Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

België heeft geen spitsen meer en daar lijken de Rode Duivels het eerste slachtoffer van. Waar loopt het fout ? ‘We leiden ze niet op.’

In de vorige eindronde, die naar Duitsland had moeten leiden, hadden de Rode Duivels het héél moeilijk voorin. In de duels tegen Servië en Spanje werd niet gescoord, uit in Bosnië evenmin. Tegen de Litouwers met heel veel moeite in elke wedstrijd één keer. Alleen tegen San Marino liep het lekker, met een goaltjeskermis op het Kiel. Toen hij overnam van Aimé Anthuenis wist René Vandereycken meteen dat hij werk had met de offensieve animatie. Maar zie, tegen Kazachstan liep het daar al meteen verkeerd, de nul bleef op het bord. De paar kansen die de Duivels afdwongen met gooi- en smijtwerk voor doel werden allemaal verijdeld door de bezoekende keeper. Heeft de nationale ploeg geen spitsen meer ? Hoe komt dat ? Een rondvraag.

De moeilijkste positie

Marc Degryse (23 goals in 63 interlands) : “Dat we géén spitsen meer hebben, durf ik niet zo scherp stellen. Maar je hebt wel een punt als je stelt dat we nooit Europese afwerkers van topniveau hadden, jongens die het bij een Europese topclub hebben gemaakt. De reden ligt volgens mij bij de opleiding en de verwachtingen. In Nederland produceren ze die wel, maar dat komt door een andere manier van denken. Van bij de jeugd spelen ze er met drie spitsen en werken ze aan specifieke aanvallende kwaliteiten. Ons voetbal is van nature anders, organisatie en discipline vindt men hier belangrijk. Hier in Brugge blijven we het proberen. Tot op Belgisch niveau gaat het ook, Yulu-Matondo en Kevin Roelandts spelen hier nog, Dieter VanTornhout heeft zijn kansen gekregen. Maar internationaal niveau is nog iets anders, ja. Dan verwijs ik ook direct naar de geschiedenis : als iets de voorbije dertig jaar niet is gelukt, draai je dat niet om in een-twee-drie. Zelfs niet als je er extra aandacht in de opleiding aan gaat besteden. De eisen liggen zo hoog. In moeilijke omstandigheden, technisch, fysiek én mentaal overeind blijven, is niet eenvoudig. Voor mij is het de moeilijkste positie in een elftal. Bovendien is het, om naar de nationale ploeg te verwijzen, in België nooit een eenvoudige positie geweest. Spitsen worden door ons nogal eens aan hun lot overgelaten. In Nederland is dat anders. Waarom liep het onlangs fout met Oranje ? Omdat Ruudvan Nistelrooij nooit in stelling werd gebracht. Oranje speelt vaak in functie van zijn spitsen, wij niet. Wij willen dat een ploeg collectief is, dat iedereen meeverdedigt. Wij spelen iets meer vanuit de organisatie, van achteruit. Bij ons zijn infiltrerende middenvelders daarom vaak belangrijk.”

Alex Czerniatynski (in 31 interlands goed voor 7 goals) vindt wel dat er geen opvolgers meer zijn. “En dat merk je als je wedstrijden ziet van de nationale ploeg. Wie heeft nog de technische en fysieke mogelijkheden om oorlog te maken ? In principe benadert van de huidige selectie alleen Luigi Pieroni de kwalificatie van echte spits. Hij is sterk, kan een bal bijhouden, scoort makkelijk, onlangs nog drie keer op Europees vlak.

“Ik heb de Pro Licence-opleiding gevolgd en heb daardoor wat kunnen kijken hoe ze het in andere landen doen. En dan zijn mijn ogen toch opengegaan. In het buitenland hebben ze specifieke trainers voor de spitsen. En dan vraag ik me af waarom het hier ook niet zou kunnen. We hebben een conditietrainer, een revalidatiecoach, een trainer voor de doelmannen, een assistent, waarom ook geen trainer voor de spitsen ? Misschien zullen clubleiders zeggen : dan staat er dan wel héél veel volk op het terrein. Et alors ? Ze worden er toch beter van ? Ik heb een tijdje in Luik gewerkt, bij Standard, met jongens als Remacle en Mirallas. Ze zijn er gekomen. Het is te leren, zeer zeker. In duel gaan, zowel over de grond als in de lucht, afwerken, dat zijn dingen die je kan aanleren. Helaas kiezen voetballers vaak de makkelijke weg, met het gezicht naar de goal. Middenvelder, sorry dat ik het zeg, dat is een makkelijke job, vergeleken bij die van spits.

