Op een moment dat Anderlecht amper wist van welk hout pijlen maken, schoot hij de doelpunten er met verbluffend gemak in. De verdedigers die zijn pad kruisten, getuigen: negentig minuten tegen Lukasz Teodorczyk spelen is geen pretje.
JONATHAN BUATU WAASLAND-BEVEREN
‘Het klopt dat hij een erg complete aanvaller is. Wat zo opmerkelijk is aan Lukasz Teodorczyk, is dat hij voor zijn lengte erg snel en ook technisch onderlegd is. Bovendien is hij niet bang om de strijd aan te gaan. Eerlijk gezegd: toen ik hem zag, dacht ik niet dat hij zo stevig zou zijn in de duels. En hij leest het spel ook heel goed, hij is slim. Waar hij erg goed in is: zichzelf wegsteken zodat je hem vergeet. Je ziet hem nooit komen, maar hij is altijd op de juiste plaats. Hij heeft de gave om op het juiste moment de bal te vragen en tussen de twee centrale verdedigers op te duiken. Hij is echt een van de referentiepunten in deze competitie, al heb ik nog meer afgezien tegen Landry Dimata, die nog sneller gaat en nog krachtiger is dan Teodorczyk.’
MARVIN BAUDRY ZULTE WAREGEM
‘Hij is een spits die de bal niet zo vaak diep vraagt. Ik vind dat hij eerder gemaakt is voor de zestien meter. Hij is erg doeltreffend, dus je moet altijd goed geconcentreerd zijn wanneer je op hem verdedigt. Hij zoekt veel het contact, blijft vooral in de centrale as staan en vraagt de bal meestal door af te haken. Hij kan soms wat gemeen zijn, maar goed, dat hoort erbij. Al bij al is het voor een verdediger minder vermoeiend om tegen hem te spelen dan tegen een aanvaller die de bal links en rechts gaat vragen en voortdurend in de diepte loopt. Het blijft natuurlijk een grote speler, zijn statistieken spreken voor hem. Als hij de topschutter is, dan kun je stellen dat hij de beste spits in de competitie is.’
MIJAT MARIC LOKEREN
‘Wat ik nog het meest indrukwekkend vind aan hem, is dat hij er tot het einde blijft in geloven. Ik weet nog, toen we tegen Anderlecht uit speelden, dat hij helemaal niet in de match zat. En plots duikt hij in de 92e minuut op om te scoren. Je beseft dat misschien niet altijd, maar je moet mentaal heel sterk zijn om die helderheid en rust te hebben aan het einde van zo’n moeilijke match. Een aanvaller die van heel de wedstrijd geen bal raakt, verliest meestal gaandeweg zijn vertrouwen. Maar hem beïnvloedt dat niet, heb ik de indruk. Hij is wat dat betreft een beetje zoals Pippo Inzaghi. Alleen is hij ook nog eens erg vermoeiend voor de verdedigers. In elk duel geeft hij zich tweehonderd procent, hij is hard en deelt stevig uit. Fysiek is dat zwaar. Hij is duidelijk een van de lastigste spitsen om tegen te spelen in onze competitie.’
OMAR COLLEY KRC GENK
‘Tegenover andere aanvallers uit de competitie die veel robuuster zijn, zou ik niet zeggen dat hij een erg fysiek ingestelde spits is. Technisch daarentegen is hij heel goed, hij is in staat om dingen met een bal te doen die je echt niet zou verwachten. En als ik één ding in het bijzonder zou moeten noemen, dan wel dat hij erg intelligent is. Hij weet altijd in welke ruimte hij moet lopen om je pijn te doen. Hij vertrekt op het juiste moment, wacht systematisch tot de verdediger op de bal geconcentreerd is en hem uit het oog verliest om dan toe te slaan. Jij kijkt naar de bal en hij is vertrokken… Hij vormt een echte dreiging, zeker in de backlijn, want hij kan op eender welk moment scoren. Het is echt moeilijk om tegen hem te spelen.’
door Guillaume Gautier – foto’s Belgaimage
‘Je ziet hem nooit komen, maar hij staat altijd op de juiste plaats.’ – Jonathan Buatu
