Voor het eerst in de geschiedenis van de Gouden Bal werd een pure verdediger uitgekozen tot Europees Voetballer van het Jaar. Een portret van Fabio Cannavaro.

Op 13 november al werd het geheim ontsluierd. Die dag schreef Tuttosport dat Fabio Cannavaro de Gouden Bal van 2006 was.

Hoe konden die mannen van de Turijnse sportkrant Tuttosport dat nu al weten ? Wel, zo. De correspondent in Madrid – dit blad zou het hebben over “Onze Man in Madrid” – had gehoord dat het Franse weekblad France Football naar Madrid zou afzakken voor een reportage over Cannavaro. France Football is de organisator van de Gouden Bal, dat op basis van de stemmen van de internationale pers de Europese Voetballer van het Jaar aanduidt. De journalist van Tuttosport vond die reportage van France Football met Cannavaro een wat vreemde geschiedenis. Hij deed enige research. Toen hij vernam dat het verhaal op 28 november zou worden gepubliceerd, trok hij zijn besluit en publiceerde zijn story in Tuttosport. Alle Italiaanse media stortten zich op het bericht.

Wacht, ze zouden het Cannavaro zélf vragen. De verdediger bevond zich in Italië voor een vriendschappelijke match van de Squadra Azzurra tegen Turkije. Op donderdag staakte de Italiaanse pers. Maar op 14 november stond het breed uitgesmeerd in alle kranten : met zekerheid werd aangekondigd dat er dertien jaar na Roberto Baggio opnieuw een Italiaan was verkozen tot beste voetballer in Europa.

De eerste pure verdediger

Fabio Cannavaro eerste, doelman Gigi Buffon tweede : twee Italiaanse verdedigers in de top van het klassement, het is ongelooflijk. Al geruime tijd werden bakken kritiek over de Gouden Bal gestort, omdat het referendum zo weinig aandacht besteedde aan verdedigers en doelmannen. Giacinto Facchetti, Gaetano Scirea, Franco Baresi en Paolo Maldini : allemaal werden ze schromelijk ondergewaardeerd door de jury – één journalist per land, voor het referendum “FIFA Voetballer van het Jaar” zijn de bondscoaches kiesgerechtigd. Maar eindelijk hebben de specialisten van de pers begrepen dat de doelpuntenmaker niet de enige held op een voetbalveld is. Liefst 20 van de 52 juryleden – onder wie zelfs de Engelsman en de Fransman – plaatsten Cannavaro helemaal bovenaan hun stembulletin.

Een verdediger en een doelman (bovendien van hetzelfde team) op nummer één en twee van de Gouden Bal, het is ongezien. Meer zelfs, het is de allereerste keer dat een pure verdediger het haalt. Franz Beckenbauer (de winnaar van 1976) en Matthias Sammer (de laureaat van 1996) waren in wezen omgebouwde middenvelders. Ook al vatten ze achteraan post, hun opdracht bestond veeleer uit de offensieve manoeuvres inleiden dan wel de acties van de tegenstander stuiten.

Nu niet dat de uitverkiezing van Cannavaro voor een kreukvrije unanimiteit zorgde. De Franse sportkrant L’Equipe minimaliseerde de kwaliteiten van Cannavaro en zong de lof van Thierry Henry. Jammer, schreef L’Equipe, dat men niet het onderscheid had gemaakt tussen een uitzonderlijke voetballer (lees : Henry) en een uitzonderlijke prestatie (Cannavaro op het WK).

Maar zo ongewoon is dat verschijnsel niet. In de jaren van een WK werd op één keer na altijd een speler van de wereldkampioen gehuldigd. De uitzondering op de regel vormt Johan Cruijff, die de trofee kreeg in het jaar dat hij de finale van het WK verloren had. De verdiensten van Cannavaro beperken tot zijn optreden op het WK doet de centrale verdediger bovendien zwaar oneer aan. Ook in het shirt van Juventus heeft hij een heel seizoen uitgeblonken.

