Stéphane Pellé is gelukkig in Aalst.

Nu BC Oostende het helemaal laat afweten (als enige club nog zonder overwinning in deze competitie), is er aan de top ruimte voor een nieuwe naam: Okapi Aalstar. Eigenlijk niet eens zo’n grote verrassing, de Aalstenaars bevestigen gewoon al het goede van vorig seizoen. Ze konden de ploeg bijeenhouden en zelfs versterken met de komst van de mobiele centerspeler Stéphane Pellé (28, 2,04 m). Komend weekend staat Aalstar tegenover Luik, de club waar Pellé drie jaar speelde. “Ik ben nog altijd ontgoocheld dat ze een blessure aan de knie voorwendden om mij uit de ploeg te weren”, vertelt de Kameroener. “Maar goed, die bladzijde heb ik ondertussen omgedraaid. Zaterdag sta ik tegenover mijn vrienden.”

Pellé ziet drie redenen voor de huidige hoogconjunctuur die zijn nieuwe werkgever nu te beurt valt: “Een goede voorbereiding waarin we voldoende wedstrijden van niveau speelden. Ten tweede een gunstige kalenderindeling bij de competitiestart, waardoor we vertrouwen in de ploeg konden pompen. En ten derde de trouwe steun van onze supporters, die ons overal volgen. Een week geleden in Oostende zaten er zeshonderd fans van ons in de tribune, verkleed alsof het carnaval was.”

Het is vooral die ambiance rond Okapi Aalstar die het grote verschil maakt met zijn ex-club Luik, beweert Pellé: “De Country Hall is groter dan het Forum in Aalst, waardoor ze ook moeilijker vol loopt. En zelfs al doen ze daar hun best er de sfeer in te krijgen, vergeleken met hier blijft het allemaal wat koeltjes.” De centerspeler voelt zich dan ook in zijn nopjes in zijn nieuwe omgeving. “Ik vond hier een club met gezonde ambities. In eerste instantie de play-off bereiken, binnen de top zes eindigen dus. Vanaf daar kan alles. Zoals Aalstar vorig seizoen al toonde door Oostende uit te schakelen en de halve finales te bereiken. Ik kan het goed vinden met coach Brad Dean. Hij vraagt me in de eerste plaats te verdedigen, maar wat ik vooral aan hem kan waarderen, is dat hij me stimuleert zonder te veel druk te leggen. Mijn eerste weken bij Okapi lukte mijn shot niet al te best. Dean zei me gewoon verder te werken en dat alles wel vanzelf zou komen. Zo gebeurde. We hebben zeven evenwaardige spelers, aangevuld met goede jongeren, volgens mij de ideale mix. Ik vraag me trouwens af hoe ze dat bij Charleroi in de hand houden met hun twaalf potentiële titularissen. En dan voegden ze er recent nog Matt Walsh aan toe.”