Stel: je kan een aardig potje voetballen en je bezit een dubbele nationaliteit. Welke nationale ploeg kies je dan? Welke criteria spelen een rol? Volg je het hart of het verstand? Sport/Voetbalmagazine luisterde naar de ervaringen van ouders, managers, scouts, trainers en uiteraard de spelers zelf.

Het huidige debat rond jongens als Nacer Chadli en Mehdi Carcela-Gonzalez is een rechtstreeks gevolg van de gewijzigde etnische verhoudingen binnen de huidige samenleving. Steeds meer een smeltkroes van culturen. Sportsocioloog en VUB-rector Paul De Knop wijst daarbij op een tegenstrijdigheid: “Terwijl in de hedendaagse maatschappij grenzen en nationaliteit steeds meer vervagen, is het in de sport wel nog een belangrijk aspect. Het verscheurt de jongeren: ze hebben roots in het ene land, maar een leven in het andere. Sowieso al een belangrijke identiteitsvraag, maar in het bijzonder voor topsporters, aangezien hun beslissing onomkeerbaar is en beslissend kan zijn voor hun carrière.”

Aan de hand van gesprekken met personen die rechtstreeks met dit thema te maken krijgen, kwamen we tot vijf pijlers die duidelijk maken waarom dergelijke beslissingen vaak zo moeilijk zijn voor profvoetballers.

Sociale druk

Een quote van Marouane Chamakh, sterspeler bij Arsenal, die op negentienjarige leeftijd Marokko boven Frankrijk koos. “Ik heb een beetje spijt van mijn keuze”, vertelde Chamakh enkele maanden geleden op uefa.com, “maar ik wist hoeveel het betekende voor mijn ouders.”

Vaak zijn de ouders de enige link die jongens met de dubbele nationaliteit nog hebben met hun roots in een ander land. Maar wel een belangrijke. “Zeker als die jongens ouders op leeftijd hebben, mensen die nog uit een generatie stammen waarin traditie heel belangrijk was”, stipt de Marokkaanse Belg en ex-international Nordin Jbari aan.

Toch zijn het niet altijd de ouders die het laatste woord voeren. Zoals in het geval van Mehdi Carcela-Gonzalez bleek. Zijn vader, Francisco, een man met Spaanse roots, is er nog steeds het hart van in: “Zijn moeder, een Marokkaanse, en ik wilden dat hij voor België koos, maar plots besliste hij dat het Marokko zou worden. We snappen het nog altijd niet. Sindsdien hebben Mehdi en ik niet meer gepraat met elkaar. Ik vermoed dat de reden bij zijn vrienden gezocht moet worden. Medhi groeide op in een buurt van Luik waar vooral Marokkanen wonen. Hij is nog een kind en zeer beïnvloedbaar. Hij beseft niet goed wat voor een belangrijke beslissing dit is voor zijn carrière. Maar ja, ginds is hij nu een ster, hè. Hij is voorpaginanieuws.”

Kiezen voor een bepaald land kan daarbij een middel zijn om aanvaard te worden in de Marokkaanse gemeenschap. “Want hoe je het ook draait of keert blijven Marokkanen steeds bestempeld als Marokkanen, ongeacht of hun geboorteplaats in België dan wel Marokko ligt”, zegt professor De Knop. “Dat maakt dat Maghrebijnse (familie)banden sterker zijn dan elders.”

Kismet Eris, makelaar van Sinan Bolat en Christian Benteke: “Soms kan een speler zich beter voelen bij België maar toch kiezen voor een ander land omdat hij bang is voor de reacties en omdat hij niet stevig genoeg in zijn schoenen staat. Fellaini had wel dat karakter, Carcela niet.” Een mening die vorige week nog bevestigd werd door Erik Gerets, bondscoach van Marokko, die in dit blad wees op het onvolwassen gedrag van Carcela op en naast het veld. Dat is wellicht ook de reden waarom Georges Leekens zijn armen net iets wijder open zet voor het verwelkomen van Chadli dan voor Carcela.

Abdellatif Khlale, Belgisch correspondent voor verschillende Marokkaanse media en tevens vertrouwensman van spelers als Yassine El Ghanassy, Mbark Boussoufa, Nabil Dirar en Carcela, werpt nog een ander licht op de zaak, die de sociale druk van sommige ouders ook relativeert: “Meestal aanvaardt de familie gewoon wat de zoon beslist, want je mag niet vergeten dat in vele gevallen de voetballende zoon eigenlijk een heel gezin onderhoudt met zijn inkomsten. Dus echt lastig zullen de ouders niet durven doen.”

Sportieve perspectieven

Voetballers kijken ook naar de sportieve mogelijkheden van de nationale ploegen. Waar heb ik de meeste kans om ooit een groot toernooi te spelen? Daarnaast zullen ze ook de concurrentie op hun positie evalueren. Hoe goed is die? Hoe lang zal die nog meedoen? Als Joachim Mununga, die al eens in de voorselectie van Georges Leekens zat, voor Congo kiest, heeft dat evenveel te maken met de concurrentie op zijn positie ( Dembélé, Legear, Mirallas, Hazard, De Bruyne) als met nationale trots.