Daarom hoort de keuze voor Cannavaro veel minder omstreden te zijn dan bijvoorbeeld de bekroning van Paolo Rossi in 1982. Die werd louter en alleen in de bloemen gezet vanwege zijn prestaties op het WK in Spanje. In drie wedstrijden van dat WK schitterde Rossi effectief. Voor de rest verscheen hij dat seizoen letterlijk weinig in beeld : pas op drie speeldagen van het einde van de Italiaanse competitie stopte voor Rossi de schorsing van twee jaar, die hij had opgelopen omdat hij had deelgenomen aan de Totonero, clandestiene weddenschappen op gearrangeerde voetbalwedstrijden.

Nog een fel bekritiseerde winnaar van de Gouden Bal was de al geciteerde Matthias Sammer. Die ging in het plebisciet Ronaldo en Alan Shearer vooraf. Dit had nooit kunnen gebeuren, mocht de Mannschaft niet hebben getriomfeerd op het EK in Engeland.

Het blinde Inter

Een puurdere verdediger dan Fabio Cannavaro kan men zich moeilijk inbeelden. Bij Italsider de Bagnoli, zijn eerste club, stelde de trainer hem meteen als flankverdediger op. Cannavaro had toen pas zijn aansluitingskaart getekend, hij was acht jaar. Gelukkig voelde hij zich op die positie niet. Veel liever hield hij de centrumspits van de tegenstanders in bedwang, zelfs al was die twee keer groter. Hij vond dat hij op de flank buiten het spel stond : te ver verwijderd van het hart van de actie.

Toen Fabio op elfjarige leeftijd naar de jeugd van Napels verhuisde, stelde zijn vader Pasquale twee voorwaarden. Zijn zoon moest als stopper worden uitgespeeld. En hij moest ballenjongen zijn bij de wedstrijden van de eerste ploeg, zodat hij van dichtbij Diego Maradona zou kunnen bestuderen. Fabio Cannavaro : “Ik lette op alle bewegingen van Maradona. Niet om ze te kopiëren. Nee, integendeel, om te ontdekken hoe ik ze zou kunnen neutraliseren. Nu, als Maradona er zin in had, viel hij gewoonweg niet te stuiten. En tijdens zijn periode in Napels had Diego er dikwijls zin in.”

Op het moment dat Fabio Cannavaro debuteerde in de eerste ploeg van Napels, was Maradona al naar Sevilla vertrokken. We schrijven 7 maart 1993 en Napels werd in Turijn met 4-3 geklopt door Juventus. Cannavaro’s eerste selectie voor de Italiaanse nationale ploeg dateert van 22 januari 1997 : een interland in Palermo tegen Ierland. De finale van het WK in Duitsland was meteen zijn honderdste cap.

Bij de nationale ploeg, bij Napels, Parma en Juventus : kopballen zijn altijd de specialiteit van Fabio Cannavaro – met 1,76 meter nochtans niet zo extreem hoog opgeschoten – geweest. Alleen bij Inter Milaan hadden ze dat niet zo begrepen. Zonder twijfel omdat Cannavaro tijdens zijn twee seizoenen bij de Nerazzurri gebukt ging onder fysieke problemen. Maar minstens evenzeer omdat ze bij Inter Milaan werden getroffen door een vlaag van blindheid. Hoe anders kan het verklaard worden dat ze Cannavaro, voor wie ze nochtans 23 miljoen euro over de tafel hadden geschoven, aan Juventus gunden in ruil voor Fabian Carini, de ex-doelman van Standard, van wie men het spoor tegenwoordig bijster is.

Slimste onder de slimmeriken

Toen hij zich, vlak voor het WK, voor een stage aanbood in Coverciano, werd Fabio Cannavaro uitgefloten. Hij was het symbool van het corrupte systeem dat Luciano Moggi bij Juventus in de steigers had gezet. Sommigen wilden Cannavaro terug naar huis sturen of op z’n minst hem uit zijn functie van kapitein ontzetten. Cannavaro verschool zich achter zijn lach, de lach die wel vaker op zijn lippen kleeft in crisissituaties. Hij gebaarde van niets, hij wist : niets zorgt voor meer bevrijding dan sterke prestaties op het veld. En op het WK nam hij zijn revanche. Tijdens het WK noemden ze Cannavaro in Duitsland “De Nieuwe Muur van Berlijn“. Hij miste geen enkele match, hij miste geen enkele interventie.

