Studenten van de vermaarde Sporthochschule in Keulen berekenden onlangs in het kader van een onderzoek naar de evolutie van het voetbal dat de spelers van ManchesterUnited dit seizoen in de Champions League gemiddeld tien kilometer per wedstrijd liepen. Twee kilometer daarvan werden in een sprinttempo afgelegd. Modern voetbal, zo luidt de conclusie, is vooral tempovoetbal. De bal is altijd maar sneller onderweg omdat de tijd om die bal door te tikken steeds korter wordt. Bij Manchester United, zo blijkt, duurt het balcontact van de spelers die een defensieve rol vervullen gemiddeld niet eens één seconde. Immers: hoe sneller de balcirculatie, hoe beter.

Uit de met behulp van specialisten gemaakte analyses in Keulen, zo schreef het weekblad Der Spiegel, werd één conclusie gedistilleerd: dit EK wordt dat van het offensieve voetbal. Omdat, zo staat in een handvest van 80 pagina’s te lezen, de meeste ploegen zo sterk zijn dat ze uitsluitend van hun kwaliteiten uitgaan. Ze zullen niet proberen het spel van de tegenstander te verstoren, maar zelf hun wil opdringen. Een nobele gedachte.

Of die werkelijkheid wordt, zal de komende weken nog moeten blijken. Grote toernooien, zo herinnerde Der Spiegel, leveren slechts zelden spektakel op, al komt het dikwijls op het veld wel tot innovaties. Tijdens het EK van 1972 bijvoorbeeld werd de libero geïntroduceerd, Franz Beckenbauer gaf toen met zijn techniek en elegantie die vrije verdediger gestalte. Tijdens het WK van 1998 werd de libero definitief begraven en tijdens het WK van 2006 in Duitsland pakten de meeste ploegen uit met twee verdedigende middenvelders, die echter niet naast elkaar ageerden en complementair waren.

Veelzijdigheid en flexibiliteit zijn de sleutelwoorden, posities worden anders ingevuld. Bij Bayern München, zo wordt vastgesteld, kan een ex-aanvaller als Franck Ribéry vanaf de zijkant in de rol van spelmaker kruipen, geen onlogische ontwikkeling, gezien daar de ruimte ligt. Geen ploeg waar de polyvalentie beter tot haar recht komt dan Italië, dat zich vroeger zo graag voedde aan de bron van het realisme. Nu is de rechtsachter in balbezit zelfs middenvelder en aanvaller.

In dit land verdiept René Vandereycken zich graag in tactische facetten. Hij pleegt bij wijze van spreken op drie verschillende televisietoestellen drie wedstrijden te volgen. Alleen heeft hij met die bevindingen in zijn trainerscarrière nog niets gedaan en lijken alle moderne stromingen aan hem voorbij te gaan. Nadat de Rode Duivels anderhalve week geleden een nieuw dieptepunt beleefden in Italië evalueerde de bondscoach vorige week maandag vier uur lang de wedstrijd in de technische commissie. Tegenover bestuurders die niet echt gezegend zijn met een grote tactische kennis praatte de Limburger – die ervan houdt een lang discours af te steken en wiens besprekingen met de spelers ook veel te lang duren – zich er probleemloos uit. De conclusie luidde dan ook dat er niet gepanikeerd moet worden. Maar dat één zaak wel duidelijk is: op 5 september moet de match tegen Estland wel gewonnen worden. Tja …

Intussen zwelt het gemor in de spelersgroep aan. Een paar maanden geleden hielden de meesten nog een pleidooi voor het aanblijven van René Vandereycken, al was dat toen niet abnormaal: op het moment dat je niet zeker bent of er met de bondscoach al dan niet wordt doorgegaan, kan je maar beter niet tegen zijn schenen stampen. Nu zijn loftuitingen aan het adres van Vandereycken nog nauwelijks te horen.

Een van de manco’s van de nationale ploeg is het gebrek aan leiderschap. Ook nu ondergaan de spelers de vreemde tactische kronkels van hun trainer en durft er niemand openlijk zijn nek uitsteken. Op Vincent Kompany na, die na de match tegen Marokko kanttekeningen plaatste bij het systeem maar meteen werd teruggefloten en zijn woorden haastig inslikte.

Dat de jonge spelers hier niet het voortouw nemen, is begrijpelijk. Maar er zijn er anderen, kapitein Timmy Simons voorop. Zij mogen een aantal zaken niet laten broeien en moeten de moed hebben openlijk dat aan te kaarten wat verkeerd loopt. In het belang van de ploeg. S

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content