Na Union en RS Waasland baande ook KV Kortrijk zich een weg naar tweede klasse.

Burgemeester Freddy Willockx glundert op de eretribune, hij heeft een kwinkslag voor hier en een schouderklopje voor daar. Zeer in zijn nopjes ziet hij hoe de tribunes uitpuilen met enthousiast voetbalvolk. Sint-Niklaas beleeft de sfeer van de grote voetbaldagen. Hoe lang is het niet geleden dat nog eens meer dan 4000 voetbalfans naar het Puyenbekestadion afzakten ? Alleen, weet Willockx, betreft het geen aanhangers van de lokale club die het stadion tegenwoordig bespeelt, maar een paar duizend aanhangers van Kortrijk en Turnhout, die meer dan honderd kilometer reisden om hun ploeg aan te moedigen in de ultieme eindrondewedstrijd voor een bijkomende stijger naar tweede.

Na affluiten keren alleen die van Kortrijk gelukkig naar huis, nu KV na drie jaar derde klasse opnieuw inruilt voor tweede. Op de aanhang na is bij KV alles nieuw. Dat geldt voor bestuur en spelers : amper acht van de vierentwintig kernspelers voetballen langer dan twee jaar bij Kortrijk, dat in maart 2001 bij de viering van de honderdste verjaardag nog de boeken neerlegde. Maar donderdagavond vloeide de champagne weer rijkelijk en stond trainer en toekomstig technisch directeur Manu Ferrera na de wedstrijd de pers te woord terwijl de champagne van zijn hemd en broek droop. Als KV volgend jaar wéér promoveert, zal hem dit niet meer overkomen. Daartoe haalde hij bij kampioen Waasland Rudi Verkempinck als trainer.

Dat Ferrera bij Kortrijk belandde, is puur toeval. Omdat, geeft de Brusselaar toe, “Kortrijk de enige club was die me belde. Zo simpel is dat. Ik had alle hoop al opgegeven nog een club te vinden. Daarom was ik op zoek gegaan naar een job buiten het voetbal. Net één week was ik aan de slag als medisch afgevaardigde, toen ik dat telefoontje van Kortrijk kreeg.” Meteen liet hij zijn job vallen voor de voetbalmicrobe. Trainer wordt hij naar eigen zeggen nooit meer. “Omdat ik geen 300.000 frank aan de bond wil betalen voor een Pro License waar ik leer wat ik al elf jaar in praktijk breng. Daarom heb ik een andere trainer gezocht.”

Op de vraag wat er bij Kortrijk de laatste jaren allemaal veranderde, kan Ferrera geen antwoord geven. “Behalve dat er nu een sportief directeur is om de lijnen uit te zetten. En bijna alle spelers zijn nieuw : al drie jaar probeert Kortrijk uit derde weg te raken, maar dat lukte ook vorig jaar niet. Veertig punten halen volstaat niet om kampioen te worden. Daarom liet ik veertien spelers vertrekken en haalde twaalf nieuwe.” Dat waren, op een zeldzame uitzondering na, mannen die wéten hoe het moet en ervaring te koop hadden. Bij Moeskroen werd oud-speler en doelman Kurt Vandoorne vorig jaar al weggehaald. Hij voetbalde vijf jaar geleden nog in eerste met KVK. Bij Bergen werden Claude-Arnaud Rivenet en Tomas Herman gehuurd, bij Beveren met nieuwjaar Stéphane Demets, bij AA Gent Patrick Dimbala. Dat die profs door hun ex-clubs werden doorbetaald, hielp enigszins : alleen had Kortrijk die salarislast nooit kunnen dragen. Ferrera koos voor ervaren spelers “omdat die de enorme druk die gepaard gaat met het moeten promoveren beter kunnen dragen dan jonge voetballers.”

Van de kernspelers ziet Ferrera Dimbala en Rivenet vertrekken. Wie nog gaat en wie in hun plaats komt, weet hij nog niet. Dat hangt van het transferbudget af dat de club hem voor volgend seizoen nog moet geven. Of hij opnieuw ervaren spelers gaat aantrekken ? “Ik wil goeie voetballers, waarvan de leeftijd er niet toe doet. Zoals verdedigers Guy Veldeman en Xavier Chen, die ik nog kende van toen ik ze bij Anderlecht trainde. Als ze Kortrijk het komende jaar maar rustig in tweede kunnen houden. Daarna zien we wel of we verder omhoog mogen kijken.”

Dolgelukkig was in de catacomben van Puyenbeke donderdagavond ook Rudi Verkempinck. Grijnzend : “Wie kan zeggen dat hij in één seizoen met twee ploegen in dezelfde reeks promoveerde ?” Verkempinck krijgt bij traditieclub Kortrijk, waar het afgelopen seizoen gemiddeld 1500 man de tribunes bevolkte, wel meer druk dan bij Waasland waar het er ondanks de titel bij de thuiswedstrijden vrij rustig aan toe- ging.