Het is een aspect waar bijvoorbeeld een minder kapitaalkrachtig land als Congo handig op inspeelt. “Wij halen het voorbeeld van Ivoorkust, Kameroen of Senegal aan”, verklaart Christian N’Sengi, coach van de Congolese U23 en woonachtig in België, zijn aanpak. “Als alle talenten uit het buitenland beslissen om zich achter een project te zetten, kan je iets moois bekomen. Bij Ivoorkust zorgde Didier Drogba voor die déclic. Dat proberen wij nu ook met Congo. Ilombe Mboyo, Andréa Mutombo, Geofrey Mujangi Bia, Junior Kabananga: als zulke jongens gezamenlijk die stap durven zetten, kunnen we een mooie ploeg vormen en wie weet zelfs prijzen pakken. Dat vertel ik hen.”

Ilombe Mboyo (23), onlangs getransfereerd van KV Kortrijk naar Gent, beaamt: “Ik ben al tweemaal door Congo geselecteerd, maar ik ben nog geen enkele keer gegaan. Ik wacht liever af om te zien wat de anderen doen.”

De sportieve aantrekkingskracht van Marokko schuilt in de nieuwe topsportcultuur die er de voorbije jaren geïmplementeerd werd. ” Erik Gerets als bondscoach is daar een exponent van”, legt Khlale uit. “Er is geïnvesteerd in nieuwe stadions, voetbalacademies en bekwame mensen uit alle domeinen. De Nederlander Pim Verbeek, ex-bondscoach van Australië, is nu technisch directeur van de voetbalbond. Er is zelfs een nieuwe competitie uitgetekend die vanaf volgend seizoen helemaal professioneel zal zijn. Ik verwacht dat er in de toekomst minder Marokkanen van buitenaf gehaald zullen worden voor de nationale ploeg.”

De sterkte van de eigen competitie is volgens Kismet Eris een voorname factor die de wervingspolitiek van een voetbalfederatie bepaalt. “Turkije moet niet per se over de landsgrenzen spelers gaan overtuigen omdat de meeste Turkse internationals in eigen land aan de slag zijn. Voor Marokko is dat anders: ze zijn verplicht de goede Marokkanen in het buitenland te halen en gaan daarom assertiever te werk”, aldus Eris.

Trots van het volk

Mbark Boussoufa, eerder in dit blad: “Ze zijn in Marokko heel emotioneel. Spenderen er hun laatste geld aan een ticket voor een interland. Ik heb tegen Gabon iemand gezien die geld moest lenen om naar de wedstrijd te gaan kijken. Ik geniet er een enorme populariteit omdat ik Marokko heb verkozen boven Nederland. Als Yassine (El Ghanassy) voor Marokko had gekozen, zou hij daar nu een ster zijn.”

Kismet Eris: “Als je ziet hoe fanatiek Turken of Marokkanen voor hun land supporteren, maakt dat indruk. België is bovendien momenteel niet echt een toonbeeld van eenheid. In Marokko zijn ze ook niet helemaal thuis, maar er heerst tenminste eenheid en een sterkere identiteit met het land.

“Het heeft ook te maken met integratie en respect”, gaat Eris verder. “Op een moment dat Bolat bij de Belgische U20 nauwelijks vierde keeper was, bood de Turkse bond hem een plaatsje bij de Turkse beloften. Dan ga je het als jonge gast aanvoelen alsof het ene land je meer welkom heet dan het andere. Dat is een momentopname, maar wel een beslissende.”

De situatie van Christian Benteke is volgens Eris het tegenvoorbeeld: “Zijn keuze voor België is zelfs nooit een thema geweest. Hij is trots op zijn huidskleur en heeft nooit integratieproblemen gekend. In zijn hoofd is het dus altijd duidelijk geweest, waardoor de latere keuze ook makkelijker is. Iemand die al heel zijn leven twijfelt bij welk land hij hoort, zal ook bij de keuze voor een nationale ploeg langer twijfelen.”

“De band met een land hangt echt af van speler tot speler”, weet STVV-verdediger Denis Odoi, kind van een Ghanese vader. “Hebben ze er bijvoorbeeld nog veel familie wonen, komen ze er vaak of spreken ze de taal? Ik spreek bijvoorbeeld geen Ghanees, ik zou het dan wel wat vreemd vinden om voor een land te gaan spelen waar ik de taal niet van spreek. Anderzijds, als je kiest voor landen als Marokko of Ghana, dan ben je echt wel een icoon daar. Terwijl je in België gewoon een international zoals zovelen bent.”