“Een tweede probleem vind ik het gebrek aan geduld. Ergens begrijp ik dat, het gaat in de eerste klasse om de punten, om onmiddellijk resultaat. Een spits moet er staan, of de portefeuille wordt opengetrokken en er komt een andere, wellicht een buitenlander. Ik vind dat jongeren iets meer krediet zouden moeten krijgen.”

Erwin Vandenbergh (48 interlands, 20 doelpunten) legt ook de verantwoordelijkheid bij de opleiding en probeert daar als jeugdcoördinator van Westerlo wat aan te doen. “Door veel meer specifiek werk, zoals in Nederland. Ik eis kwaliteit in de begeleiding. Vorig seizoen had ik Eddy Voordeckers, maar door omstandigheden – Eddy werkt in een ploegenstelsel – hebben we dat moeten herzien. Daarom zocht ik onlangs contact met Alain Van Baekel. Op maandag en dinsdag komen alle spitsen van alle ploegen aan bod. Ik ben in het kader van het samenwerkingsverband met Feyenoord in Rotterdam geweest. Daar zag ik Gaston Taument aan het werk. Wij kunnen maar dromen van die werkomstandigheden, op bepaalde dagen staan ze in Nederland met zes, zeven trainers voor twaalf of dertien spelers op het veld.

“Een tweede zaak is wat Alex zegt : geduld. Buitenlanders mogen hier spelen, op voorwaarde dat ze een meerwaarde betekenen. Er is talent, dat merk je aan de blijvende belangstelling van de Nederlandse clubs. Ik geloof dat er inmiddels vijftig Belgische jongeren bij PSV spelen. Als we geen talent zouden hebben, ook op offensief vlak, stonden die hier niet elke week langs de lijn. Ik had het als spits, mijn zoon ook. Voor een stuk is het genetisch bepaald, zie Daerden, zie Snelders. Maar het is niet alleen een kwestie van een bepaalde gave die bij de geboorte is meegegeven, maar ook een kwestie van werken en tips meegeven.”

Opleidingscentra

Wat loopt er fout in de opleidingscentra ? Werner Deraeve, dertien jaar verantwoordelijk voor de Anderlechtse jeugdopleiding : “Als ik er op terugkijk zijn we er al die tijd nooit in geslaagd keepers en diepe spitsen op te leiden. De twee moeilijkste posities misschien, maar goed, die vaststelling moet je durven maken. Misschien hebben we daarbij fouten gemaakt, zijn we, zeker bij de spitsen, te veeleisend geweest. Ze moesten de perfecte voetballer zijn. Technisch, tactisch, fysiek, snel… Waren ze dat niet, dan trokken we ze een rij achteruit, werden het middenvelders, stoppers of flankverdedigers. Topspitsen zijn lang niet die complete voetballer die wij eisten. Van Nistelrooij, Makaay, zelfs Gerd Müller. Draaide kort, schoot en scoorde makkelijk, maar in de combinatie niks. Neen, ik vrees dat we te gestructureerd werkten, te georganiseerd en te rap afserveerden.

“Anderlecht heeft in zijn jeugdopleiding geen individuele trainers voor de spitsen, neen. We hebben individuele trainers, maar niet positiegericht. Ik geloof er wel in, in specifiek werk. Zeker met keepers, eventueel met spitsen. Ik geloof niet in het dada van de trainers, dat spelers multifunctioneel moeten zijn. Iemand moet één of twee posities aankunnen, maar specialiteiten moeten blijven. In mijn ogen zijn spitsen aanvallers die fris moeten zijn als ze een bal moeten afmaken.”

