Ondanks blijvende ontevredenheid over de tv-gelden wordt de Serie A komend weekend toch op gang getrapt.

Donderdag kwam er witte rook uit de onderhandelingen tussen de tv-zenders en de Profliga. Niets leek nog een normale start van de Italiaanse competitie in de weg te staan. Maar al in de namiddag maakten de acht kleinere eersteklassers (Atalanta, Brescia, Chievo, Como, Empoli, Modena, Perugia en Piacenza) duidelijk dat ze er niet aan dachten aan de nieuwe tv-voorwaarden te voetballen. Heel onverwacht kregen ze de solidariteit van AS Romavoorzitter Sensi die zich op een zelfde lijn stelde. In dat geval zouden zaterdag en zondag maar twee van de geplande negen wedstrijden kunnen afgewerkt worden : Inter-Torino (zaterdag) en Udinese-Parma.

Het protest betreft niet de overeenkomst die werd afgesloten tussen de openbare zender RAI en de Profliga. Dat akkoord is door iedereen aanvaard. De RAI biedt jaarlijks aan de Serie A en B 62 miljoen euro. Het probleem zit bij de privézenders, die instaan voor pay-per-view. Aan de hand van het aantal abonnees per club (elke wedstrijd wordt uitgezonden voor die abonnees) werd een verdeelsleutel berekend : hoe meer abonnees, hoe hoger het cijfer. Zo krijgt Juventus van Tele+ 54 miljoen euro per seizoen, Milan en Inter elk 49. Stream TV betaalt aan AS Roma 37,2 miljoen euro, aan Lazio 32 en Parma 24,8.

Tot vorige week waren in de Serie A en B samen 22 van de 38 clubs (in tweede dus 14) zonder tv-contract. De acht kleintjes in eerste vragen aan de respectieve zenders een gelijke som, zijnde 10 miljoen euro per kleinere club per seizoen. Stream en Tele+ verhoogden hun eerste bod, maar komen daarmee niet tegemoet aan de wensen van de clubs. Brescia krijgt samen met Atalanta het meest, 8,2 miljoen euro. Chievo krijgt 7,2 miljoen, gevolgd door Perugia (6,2 miljoen euro), Empoli, Modena, Como en Piacenza (elk 5,7 miljoen). De kleine clubs storen zich ook aan de houding van Ligavoorzitter Galliani, die als voorzitter van AC Milan weinig begrip toonde voor het standpunt van de kleintjes en zich nogal autoritair opstelt.

De hele problematiek heeft te maken met de financiële crisis die het Italiaanse voetbal doormaakt. Het deficit van het hele profvoetbal van eerste tot en met vierde klasse bedroeg vorig jaar één miljard euro. Veel clubs teren voor meer dan de helft van het budget op de inkomsten van de tv-gelden. In de meeste budgetten in eerste klasse bedraagt de loonlast meer dan zeventig procent.

Een laatste gesprek gisteren/dinsdag, waarbij ook de bevoegde minister opnieuw bemiddelde, moest uitkomst brengen. Een nieuw uitstel zou de competitie commercieel zware schade toebrengen. Ook de spelers en trainers zelf willen eindelijk spelen. De Europees spelende ploegen vrezen dat ze door gebrek aan ritme benadeeld zijn in de Europese bekers die straks starten. Op de onderbreking tijdens de tweede wereldoorlog na werd de start van de Italiaanse competitie nooit eerder uitgesteld. (GF)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content