerbetoon van een publiek dat uit kenners bestaat en dat zelf verwend geweest is door de arabesken van de grootste voetballers uit de geschiedenis. Of het omgekeerd ook zou kunnen, dat een speler van Real in Camp Nou toegejuicht zou worden, daar twijfelt Polspoel aan. Daarvoor zit de afkeer er historisch te diep ingebakken.

Wanneer Casillas en co om halftien het veld betreden voor de opwarming, mogen ze aan den lijve ondervinden wat dat betekent. Een hels fluitconcert rolt van de nog altijd maar half gevulde tribunes. Gevolgd door een al even enthousiast gejuich wanneer de blaugranas de arena betreden. Ergens wordt een spandoek ontrold waarop fans uit Tenerife te kennen geven dat ze 3500 kilometer gereisd hebben voor een partijtje tiktakvoetbal.

Vechtlust en orgullo

Voor een topper als Barcelona – Real Madrid is het wel erg ongewoon dat de kaarten zo eenzijdig geschud lijken. De reden ligt voor een groot stuk bij de vele geblesseerden aan Madrileense kant. Het lijstje is niet min: onder meer Van Nistelrooy, Diarra, Heinze en Pepe bevolken de ziekenboeg. Het heeft de ploeg in een fataal onevenwicht gestort, offensief lukt het nog wel met Raúl en het nieuwe talent Higuaín, maar achteraan is het een zeef.

Wanneer Higuaín klaar staat voor de aftrap – in een ondertussen bomvolle tempel – slaat hij een eindeloze reeks kruistekens. Het zullen er ongetwijfeld meer zijn dan anders, want wat ze ook zeggen: Real is bang. En bovenal is Real gebiologeerd door Lionel Messi. De eerste vijf minuten lijkt het of de withemden zijn willoze slangen, gehypnotiseerd door slangenbezweerder Messi. De kleine Argentijn dribbelt en kronkelt hen voorbij en Casillas moet al meteen goed plat op een schuine schuiver.

Vijf minuten, meer niet, dan herpakt de defensie zich. Vooral Cannavaro en Metzelder gooien zich overal tussen. De Duitser groeit zienderogen in de partij en stijgt boven zichzelf uit. Linksback Sergio Ramos blijft het wel moeilijk hebben tegen Messi en moet door zijn ploegmaats worden bijgesprongen. Die doen dat niet al te zachtzinnig en bespelen de pezen van Messi als een carillon. Sneijder, de gemeenste van de Hollanders, plant zijn studs op de kuit van de kleine dribbelaar. Ook daarin gelijkt de nummer 10 op zijn voorbeeld Maradona: ze schoppen hem waar ze hem raken kunnen. Maar het gevaar komt niet alleen van Messi. Aan de overzijde flitst Henry voorbij de dappere oude krijger Salgado. Casillas moet opnieuw alles uit de kast halen. Tussendoor krijgt Real één kans, maar het is dan ook een erg grote: een hard werkende Drenthe mag alleen op keeper Valdés af, maar die wil niet onderdoen voor zijn overbuur en redt knap.

Dan komt Barça andermaal opzetten en pakt Real noodgedwongen enkele gele kaarten. Polspoel legt aan de kijkers uit dat de landskampioen vooral Diarra heel erg mist. De Malinees is normaal de regulator en rustbrenger, maar hij is voor maanden out. Het verhaal gaat dat Madrid hem deze zomer van de hand wou doen en dat de spelersgroep daar luidkeels – letterlijk: met spreekkoren ten faveure van Diarra – op gereageerd heeft. Maar al wankelt het witte huis, het stort niet in. De merengues spelen als een gewond dier en leggen hun hoofd ervoor. Heel on-Madrileens, niet met oogstrelend voetbal, maar met vechtlust en orgullo. Dat eergevoel speelt op, na al de neerbuigende en pessimistische commentaren vooraf. Zelfs Schuster had een week eerder gezegd dat zijn team geen kans maakte in Barcelona. Ongetwijfeld een bewuste provocatie, twee dagen later was Schuster geen Realcoach meer.

Wat gekrenkte trots al niet vermag: Real haalt de rust met 0-0.

Grandioze Casillas

In de tweede helft beginnen de witten zelfs aardig mee te voetballen. Zonder een tweede prachtsave van Valdés staat het 0-1. De blaugranas krijgen geen lijn meer in hun acties. Messi onttrekt zich aan de aanslagen en neemt nog nauwelijks deel aan het spel. Of hij verslikt zich in de dribbel te veel. Dertien keer balverlies: inderdaad te veel.

Halverwege de tweede helft lijkt er dan toch afscheiding te komen wanneer Eto’o een strafschop mag nemen, maar Casillas zweeft die uit zijn doel. De keepers lijken in deze Clásico de bovenhand te halen, luttele minuten later pakt Casillas nog maar eens uit met een grandioze dubbele save. Real is op weg naar een zwaar bevochten en onverhoopt gelijkspel.

Maar het voetbal heeft zo zijn eigen wetten en één van die wetten zegt dat wie in de hoek zit waar de klappen vallen, vaak op nog wat extra pech mag rekenen. Acht minuten voor tijd wordt een corner van Barça door Puyol krachtig in de kleine backlijn gekopt, waar Eto’o er nog net zijn knie tegen krijgt. Casillas is verrast en wanneer Palanca de bal wegkeilt, heeft die de doellijn net overschreden. 1-0, Camp Nou uitzinnig. Real probeert nog, maar tevergeefs en in de toegevoegde tijd loopt het nog op een counter. Messi, bont en blauw getrapt, haalt zijn gram: hij wordt in het straatje gestuurd door Henry en prikt het leer over Casillas. Het is middernacht en de Clásico eindigt op 2-0.

Die zege betekent dat Barcelona een voorsprong heeft van maar liefst twaalf punten op Real Madrid, dat wegzakt in de rangschikking. Daarmee is Real ook meteen kansloos voor de titel, zo weet de sportkrant As een dag later. Statistieken tonen immers aan dat nog nooit een ploeg erin slaagde in de Primera División zo’n grote achterstand op de koploper in te halen.

De 90.000 aanwezigen in Camp Nou zijn zich nog zalig onbewust van die cijfers. De culers, kletsnat geregend maar dolblij, vieren de overwinning op de aartsrivaal terwijl ze toch al stilletjes dromen… van een negentiende landstitel. S

door peter mangelschots – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content