middenvelder

Belg, geboren op 30 juni 1988 in Sint-Truiden. 1,79 meter – 69 kilo. Profiel: de stoïcijn.

Giel Deferm: “Ik ben altijd een STVV-man geweest. Ik ben opgegroeid in Kozen, op zo’n tien kilometer van Sint-Truiden. Van jongs af aan kwam ik naar Stayen, meestal tussen de hevige supporters in de ‘ kop‘. Maar meezingen en mee staan brullen, dat deed ik niet. Ik ben niet echt een roeper.

“Ook in de kleedkamer houd ik me nogal op de achtergrond, maar dat betekent niet dat ik me niet amuseer. De eerste maanden is het als jonge gast natuurlijk niet eenvoudig. Ik ben niet iemand die meteen anderen aanspreekt of het woord voert. Maar er zijn gelukkig wel ervaren spelers die je onder hun hoede nemen. Nu is dat bijvoorbeeld Peter Delorge, maar in het verleden heb ik ook veel gehad aan Marc Hendrikx. Hij stimuleerde me om met een eigen fitnessprogramma te starten.

“Deze zomer heb ik een moeilijke periode gehad. In tweede klasse was ik een basispion in de kampioensploeg: ik was Guido Brepoels‘ vaste man op de linksachter. Daardoor heb je natuurlijk een bepaald verwachtingspatroon. Toen Denis Odoi bij de groep kwam, bleek dat hij niet alleen rechts, maar ook links achteraan kan spelen. Hij kreeg de plaats van linksback in het type-elftal. Dat was wel even slikken voor mij, ik was teleurgesteld dat er geen basisplaats voor mij was weggelegd. Intussen begrijp ik dat de trainer mij in de toekomst enkel als middenvelder wil uitspelen. Ergens wel logisch, want zo ben ik ook opgeleid in de jeugd. Maar ik ben niet ongeduldig en ga me daar zeker niet nerveus over maken. De trainer is met zijn vak bezig, dus hij zal wel gelijk hebben. Ik wacht rustig mijn kans af.

“Mij krijg je normaal gezien niet kwaad. Innerlijk kan ik misschien wel boos zijn, maar je zult het niet aan mij zien. Ik ga zelden impulsief reageren. Twee jaar geleden was er bijvoorbeeld een incident met een steward in de wedstrijd op AA Gent. Iedereen op onze bank vloog recht en ging zich mengen in het tumult. Ik was de enige die rustig bleef zitten. Wat heb ik te zoeken in zo’n opstootje? Dat haalt toch niets uit … Zelfs als ik een doelpunt maak, ga je me niet uitbundig zien vieren. Gewoon even bij de groep gaan en dan terug naar de eigen helft. Die kalmte heeft natuurlijk ook een negatieve kant. Soms ben ik te rustig, denk ik. Het kan geen kwaad dat ik een beetje gestimuleerd word. De trainer verwacht meer scherpte van mij, ik ben soms niet fel genoeg.

“Ik zie mezelf niet echt als een twijfelaar, al denk ik meestal wel grondig na over de dingen. Voor ik iets doe, wil ik weten wat de gevolgen zijn. Ik heb gekozen om het voetbal te blijven combineren met mijn studies. Vooral mijn moeder vond dat belangrijk, maar ik word daarin ook ten volle gesteund door de club. Maar als ik de anderen in de ploeg zie die na de training gewoon naar huis gaan, dan begin ik soms te twijfelen. Zij moeten geen lessen meer inhalen, niet meer studeren, ze kunnen zich volledig toeleggen op het voetbal. Ik vraag me soms af of ik niet beter zou presteren, mocht ik me ook volledig op het voetbal kunnen toeleggen.”

door bregt vermeulen

“Ik reageer zelden impulsief.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content