AA Gent aan de leiding in eerste klasse, dat is weer even wennen. Gejubel klinkt er nog niet, maar het gemor in en rond de Ghelamco Arena is wel even verstomd.

De zon schijnt boven Gent. Aan de Vrijdagmarkt maken toeristen foto’s van het historische stadscentrum terwijl onder de bruggen volle bootjes voorbijvaren. Op een terras drinkt schrijver Herman Brusselmans een glas met vrienden. In de Oudburg worden de tenten opgetrokken voor de Patersholfeesten die er ’s anderdaags van start gaan.

Gent is nog niet bekomen van de Gentse Feesten, of het is hier alweer feest.

Jeugdtrainer Frank De Leyn, geboren Gentenaar, al sinds een paar decennia als jeugdtrainer aan de slag bij de club waar hij zijn jeugdopleiding genoot, loopt fluitend over de oefenvelden. De Leyn was onder meer de trainer van Vadis Odjidja en Kevin De Bruyne bij de preminiemen. Zelfs Michel Louwagie lacht nu, grijnst hij. Maar we moeten hem ook niet met die uitspraak quoten, zegt hij.

Geen probleem. Dan laten we gewoon de aanhalingstekens weg.

Voorlopig heeft De Leyn een goed gevoel bij het nieuwe AA Gent, al weet hij als geboren Gentenaar dat dat gevoel ook weer snel kan omslaan. Maar de nieuwe trainer, Hein Vanhaezebrouck,heeft alvast goeie punten gescoord bij zijn aantreden. Vanhaezebrouck is een paar dagen eerder naar de trainingsstage van de Gentse elitejeugd in Oostduinkerke afgezakt en heeft daar een speech afgeleverd die bij veel jeugdspelers, ouders en trainers is gesmaakt. De Leyn kan zich niet herinneren welke andere hoofdtrainer bij AA Gent de voorbije dertig jaar naar zo’n trainingsstage van de jeugd is afgezakt. Vanhaezebrouck heeft er zelfs beloofd dat hij zich hoogstpersoonlijk af en toe met de training van de betere jeugd vanaf vijftien jaar zal inlaten.

Op het oefenveld is hij die ochtend niet aanwezig. Dat zou ook voorzitter Ivan De Witte kunnen gezien hebben. Diens kantoor aan de overzijde van de Gentse ring kijkt uit over de oefenvelden van Gent, maar de voorzitter is nog met vakantie, al komt hij die middag speciaal over van zijn vakantieoord in de Provence om een gepland etentje met de pers bij te wonen, alvorens opnieuw voor een paar dagen naar Frankrijk af te zakken.

De assistenten van Hein verzorgen voor zo’n veertig toeschouwers de ochtendtraining. Op het terras kijkt scout Gilbert De Groote,in de jaren zeventig zelf ooit een gewaardeerd speler bij de Buffalo’s, aandachtig toe. De Groote heeft een goed oog in dit team, dat volgens hem voldoende inhoud heeft om de opdracht waar te maken. “Voor plaats één of twee komen we nog iets te kort, maar met wat daarachter komt, kunnen we concurreren.” Wel, merkt hij op, had Gent elk van de eerste drie wedstrijden waarin het punten pakte ook kunnen verliezen. “Dan hadden we nu nul op negen in plaats van zeven op negen.”

Ook technisch coördinator Gunter Schepens komt even langs. Na de training krijgt hij een zoen van assistent-trainer Bernd Thijs,met wie hij ooit samenspeelde bij Standard. Schepens meent zich nog Thys’ debuut bij de Rouches te herinneren. “Hij kwam mij vervangen.”

’s Middags leidt Hein wel de training. De nieuwe coach heeft een extra oefenterrein voor het eerste elftal opgeëist dat van de jeugdaccommodatie is afgenomen en werd omheind (hebt u hem?). Zijn vraag om een nieuw bureau voor zichzelf heeft Michel Louwagie nog niet ingewilligd. Dus zit Hein na afloop van de training in het ruime lokaal dat hij met zijn assistenten deelt, achter de computer.

