Frederik Boi is net als Thomas Buffel geboren in 1981. Beiden liepen ze school in het Sint-Franciscus-Xaveriusinstituut in Brugge en speelden ze bij de Cerclejeugd. Boi werd programmeur bij Standaard Boekhandel en profvoetballer bij Cercle. Buffel vertrok naar Feyenoord Rotterdam toen hij zestien was, schopte het er tot A-international, voetbalde ook vier jaar voor de Glasgow Rangers, keerde vorig seizoen naar Cercle terug maar botste met Glen De Boeck en zit nu bij Racing Genk. Waarom klikte het niet tussen Buffel en De Boeck?

“Het is voor mij moeilijk om daar iets over te zeggen”, zegt Boi. “Thomas is een vriend van mij en ook met de trainer kom ik heel goed overeen. Ik kan onze trainer volgen, maar ik vind dat ook Thomas weinig schuld treft.

“Over zijn interview in Sport/Voetbalmagazine ( van 26 augustus, nvdr) vroeg Thomas mijn mening: hij zei dat zijn woorden gewikt en gewogen waren en wou weten of ze nog verkeerd geïnterpreteerd konden worden. Voor mij was dat geen probleem. Iedereen wist trouwens wat hij wou, daar is hij altijd duidelijk over geweest. Niemand van de Vlaamstalige spelers zei mij dat hij vond dat hij in dat artikel te ver was gegaan. Thomas was heel geliefd in de groep, hij was een van de grootste pleziermakers. Ik begrijp ook dat het als vakblad jullie taak niet is om mee te doen aan de goednieuwsshow, maar wel om over feiten en achtergronden te schrijven. Dan kun je niet afkomen met clichés als ‘we lopen niet genoeg voor elkaar’. Ik vind dat Thomas op een aanvaardbare manier zijn mening gaf.

“Wat individuele behoeften van voetballers betreft, kan ik hem heel goed volgen. Voor mij is stretchen bijvoorbeeld minder belangrijk dan voor Denis Viane. Spelers hoeven niet altijd tot het uiterste te gaan en allemaal hetzelfde te doen. Zo ben ik iemand die heel snel in conditie is. De voorbije zomer was ik na vier weken voorbereiding al op mijn top en tegen dat de competitie begon, zat ik al in een neerwaartse spiraal. Ik hoop dat er snel budget vrijgemaakt wordt om fysiektrainer Wim Langenbick voltijds in dienst te nemen.

“Achteraf is het gemakkelijk oordelen, maar soms denk ik: begin vorig seizoen wonnen we met 4-1 van Standard met Stijn De Smet in het centrum en Thomas als rechtsbuiten, waarom zijn we dat niet blijven doen? Misschien was het dan allemaal anders gelopen. In elk geval is Thomas iemand die net als ik graag in beweging is.

“Ik denk dat er mensen zullen opkijken van wat hij bij Genk nog zal presteren. Met vier man ging ik al een weddenschap aan dat hij op het einde van deze competitie in minstens twintig doelpunten betrokken geweest zal zijn.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content