Hans Galjé geeft de Brugse jeugdopleiding al geruimte tijd dynamiek. Galjé, ex-doelman en ex-Ajax, lacht fijntjes : “Wij brengen wél keepers. Dat van die spitsen vind ik geen Belgisch probleem. Neem de selecties van de buitenlandse topploegen : ook daar zijn de topspitsen vaak buitenlandse vedetten, Afrikanen, Brazilianen, Oost-Europeanen. Manchester United heeft Wayne Rooney, maar die pikten ze zelf ook weg bij Everton, die komt evenmin uit de eigen jeugdopleiding. Het is een zeldzaam ras, de topspitsen. Dieter is hier niet doorgebroken, maar bewees toch bij Sparta en nu in Roda dat hij de eerste klasse aankan. Kevin krijgt nu zijn kans, al zou ik hem geen echte spits noemen. Hij kan het wel in bepaalde omstandigheden, en in de juiste combinatie.

“Ik kan Werner volgen als hij stelt dat we ze misschien te makkelijk doorschuiven naar achter, er een middenvelder van maken, of een verdediger. Dat ze in Nederland meer spitsen produceren, is cultureel bepaald, daarin volg ik Marc. Wat Erwin zegt, houdt misschien wel steek. Een spitsencoach. Misschien is zo iemand aanstellen een denkpiste voor de toekomst. Maar dan heb je het weer over budget en middelen, al kan ik me wel inbeelden dat zo’n trainer zich op termijn wel terugbetaalt.”

Wallonië

Opvallend als je het lijstje met clubs afloopt, is dat men in Wallonië geen Belgische aanvallers meer lopen heeft. Zelfs Moeskroen niet. Het failliet van Futurosport ? Philippe Saint-Jean, nu Tubeke maar de fundamentenlegger van dat project en vanuit de bond ook sturend in de opleiding : “Het verhaal van de spitsen is hetzelfde als het verhaal van de hele Belgische jeugdopleiding : er is er geen. Dus heb je ook geen spitsen. We voetballen niet meer op straat, dat tekort moet goedgemaakt worden bij de clubs. Maar net daar hebben ze de evolutie niet gevolgd. Gelukkig heeft men bij de bond al ingezien dat er wat moest gebeuren en heeft men gezorgd voor een opleiding van formateurs. Die mensen moeten nu aan de slag. Alleen… ( zucht) In Frankrijk is men daarmee op de proppen gekomen in 1972. We zijn nu 2006, we lopen dus ongeveer veertig jaar achter.

“Dat de Waalse clubs zich heel snel oriënteren naar de Franse markt, kan ik begrijpen. De lagere afdelingen in Frankrijk staan op een hoger niveau, daar krijgen spitsen, sowieso beter opgeleid, meer kansen, terwijl ze verder kunnen trainen op profniveau. Maar het kan hier ook, dat bewijzen de Belgische jongens die uit de tweede, derde of zelfs vierde klasse komen. Genre Bouchouari, Sterchele, of Dufoor. Ik vind dat helemaal niet erg, dat ze even moeten afzakken om aan speelminuten te komen.”

Christophe Dessy was twee jaar jeugd- coördinator op Sclessin en werkte daarvoor zes jaar in Nancy. “Op Standard hadden we geen echte spitsentrainers, maar werkten we wel apart met de offensieve en de defensieve spelers.

“We zijn ook maar een land van tien miljoen inwoners. Je kan moeilijk met het buitenland vergelijken, want zelfs daar is het niet eenvoudig. Kijk naar Duitsland, dat op het WK aantrad met twee spitsen van Poolse origine. Trezeguet, in de spits bij Frankrijk, is een jongen met Argentijnse roots. Alle nationale ploegen zijn hun eigen identiteit aan het verliezen. Kijk weer naar Duitsland op het WK : dertig jaar geleden was het ondenkbaar dat een black de kleuren van de Mannschaft zou verdedigen. Alles verandert. Maar je hebt gelijk : als we Salou of Tchité naturaliseren, hebben we misschien wel spitsen, maar op de korte termijn. Ik denk dat het tijd wordt dat de bond de problemen inziet en ze aanpakt. We lopen inderdaad veertig jaar achter. Nu spelen we nog gelijk tegen Kazachstan, maar volgens mij hebben we de bodem nog niet bereikt. Straks verliezen we van dat soort ploegen…”

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content