AS Roma

Het avondlicht valt mooi over de Leie op het terras van de Auberge du Pêcheur in Deurle, deelgemeente van Sint-Martens-Latem. In dit rustgevende landelijke kader ontvangt AA Gent de Vlaamse pers voor een informele babbel. De Pêcheur is al een paar decennia dé plek waar Gent zijn belangrijke gasten uitnodigde, van kandidaat-trainers over nieuwe spelers tot buitenlandse gasten. Toen de delegatie van AS Roma in augustus 2009 Gent lootte in de Europabaker, trok het zijn neus op voor het Ottenstadion. Maar toen het (oude) bestuur van Roma de avond voor de wedstrijd in Gent mocht aanschuiven in het zomerse decor van de Pêcheur, waren ze toch behoorlijk onder de indruk.

Vandaag moet AA Gent niet meer uitwijken om indruk te maken. Even heeft De Witte overwogen om het jaarlijkse persdiner te verschuiven naar de Ghelamco Arena, zegt hij, terwijl er afwisselend champagne, witte en rode wijn wordt geschonken. Tien jaar geleden had dit allemaal niet gekund, herinnert algemeen manager Michel Louwagie nog eens aan een nog niet zo ver verleden, toen Gent elke euro drie keer moest omdraaien, gebukt als het ging onder een enorme schuldenlast.

Vandaag is AA Gent niet langer beschaamd om de beperkingen van zijn accommodatie, trots meldt het in zijn nieuwe businessfolder de prijzen die de Ghelamco Arena al heeft gewonnen: die van het mooiste nieuwe stadion van 2013 én de interieurprijs van een Amerikaans designvakblad.

Vandaag is het op een doordeweekse middag vanaf de uitrit Gent-UZ aanschuiven richting stadion en terug en staat de parking aan het stadion mooi vol. Aan de overkant is de Brico, onderaan de Ghelamco Arena is het druk in de Albert Heijnsupermarkt, de eerste maar sinds kort niet meer de enige in Gent. Sinds de ingebruikname is AA Gent niet langer de enige bewoner van het stadion. Ook architectenbureau Bontinck, dat het stadion mee hielp te creëren, heeft er zijn bureaus, net als Ghelamco, evenementenbureau Goosebumps en fitnesszaak Venice Beach. Straks komt er naast de Albert Heijn nog een meubelzaak.

Gentse stoverij

’s Middags valt er te eten in de drie horecazaken die ook doordeweeks open zijn. Op de vierde verdieping is er het prestigieuze en prijzige ‘sterrenrestaurant’ van Danny Horseele, goed voor gemiddeld zestig eters per dag, inclusief de avondshift. Op het gelijkvloers is er een broodjeszaak en sinds maart is op de tweede verdieping de Buffalo Bistro ook op weekdagen open. Vandaag zit de Bistro met zo’n veertig bezoekers ongeveer voor een derde vol. Voor iets meer dan twintig euro kan de bezoeker Gentse stoverij, een steak, een hamburger of een pastagerecht eten, drank inbegrepen. Op niet-wedstrijddagen is er het Bistroterras: drie tafeltjes in de tribunes met uitzicht op het veld. In afwachting van het eten kan de bezoeker zich buigen over het dienblad met karikaturen van voormalige spelers (van René Vandereycken over Eric Viscaal en Jef Jurion tot Francesco Pirelli), trainers (Michel Preud’homme en Trond Sollied), bestuurders, Bekende Gentenaars en – warempel – William Buffalo Bill’ Cody.

Nog elke dag worden er nieuwe initiatieven genomen. Voor de wedstrijd tegen Zulte Waregem werd in de familietribune voor het eerst randanimatie georganiseerd door Idee-Fiks, een Gents bedrijf. De fans vragen naar ijsjes, pizza en soep. Dus zijn vandaag zijn in de Arena ijsjes, pizza en soep te koop, naast de traditionele hotdogs en snoep.

Die horeca-inkomsten zorgen op jaarbasis voor een kleine 6 miljoen aan extra inkomsten, zegt Louwagie op de persavond. Die zijn niet inbegrepen bij het operationele clubbudget dat vandaag zo’n 24,5 miljoen euro bedraagt: een stijging van 50 procent tegenover twee jaar geleden en bijna vier keer zo veel als tien jaar terug. Geen enkele andere eersteklasser maakte in die tijd zo’n sprong. Daarmee moet Gent zich op middellange termijn in de Belgische top kunnen nestelen.

Op de vierde verdieping zijn de kantoren van de club gehuisvest: grote ruimtes, met grote glazen ramen met uitzicht op de omgeving. In het kantoor van commercieel directeur Patrick Lips staan prachtige, grote, met blauw ingekleurde, oude zwart-witfoto’s van spelers uit het rijke Gentse voetbalverleden te wachten tot ze tegen Zulte Waregem omhoog gehangen worden.