Lagen de inwoners van Sint-Niklaas vroeger al niet wakker van SK Sint Niklaas, dan doen ze dat nu evenmin voor RS Waasland. Als er 1000 toeschouwers kwamen opdagen voor de wedstrijden van RS Waasland, is het veel. Op verplaatsing kreeg de supportersclub niet eens altijd een bus vol. Red Star Waasland is dan ook een kleine club met een relatief jonge geschiedenis. Onder de naam Red Star Haasdonk ging het tot voor kort op en neer in provinciale, tot de promotie naar vierde klasse in 2000. Toen de ploeg in zijn enthousiasme het jaar daarop voor het eerst in zijn bestaan in één ruk naar derde klasse steeg, voldeed het eigen kleine stadionnetje niet langer aan de voorwaarden voor die nieuwe reeks. Omdat investeren in de eigen infrastructuur geen optie was, werd verhuizen noodzakelijk. Naar Sint-Niklaas, bijvoorbeeld, waar Red Star met open armen ontvangen werd door burgemeester Willockx.

Die drukte zijn nieuwe adoptiekind Red Star Haasdonk vol liefde tegen de borst. Als dank noemt de club zich vanaf het seizoen 2002/03 Red Star Waasland. De verhuizing brengt de vereniging geluk : totaal onverwacht promoveert Red Star Waasland na het behalen van de titel naar tweede klasse. Een verdiende titel, noemen vriend en vijand het. Het mooiste compliment kwam van concurrent Kortrijk, dat de zegevierende trainer van Waasland een contract aanbood.

Dat Verkempinck in het Waasland belandde, was puur toeval. Dat ging zo. Op de terugweg van weer een stage voor de Pro License zat hij in het vliegtuig naast Stéphane Demol, die een telefoontje kreeg van Waasland maar niet geïnteresseerd was. Verkempinck was dat toevallig wel. Zo belandde hij in februari 2003 bij de toenmalige degradatiekandidaat in derde klasse. Dat betekende wel dagelijks 200 kilometer van en naar Meulebeke waar hij aan de topsportschool verbonden is sinds hij lang geleden bij Cercle als jongste trainer in eerste klasse debuteerde.

Zijn geluk bij zijn aankomst, zegt Verkempinck nu, “was dat we ons binnen de maand redden, waardoor we in alle rust het nieuwe seizoen konden voorbereiden. Dat is de verdienste van de manager, Dirk Poppe, de rode draad doorheen de hele club, die ervoor zorgt dat het familiale karakter van Red Star bewaard blijft.” Al snel voelde Verkempinck zich goed bij de manier van werken in het Waasland, dat voor het nieuwe seizoen op een vijfde plaats mikte. Van enige druk voelde hij niets, de werkomstandigheden (perfecte terreinen, die keurig door de stad onderhouden werden) konden niet beter. “Voor het seizoen hoorde ik dat we op stage zouden gaan naar Keulen. Toen ik hoorde dat de vrouwen mee mochten, viel ik haast steil achterover. Nooit meegemaakt. Maar het werd een fantastische ervaring.”

En het team ? Verkempinck geeft grif toe dat een ploeg als Kortrijk meer individueel talent had. “Maar Waasland, dat ook ex-eersteklassers als Kenny Verhoene (ex-Gent, Sint-Truiden, Harelbeke) en Jerry Poorters (ex-Lierse) kon inbrengen, had het beste collectief. Een evenwichtig elftal dat tactisch goed in elkaar stak en waar iedereen goed aan elkaar hing. Wij vormden een blok dat niet eens dertig goals tegen kreeg. Ons grote voordeel was dat we het minst gele en nul rode kaarten pakten, waardoor we elke week met dezelfde ploeg konden spelen. Nooit eerder maakte ik een team mee dat ook menselijk zo goed aan elkaar hing.”

Kort voor nieuwjaar dacht niemand aan de titel : Turnhout lag toen ook tien punten voor. Het keerpunt noemt Verkempinck de overheveling van ex-Denderhoutemspeler Sebastien Dufoor van de zijkant naar de spits : “We konden voorin geen bal vasthouden, maar zodra Sebastien daar postvatte, bleven we 22 wedstrijden ongeslagen, tot de slotwedstrijd tegen Capellen.”

Toen Verkempinck in januari benaderd werd door Kortrijk, wist hij nog niet dat hij de toekomstige kampioen zou verlaten. Op 25 februari tekende hij bij de West-Vlamingen. “Omdat ik het gevoel had dat ik er bij Waasland echt het maximum uitgehaald had en omdat Kortrijk, een ploeg uit mijn regio, ook veel ambitie uitstraalde.” De mededeling van zijn vertrek tastte de winning spirit bij Red Star niet aan. “Toen we de tweede periodetitel wonnen, kwam Hervé Van Overtvelt (ex-Beveren) me opzoeken. ‘Sorry trainer,’ zei hij, ‘maar in mei gaan wij met vakantie, we gaan die eindronde niet spelen, hoor. We worden gewoon kampioen !’ ( Lacht.)”

Een puinhoop laat de afscheidnemende trainer niet achter, integendeel. Verkempinck voorspelt Waasland als nieuwkomer in tweede een zorgeloos seizoen in de linkerkolom van de rangschikking. “De andere ploegen gaan verschieten als ze tegen zo’n hecht blok aantreden. Het steekt zeer goed in elkaar, het blijft een complementair elftal.” Het enige minpunt, merkt hij op, blijft de beperkte achterban. “Af en toe speelden we al eens voor 1000 toeschouwers, maar dat is te weinig. De concurrentie in de regio is moordend : Lokeren, Beveren, Hamme, Nieuwkerken. Dat is niet niets.”

door Geert Foutré

‘Wie kan zeggen dat hij in één seizoen met twee ploegen in dezelfde reeks promoveerde ?’ (Rudi Verkempinck)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content