De wereldtitel wiste veel weg in het geheugen van de tifosi. Bijvoorbeeld hoeveel opschudding Cannavaro vóór het WK had veroorzaakt met zijn verklaringen over het schandaal Calciopoli. In heel Italië, en tot zelfs bij de Italiaanse voetbalfederatie, wekte Cannavaro toorn op toen hij op de officiële persconferentie in het stageoord Coverciano de verdediging van Moggi opnam en schande sprak over het werk van de speurders en de rechters. Cannavaro riep Moggi uit tot de slimste onder de slimmeriken, hij beweerde dat niemand zich heiliger dan de paus moest voordoen, dat iedereen deed wat Moggi deed en Moggi blijkbaar het beste van allemaal, dat die dingen nu eenmaal gebeurden en zelfs hoorden te gebeuren. Er moest volgens Cannavaro hoegenaamd niets ter discussie worden gesteld, en al zeker niet de successen die het Juventus van Moggi en gewezen afgevaardigd beheerder Antonio Giraudoi had behaald.

Aldus sprak de kapitein van de Italiaanse nationale ploeg. Cannavaro hield in zijn uitspraken geen moment rekening met de woede en de gekwetste gevoelens van een aantal van zijn ploegmaats in de nationale ploeg, kortom met de wonden van alle slachtoffers van het bedrog dat Juventus had gepleegd. ’s Anderendaags werd in allerijl een nieuwe persconferentie belegd, waarop Cannavaro uitlegde dat hij het allemaal niet zo had bedoeld, dat hij zeker niet de lof van de list had willen zingen, dat hij respect voor de regels van het spel en van het leven hoog in het vaandel voerde. Maar die woorden kwamen niet uit het hart van Cannavaro. Hij sprak ze uit op bevel van Guido Rossi, de speciale commissaris van de voetbalfederatie.

Sorry, zei de slachter

Dat Cannavaro Moggi niet afviel, wortelt nog in de tijd van zijn transfer van Inter Milaan naar Juventus. Uit de telefonische verhoren van Moggi bleek dat de gewezen algemeen directeur van Juventus Cannavaro had aangeraden om zich depressief en ziek te veinzen en zo het bestuur van Inter Milaan – en meer bepaald de op 4 september overleden voorzitter Facchetti, “die schooier” noemde Moggi hem – ertoe te bewegen hem los te laten.

De euforie om de wereldbeker sloeg nog een ander gat in het collectieve geheugen. Niemand die Cannavaro nog wenste te herinneren aan die fameuze Juventus-Lazio Rome van 22 april van 2006. Cannavaro brak in die match het been van Gaby Mudingayi. De verdiende rode kaart en zelfs het gele karton bleven in de zak van de scheidsrechter zitten. Juventus won de partij en achteraf nam Cannavaro niet eens de moeite om naar de toestand van Mudingayi te informeren, laat staan zich te verontschuldigen voor zijn drieste daad. Ook niet toen de televisie de aanslag breed in beeld bracht en de onfortuinlijke Belg bezocht in het ziekenhuis. Pas 48 uren later, en omdat de woede van spelers en bestuur van Lazio niet bedaarde, greep de slachter naar de telefoon om sorry te zeggen.

Met de inbreuk op Mudingayi’s ledematen was Cannavaro overigens niet aan zijn proefstuk qua “Lazio bashing” toe. In de heenmatch tegen Lazio, in december, had hij zich vergrepen aan de enkel van de Zwitserse international Valon Behrami, waardoor die twee maanden aan de kant moet blijven. Ook toen kreeg Cannavaro geen excuus over de lippen.