Tot anderhalf jaar geleden deelde Lips zijn kantoor naast het toenmalige Ottenstadion met een paar medewerkers. Die moesten bij een afspraak van de commerciële directeur even naar buiten, wegens plaatsgebrek.

Een paar deuren verder is het kantoor van Louwagie. Op wedstrijddagen inspecteert hij het hele stadion twee keer: één keer wandelend (een uur) en één keer joggend: goed voor de gezondheid, én een besparing van een half uur. Waarmee het verhaal dat hij elke werkdag aanvat met een jogging langs de promenade ook de wereld uit geholpen is.

Voortaan nodigt Gent ook het bezoekende bestuur uit in een aparte ruimte op de derde verdieping. Voorheen had het geen bestuurskamer en moesten de bezoekers zich voor de receptie een weg banen door Club 50.

Sinds de opening van het stadion zijn hier, behalve de wedstrijden van AA Gent, al 330 events georganiseerd, meldt Lips trots. Dat gaat van seminaries tot vijf druk bijgewoonde WK-wedstrijden op een groot scherm.

De commerciële brochure van de club meldt bij de skyboxen en officeboxen: sold out. Ook de Executive Club, voorheen de Club 50 (genoemd naar het aantal beschikbare plaatsen) is uitverkocht, met 164 plaatsen. Van de businessseats is 92 procent verkocht.

Maandag meldde AA Gent trots en tot verbazing van vele eigen supporters dat het 13.760 abonnees had, 58 meer dan vorig seizoen. Twee jaar geleden waren dat er in het laatste seizoen in het Ottenstadion 8680. Met 20 procent vrouwen bij de abonnees heeft Gent op dit moment het hoogste aantal vrouwen in de tribune, meent Patrick Lips. Met aftrek van de 960 bezoekende plaatsen betekent dat dat voor de thuismatchen gemiddeld 5000 tickets in de aanbieding zijn. Tegen Zulte Waregem daagden 18.027 toeschouwers op. Vorig seizoen was het stadion (20.000 plaatsen) zeven keer uitverkocht. Voor de allerlaatste wedstrijd in PO2 tegen Lierse, een match zonder enige inzet, ontving AA Gent nog 13.300 kijkers.

Mexican wave

Een uur voor de wedstrijd tegen Zulte Waregem loopt er al veel volk op de promenade van de Ghelamco Arena, zit de Buffalo Bistro vol en is het aanschuiven aan de kassa’s van de Fanshop.

Van een verkeersinfarct is een jaar na de opening van de Ghelamco Arena geen sprake meer. De aanleg van de brug over de vaart naar Brugge en de ontsluiting van de R4 (de ring rond Gent) zorgde vanaf oktober voor een vlotte aan-en-afvoer naar en van de snelwegen. Bij de omliggende bedrijven bekwam AA Gent 2500 extra parkeerplaatsen op wedstrijddagen. Van de shuttles die op wedstrijddagen vanaf Gent-Zuid en Gentbrugge de verbinding met het stadion verzorgen, maakten vorig seizoen 50.000 mensen gebruik. AA Gent stimuleert ook het fietsgebruik, met een fietsparking met 2500 plaatsen, en de verkoop (vanaf deze maand) van de Buffalo Bike. Dat wordt over een paar maanden een mooi beeld, al die blauw-witte fietsen op de speciale parking voor de arena.

Tegen Zulte Waregem brengt Gent liefst zeven Belgen aan de aftrap. Dat is lang geleden. Vergeten lijken de tijden toen de Gantoise begin 2000 als eerste Belgische ploeg onder trainer Trond Sollied elf buitenlanders aan de aftrap bracht.

De sfeer is het eerste uur lauw. Niet onlogisch, na twee mindere jaren. Pas 20 minuten voor tijd zwelt het enthousiasme aan en gaan de thuisfans een rol spelen in de wedstrijd. Net als tegen Mechelen keert Gent een verloren situatie om en vijf minuten voor tijd gaat warempel de Mexican wave door de tribunes.

Een kwartier na affluiten spreekt een glunderende voorzitter Ivan De Witte de pers toe in de perszaal. Gent is twee uur lang alleen leider, maar Vanhaezebrouck tempert het enthousiasme, al is hij tevreden over de mentale sterkte van zijn spelers en de wisselmogelijkheden die hij hier heeft.

