Nadat hij en Wesley Sonck bij Borussia Mönchengladbach op een zijspoor belandden, keerden beide voormalige Genk-spelers naar België terug : Wesley Sonck tekende bij Club Brugge, wat Bernd Thijs eerder om medische redenen niet was gelukt. Hij kwam daarna bij AA Gent terecht.

Je hebt Cercle Brugge-AA Gent gevolgd aan de zijde van Gunther Schepens. Wat zijn je indrukken over Gent ?

Bernd Thijs : “Het was natuurlijk geen goede wedstrijd. Cercle Brugge was feller in de duels, speelde korter op de man. Op dat vlak hebben we het niet goed gedaan. Een collectieve black-out, zoals ik de trainer hoorde zeggen, dat kan altijd gebeuren in een seizoen natuurlijk. Hopelijk gebeurt het geen tweede keer.”

Wat zag je dat wél aansloot bij je verwachtingen over Gent ?

“Dat ze altijd probeerden om nog aanvallend te spelen. Zelfs als ze 3-0 achter stonden, probeerden ze nog via de flanken te komen en het te forceren met voorzetten. Dat lukte tegen Cercle niet zo goed, maar ze hebben niet opgegeven. Dus dat is niet negatief. Voor de rest was het natuurlijk niet echt goed.”

Wat onthou je van je periode in Mönchengladbach ?

“Eigenlijk heb ik het er altijd goed naar mijn zin gehad. Alleen wat er de laatste zes maanden is gebeurd, kan ik nog altijd niet verklaren. Dat is wel een moeilijke periode geweest. Zeker als je de eerste seizoenshelft op de eerste vier wedstrijden na bijna elke partij speelt en goede kritieken krijgt. Dan komt er een andere trainer en zit je ineens geen enkele keer meer op de bank.”

Bij Gladbach werd van je verwacht dat je meer zou doen dan recupereren, dat je meer het spel zou verdelen dan je bij Genk deed. Dat is een rol waarin je nu ook bij Gent kan uitgespeeld worden : als je niet de positie van Grondin inneemt, ben je inzetbaar in de twee naar voren geschoven posities op het middenveld.

“Dat kan allemaal, maar ik denk dat ik ook in mijn tijd bij Genk het spel goed verdeeld heb. Alleen stonden we bij Gladbach de laatste tijd wel met twee man in het middenveld en de man die voor mij stond, speelde héél offensief. Dus ik kon aanvallend niks doen want ik moest defensief lopen voor twee. Hier in Gent spelen ze 4-3-3, dat is iets heel anders. Het zal afhangen van de positie waarop je speelt.”

Ze omschrijven je in Gent als ‘Duits fit’ : veel gelopen en geen grammetje vet. Maar hoe wedstrijdfit ben je ?

“Ik ben in Genk toch wel drieëneenhalf uur per dag individueel bezig geweest met Bart Billiet : duurlopen, interval en krachttraining en explosieve oefeningen. Wedstrijden spelen is iets anders dan lopen, ja, maar ik wil zo snel mogelijk spelen en ik ga daar geen datum opplakken. Ik probeer goed te werken op training en fit te blijven.”

Willy Reynders wees een mogelijke overgang van Wesley Sonck naar Genk af met de bedenking wat er nog overschiet aan motivatie als een speler buitenlandse lonen gewend is en moet inleveren. Hoe zit dat bij jou ?

“Ik weet niet waarom hij daar commentaar op geeft. Blijkbaar denken sommige mensen alles te weten over iemand met wie ze nog nooit gesproken hebben. Je moet in België eender waar inleveren, maar ik wil weer spelplezier hebben. Ik zeg ook niet dat Gent mijn eindstation is. Ik ben pas 29, ik heb mij goed verzorgd en fysiek heb ik nooit problemen gehad.”

Nochtans horen we dat je bij Club Brugge door drie dokters onderzocht en afgekeurd bent.

“Ik kan alleen maar zeggen dat dat een grove leugen is en dat het op een schandalige manier is afgesprongen. Misschien kom ik daar later nog eens op terug. Er scheelt honderd procent zeker niks met mij en ik heb het bewijs om het te staven.”

Dus je hebt geen kraakbeenletsel ?

“Ik heb mij ook ergens anders laten onderzoeken – ik ben niet dom, hé. Maar professor Bellemans uit Leuven zei dat alles in orde was. Als iedereen een knie als de mijne zou hebben, zou er geen werk zijn, voegde hij er aan toe.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content