Maar op het WK brak Fabio Cannavaro met zijn reputatie van beenhouwer. Hij speelde in Duitsland 690 minuten mee. Cannavaro kreeg geen gele kaart en slechts elf keer werd een overtreding tegen hem gefloten. Niet dat hij op het WK ingehouden acteerde. Hij voerde liefst 31 tackles uit waarvan de liefhebbers vooral die tegen Miroslav Klose onthouden : een schoolvoorbeeld van hoe het moet.

Spuit

Bij Real Madrid stellen ze het wel op prijs dat met Fabio Cannavaro één van hun spelers gelauwerd wordt. Spanje deelt die voldoening alvast niet. De nochtans Madrileense sportkrant As schreef : “Cannavaro verdient de Gouden Bal niet.”

In Barcelona was de wrevel uiteraard nog groter, getuige de spitse commentaar van de krant Sport : “Cannavaro zouden ze beter een loden schoen geven.” Sport, natuurlijk veel meer aanleunend bij FC Barcelona en Ronaldinho, trok in zijn kolommen alle registers open. “Weinig mensen begrijpen waarop zo’n beloning te beurt valt aan een voetballer die nog niet tot aan zool van zijn voorgangers reikt. Voor de eerste keer in de geschiedenis van de prijs werden creativiteit en spektakel over het hoofd gezien. Hoe kan je anders verklaren dat Cannavaro honderd punten meer krijgt dan Ronaldinho ? Die twee spelers, dat is toch een verschil van nacht. En hoe kan je nu een voetballer eren die zichzelf vlak voor een Europese bekerfinale inspuit met Neoton ?”

Dat laatste is niet gelogen. Eind april 2005, in het kader van een uitzending over doping, toonde RAI 2 een video waarop je zag dat Cannavaro zichzelf een spuit gaf. Het was de avond voor de finale van de UEFA-beker van 1999 in Moskou, Parma zou daarin Marseille verslaan met 3-0. En het ging om Neoton, een hartstimulerende substantie, die weliswaar niet op de lijst van verboden producten is opgenomen. Cannavaro had nog vergeefs geprobeerd om het uitzenden van de bewuste video te voorkomen.

De klacht waarmee hij had gedreigd, diende Cannavaro uiteindelijk niet in. Hij stelde zich tevreden met een toelichting, daags na de uitzending. “Het is geen doping, Neoton is een middel tegen vermoeidheid. Dus begrijp ik niet wat die video kwam doen in een uitzending over doping. Je ziet toch zo dat het om een grap gaat. Denk je dat het anders op film zou staan ?”

Wat Cannavaro niet kon verklaren, was hoe de RAI een maand voor de uitzending in het bezit van de video was gekomen. De affaire doofde naderhand vlug uit, maar de indruk bleef nagloeien dat het om een courante praktijk ging.

De verrader van Turijn

Behalve in Spanje balen ze ook in Turijn : de supporters van Juventus nemen het Cannavaro kwalijk dat hij de club verliet nadat hij eerst had beloofd dat hij zelfs in het geval van een degradatie zou blijven. Cannavaro haalt de schouders op : “Als je een club verlaat, ben je een verrader. Dat is nu eenmaal de gewoonte in Italië. Ik had me wel degelijk voorgenomen om bij Juventus te blijven – weliswaar op voorwaarde dat de club in de eerste klasse zou blijven, desnoods met een handicap van dertig punten. Maar dan kreeg ik die aanbieding van Real Madrid. Ik ben 33 jaar, zo’n voorstel kon ik niet weigeren.”

Hoe dan ook ligt Turijn Cannavaro niet na zo aan het hart. Zijn roots liggen in Napels, en het is geen toeval dat hij zich bij de uitreiking van de Gouden Bal rechtstreeks en in het streekdialect tot de scugnizzi, de kinderen van Napels richtte. “Ik draag deze trofee op aan Napels, mijn stad die momenteel door een moeilijke periode gaat,” zei Cannavaro. “En aan de kinderen van Napels zou ik willen zeggen : geloof in je dromen. Want kijk naar mij : soms komen je dromen uit.”

NICOLAS RIBAUDO

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content