Het publiek moet, net als zijn team, nog groeien, zegt hij: “Wij zijn niet te rap content. Ook het publiek mag niet te rap content zijn. Het is al een stuk beter qua sfeer dan toen ik hier vorig jaar kwam, en het kan nog beter. Het was nu al meer gevuld dan vorige keer, misschien zit het volgende match vol.”

Advocaat

In de promenade draagt elke drankenstand de naam van een voormalige vedette. Onder de tribune van de harde kern zijn dat Gilbert De Groote, Aad Koudijzer en Erwin Vandenbergh. Elders hangen Leon Mokuna, Maurice Willems, Richard Orlans, Roland Storme, Mbark Boussoufa, Ole-Martin Arst, Bryan Ruiz en Bernd Thijs.

Anderhalf uur na de wedstrijd dagen op de Promenade Rafinha, Neto, Laurent Depoitre en Nana Asare op. Twee weken eerder stuurde de trainer vier andere spelers naar de tweede verdieping. Op die manier wil hij de banden met de fans aanhalen.

Zulke initiatieven moeten De Witte geruststellen in zijn trainerskeuze, een punt waar hij in mei nog volop mee worstelde. Toen al gaf hij aan een boontje te hebben voor Hein, al waren twee eerdere contacten op niets uitgelopen en was er ook sprake van Peter Maes.

Even twijfelde De Witte nog, toen een onverwachte kandidaat zich meldde. Dick Advocaat gaf via omwegen aan dat hij wel geïnteresseerd zou zijn in het trainerschap in de prestigieuze Ghelamco Arena. Maar De Witte aarzelde om zo’n stunt aan te gaan: wat als Advocaat drie maanden later een riante aanbieding zou krijgen van een topclub? Sportieve stabiliteit was wat Gent na twee woelige jaren nodig had en daarom volgde hij zijn buikgevoel. Hein speelde daar ook op in, toen hij zich tijdens de Gentse Feesten op de traditionele ploegvoorstelling op 21 juli op het Sint-Baafsplein tot verbazing van de Gentse aanhang als eerste het Gentse lijflied inzette, ‘’t Vliegerke‘ van volkszanger Walter De Buck. Géén West-Vlaamse versie à la Flip Kowlier, maar in’t Gents. Het klonk behoorlijk echt, vonden de rasechte Gentse toehoorders. “Het kan niet anders dan dat hij daar vooraf flink op geoefend heeft.”

Op de Fandag van 15 juli liet Hein de spelers in de Buffalo Bistro opdraven als kelners. Maar extra krediet krijgt een trainer pas met prestaties op het veld. In dat opzicht mocht de nieuwe trainer flink de hand zetten in de kern. Hein zweert bij spelers met een grote motor, een groot VO2-Maxvermogen, zegt hij. Ze moeten professioneel zijn en fysiek in orde. Michel Louwagie, die een wetenschappelijke sportopleiding volgde en houdt van het motto ‘meten is weten’ glundert.

Zoekende

Het enige waar voorzitter Ivan De Witte – behalve naar een eerste landstitel – naar snakt, is een welomlijnd imago voor zijn club: “Wij zijn nog zoekende,” zegt hij daar zelf over, verwijzend naar andere clubs waar men zich meteen wél iets kan bij voorstellen, Club Brugge als de Vlaamse volksclub, Standard, Anderlecht of Genk.

Waar AA Gent vandaag voor staat, is nog niet geheel duidelijk. Plots is het van een voetbalvereniging in een ouderwetse accommodatie uitgegroeid tot een modern bedrijf, dat zijn aanhang in één jaar met 60 procent heeft zien toenemen. De vele nieuwe fans hebben nood aan houvast en continuïteit. Die biedt Gent weldegelijk op bestuurlijk niveau. Voorzitter Ivan De Witte, algemeen manager Michel Louwagie en commercieel directeur Patrick Lips zijn al meer dan 20 jaar aan de club verbonden en zorgen daarmee voor een bestuurlijke continuïteit die geen enkele andere eersteklasser kan voorleggen.

Maar mythes worden gemaakt door opvallende prestaties, spelers en trainers met wie het publiek een band krijgt, waardoor ze in de herinnering kunnen blijven hangen.

Hein Vanhaezebrouck en zijn spelers weten waar ze voor staan.

DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN CHRISTOPHE KETELS / BELGAIMAGE

Tegen Zulte Waregem brengt Gent liefst zeven Belgen aan de aftrap. Dat is lang geleden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content