Economische overwegingen

Naast sportieve perspectieven kunnen ook financiële middelen ingezet worden om een speler te overtuigen. Enkele weken geleden in De Zevende Dag liet Georges Leekens uitschijnen dat de Marokkaanse voetbalbond wel eens een vakantie aan Carcela cadeau gedaan zou hebben. Een verhaal dat nadien in Sport/FootMagazine bevestigd werd door Khlale, toch iemand die zeer dicht bij de Marokkaanse bond en spelers staat. “Mehdi was samen met El Ghanassy en Benteke op vakantie, ze kregen van de federatie een wagen en een appartement ter beschikking.” Nadien trok Khlale die verklaring weer in.

Officiëler is het aanbieden van monsterachtige premies in geval van kwalificatie voor een toernooi of bij winst tegen belangrijke tegenstanders. “De Turkse internationals kregen bij winst tegen Duitsland en Azerbeidzjan elk 150.000 euro premie”, stipt Kismet Eris aan. “Of neem het voorbeeld van de Turkse nationale basketbalploeg, die vorig jaar zilver behaalde op het WK basketbal. Elke speler ontving een kilo goud, een villa en 1,5 miljoen euro. Als je echt moet gaan kiezen, kan dat een rol spelen.”

Christian N’Sengi: “In Congo hangt alles af van de president, die kan op eigen houtje beslissen welke financiële compensatie er aan resultaten vast hangt. In de tijd van Mobutu gebeurde dat constant: huizen en auto’s werden uitgedeeld. Nu kan dat niet meer. Dat zou wel heel gortig zijn in een land waar de armoede regeert. Marokko kan zich dat wel permitteren.”

En er is nog een ander economisch aspect verbonden aan het kiezen voor een nationale ploeg: de marktwaarde. Als international stijgt die sowieso. “Daarbovenop komt dat een speler die het goed doet op de Afrika Cup in de kijker loopt en een mooie transfer kan versieren. Eens ze die beet hebben, zien we de speler in kwestie soms niet meer”, zegt N’Sengi.

Het is echter een gedachtegang die enkel bij de ‘mindere goden’ van tel is. Voor de toppers kan de keuze voor een Afrikaans land juist nefaste gevolgen hebben. “Of denk je dat Lukaku als international van Congo nu al 30 miljoen euro waard zou zijn?”, stelt N’Sengi retorisch.

Invloed op de carrière

Michel Preud’homme, bij FC Twente trainer van Nacer Chadli: “Ik kijk puur naar wat het beste is voor de carrière van Nacer. Als een club kan kiezen tussen een international die vaak op reis moet en om de twee jaar de Afrika Cup speelt, of een international van een Europees land, dan zal de keuze snel gemaakt zijn.”

Niet mis te verstane woorden. Waarop Chadli dan ook wijselijk besloot in te gaan op de selectie van Leekens, na dixit Chadli “een goed gesprek met Michel Preud’homme”.

Ook van clubs uit wordt dikwijls op slinkse wijze het een en ander gestuurd. Illustratief is het verhaal van Ilombe Mboyo: “Niet lang geleden had ik een gesprek met iemand van de Congolese federatie. Hij vertelde me dat ze al meermaals oproepingsbrieven naar mijn club hadden verstuurd. Blijkbaar zijn die nooit tot bij mij geraakt.” Het illustreert de manier waarop sommige clubs soms het een en ander ‘sturen’ zoals zij het willen, niet hoe de (meestal Afrikaanse) speler het wil. Bij de clubs ontkennen ze dergelijke praktijken in alle toonaarden. Zo ook Mogi Bayat, ex-manager van Charleroi, waar Mboyo tot vorig jaar speelde: “Wij hebben bij Charleroi nooit brieven achtergehouden. Denk je trouwens echt dat voetbalfederaties geen andere manieren kennen om spelers op de hoogte te stellen?” Christian N’Sengi, de man die voor de Congolese nationale ploeg contacten legt met potentiële internationals in België, deinst echter niet terug om het probleem aan te kaarten. “Clubs die brieven achterhouden van Afrikaanse bonden, dat is schering en inslag”, beweert hij. “Natuurlijk hebben wij eerst al met de speler zelf contact opgenomen, maar daarna moeten wij volgens de FIFA-reglementen een brief naar de club sturen om de vrijgave te vragen voor een officiële interland. Het is díé brief die clubs soms achterhouden. Of ze vertellen de speler dat de selectiebrief te laat is toegekomen bij hen. Ik ontken niet dat wij inderdaad soms te laat verzenden, maar het wordt dikwijls heel makkelijk als excuus gebruikt om een Afrikaanse speler in België te houden. En als zelfs dat niet volstaat, zetten ze de speler onder druk door te dreigen dat hij zijn plaats verliest als hij vertrekt. Croyez-moi monsieur, on fait tout pour nous couillonner!”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS

“Ik heb een beetje spijt van mijn keuze, maar ik wist hoeveel het betekende voor mijn ouders.”

Marouane Chamakh over zijn keuze voor Marokko

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier