Als Turkije vrijdag van België wint, zullen toeterende auto’s en rood-witte vlaggen daar in de Gentse straten fier de aandacht op vestigen. Maar achter het gejoel groeit ook de vraag waarom de plaatselijke Turkse gemeenschap zo moeilijk de weg vindt naar het Ottenstadion.

De Sleepstraat geldt als een van de meest Turkse straten in Gent. Behalve aan uitstekende Belgische en Turkse restaurants en cafés roept ze ook associaties op aan een paar vergeldingsacties met vuurwapens en auto’s. Maar vanavond eist iets anders de aandacht op: voetbal.

Twee-nul voor Turkije, gebaart een oudere man die even een luchtje komt scheppen. Zo verlaten als de Sleepstraat erbij ligt terwijl Turkije tegen Oostenrijk speelt, zo vol blijken de cafés te zitten. Maar als daarna België het opneemt tegen Azerbeidzjan wemelt het volk de straat op en floepen de televisies onherroepelijk uit of wordt weg gezapt naar een muziekprogramma. Waar de televisie toch op voetbal blijft staan, worden de speelkaarten bovengehaald. De vraag naar welk land de voorkeur uitgaat bij alle Turkse Gentenaren, die veelal de dubbele nationaliteit hebben, hoeft niet eens gesteld.

“Hoeveel inwoners heeft België?”, vraagt Erdinç Kurtulus retorisch. “Twaalf miljoen? Hoeveel van hen zijn er geïnteresseerd in voetbal? Laten we zeggen vijf miljoen. Maar als er in Turkije tachtig miljoen wonen, zijn er onder hen misschien zeventig miljoen geïnteresseerd in voetbal. Galatasaray heeft een nieuw stadion gebouwd met 60.000 zitplaatsen. Elke thuiswedstrijd zit er minimaal 50.000 man. Besiktas en Galatasaray zijn ook houder van het wereldrecord qua geproduceerde decibels door supporters: 132.”

Erdinç Kurtulus was (onder Georges Leekens) in navolging van zijn neef Mohammed (onder Lei Clijsters) een van de weinige Turkse Gentenaars die tot in de eerste ploeg van AA Gent raakten. Samen met hun neven Gökhan Kurtulus, die één jaar in de jeugd van AA Gent speelde en afgelopen seizoen bij Avrasya uitkwam, en Hakan Çan, die bij de -19 en de beloften van AA Gent speelt, kennen ze alle vier letterlijk en figuurlijk de weg naar het Ottenstadion. In tegenstelling tot de meeste Gentse Turken liggen hun roots niet in het landelijke Emirdag, maar in Istanbul.

“Dat is een totaal andere mentaliteit en cultuur dan Emirdag”, zegt Erdinç Kurtulus. “Misschien zitten ouders van ginder niet elke dag achter hun zoon om op tijd te gaan slapen en te gaan trainen. Mijn ouders hebben altijd achter mij gestaan. Maar alles ligt uiteindelijk ook aan het karakter van de speler zelf, werkkracht, goesting. Wie een zwak karakter heeft, gaat het niet ver schoppen.”

Mohammed gold vroeger als zo’n speler: talent genoeg, maar … “Ik trainde niet graag”, zegt hij. “Daar heb ik nu wel spijt van, want anders had ik zeker naar grote ploegen in het buitenland gekund. Dus nu zeg ik tegen alle jongeren: trainen, trainen, trainen.”

Het is wat Hakan Çan, de jongste van de vier, bij de beloften van AA Gent wil doen. “Eigenlijk is mijn Turkse achtergrond wel een extra motivatie”, zegt hij. “Je zit in een groep met bijna allemaal Belgen en als Turk met een dubbele nationaliteit wil je dan toch een positieve indruk nalaten en iets bereiken.”

Gökhan Kurtulus is jurist van opleiding, gespecialiseerd in internationaal recht, en werkt voor de overheid. “Ik denk dat de drive om voor AA Gent te voetballen bij de jeugd serieus afgezwakt is”, schat hij. “Komt het omdat ik ouder ben geworden en er minder contact mee heb, ik weet het niet, maar de droom om in de eerste ploeg van AA Gent te staan heb ik allang niet meer gehoord van iemand. Ze zitten al op voorhand met het idee dat ze bij Gent toch geen kansen krijgen. Er zijn er veel die dan maar in Nederland of Turkije gaan voetballen. Vooroordelen en mentaliteit die moeten veranderen, dat is een werk van lange termijn. Turken zijn licht ontvlambaar, tegenstanders weten dat en ze verstoren ze dan op een heel gemakkelijke manier. Maar dat zouden we gewoon niet mogen laten gebeuren. Daar moet je mee om kunnen gaan en een mooie actie maken of een doelpunt scoren in plaats van te reageren.”

FC Avrasya

Een zondagnamiddag achter de bedrijfsgebouwen langs de R4 in Mariakerke. Op de Ringvaart wachten bergen afval op binnenschepen, terwijl op het met bloemen overwoekerde voetbalveld FC Avrasya Gent zijn laatste wedstrijd van de competitie in vierde provinciale tegen Beervelde speelt.

Potig voetbal, soms uitmondend in scheld- en vechtpartijen, al dan niet met staking van de wedstrijd en/of politietussenkomst, mismanagement van de accommodaties en de financiën: noem alle clichés die in Gent over Turkse ploegen worden verteld en Avrasya werd de voorbije jaren als bewijs aangewezen. Süleyman Gök, voorzitter van de club, geeft toe dat er fouten zijn begaan, maar wijst erop dat het Avrasya, dat in 1999 werd opgericht als pionier van het Turkse provinciale voetbal in Gent, ook niet altijd gemakkelijk is gemaakt.

“De autochtone ploegen aanvaardden ons in het begin niet direct”, zegt Gök. “Bestuursleden van tegenstanders zeiden: ‘Er zijn zoveel Vlaamse clubs, waarom moet er een Turkse ploeg komen?’ Maar waarom zou dat niet mogen? Als de bestuursleden van tegenstanders zo denken, weet je dat het bij de spelers nog wat hitsiger wordt. En wij hebben een zuiders temperament, dus ja … In het begin zaten wij in de reeks van de Gentse ploegen en de Gentse ploegen zijn ook niet allemaal ploegen met een goed temperament, zoals Standaard Muide toen of Gentbrugge. En wat er tijdens de wedstrijd allemaal wordt geroepen door tegenstanders, daar kan ik een boek over schrijven. Maar in hun jeugd – die wij niet hebben, want wij hebben geen eigen accommodatie meer – lopen wel Turkse voetballertjes. Die betalen rond de 150 euro lidgeld per jaar, dat is dan wél altijd welkom.”

In de wedstrijd tegen Beervelde voelde je nog enige spanning met de tegenstander, maar wanneer Süleyman Gök ons een paar dagen later ontvangt in het lokaal van vzw Özburun (de jeugd- en culturele vereniging waaruit FC Avrasya Gent is ontstaan) komt de gastvrije kant van de Turkse gemeenschap naar voren. “Bij topwedstrijden uit de Turkse competitie zit het hier afgeladen vol”, zegt Gök. Hij haalt zijn gsm erbij en toont een foto waarop hij met een vriend naast de voorzitter van Galatasaray staat. “We waren naar een wedstrijd gegaan en we kwamen hem tegen in de stad. Ik ben Galatasaray. De afkorting van Galatasaray is GS, net als die van mijn naam”, zegt hij lachend maar trots. “We worden in Turkije aangezien als Belgen en hier in België als Turken. Meer en meer zie ik bij de jongeren dat ze onderling Nederlands met elkaar praten en er Nederlandse woorden tussen gooien als ze Turks spreken. De meesten kunnen ook geen correcte Turkse zinnen meer vormen. Alleen al door de zinsvorming weten ze in Turkije dat ze niet van ginder zijn als ze er op vakantie gaan. We hebben allemaal de dubbele nationaliteit, maar eigenlijk zijn wij alles of niets.”

Verdoken racisme

Ook de politici van Turkse origine laten van zich horen als het gaat over de participatie van Turkse Gentenaars in het voetbal. Zoals Veli Yüksel, voormalig VRT-journalist en sinds twee jaar Vlaams volksvertegenwoordiger voor CD&V. “Ik vind dat de samenleving weerspiegeld moet worden in de diverse clubs en dat is niet het geval hier in Gent”, zegt hij. Hij laat een brief van de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond Oost-Vlaanderen (KVVOV) zien over de reeksindeling: ereafdeling, eerste klasse A en B. “En je ziet: klasse A ’toevallig’ allemaal clubs met allochtone spelers. Als gevolg van die indeling heeft één club, OM Posküder, zich uit protest teruggetrokken. Ze hebben de bond gecontacteerd en antwoord gekregen dat de indeling er om organisatorische redenen is gekomen, op basis van de afstand.”

De allochtone clubs rekenden dat na en kwamen tot de conclusie dat het element afstand alleen in hún geval meespeelde en niet bij de andere ‘Vlaamse’ clubs. “Ze hebben daarom de zaak tot bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding gebracht”, zegt Yüksel. “Daar heeft een bemiddelingspoging plaatsgevonden en de bond zou daar nu in het volgende seizoen rekening mee houden. Want dit kon natuurlijk echt niet, dit was verdoken racisme. Segregatie gaat in tegen de essentie van sport. In sport moet je integratie kunnen realiseren. Ik werp niemand een steen toe: het is een opdracht voor beide kanten. Je moet kijken naar wat je verbindt. Bijvoorbeeld: we wonen allemaal in dezelfde wijk.”

Rolluiken naar beneden

Drie jaar geleden, tijdens het EK, werd met medewerking van Resul Tapmaz op de Vrijdagmarkt een reuzenscherm geplaatst waar naar Turkije tegen Duitsland kon worden gekeken. “Om het aantal toeterende auto’s te verminderen en mensen samen te brengen”, zegt Tapmaz (sp.a), die in Gent schepen is van Personeelsbeleid, Informatica, Administratieve Vereenvoudiging en Kwaliteitszorg. “We zijn erin geslaagd om daar 3000 mensen bij elkaar te krijgen zonder dat er problemen waren. Ik heb nochtans cafés gezien die uit vrees hun rolluiken naar beneden hadden gelaten. Maar ondanks alle vooroordelen was dat een prachtig voorbeeld van participatie.

“Ik denk dat er rond de 20.000 Turken zijn in Gent en het zijn enorme voetbalfanaten. En je hebt een ploeg die in eerste klasse speelt. Maar toch zien we dat er geen participatie is tussen die twee groepen. Dus heeft Patrick Lips van AA Gent mij gevraagd of we niet iets kunnen organiseren om jonge Turken van zes tot vijftien hun talent te laten presenteren en de Turkse gemeenschap te mobiliseren naar de oefenterreinen van AA Gent.”

Om het niet alleen maar rond Turken te laten draaien werd ‘Gent voetbalt’ opgericht. Matthias Vekeman, supporter uit de harde kern, werkt eraan mee. “De bedoeling is om met mensen uit Turkse voetbalclubjes te proberen zo veel mogelijk Turkse voetballers te bereiken en dan op het Oefencomplex in september onder andere een minivoetbaltoernooi te organiseren met randanimatie, zoals Turkse eetkramen en muziek van Turkse en Gentse artiesten.”

Ook een Turkse vrouwenvereniging zal worden uitgenodigd, zegt Tapmaz. “Wij hebben veel individuele successen met spelers, maar we moeten streven naar successen als gemeenschap. Dat heeft ook voor een stuk te maken met ouderparticipatie en onderwijs. Want we merken dat veel Vlaamse ploegen terecht de kritiek geven dat ouders wat meer zouden mogen participeren en financieel of materieel bijdragen. Maar ik denk vooral dat we in plaats van te wijzen bij wie de fout ligt, gewoon samen de problemen moeten aanpakken.”

Blijven hangen

Vorige week hing in de Tolhuislaan een reusachtige geel-blauwe vlag van de bovenverdieping van Café Turkiyem Spor naar de handgrepen van een voor de stoep geparkeerde grijze BMW. Fenerbahçe is kampioen van Turkije en dat mag geweten worden.

“Ook die vlag van Fenerbahçe gezien? Mooi, hé! Maar dat is dus wel een ploeg die een paar duizend kilometer hiervandaan kampioen speelt”, zegt Baki Emirvelioglu, Gents gemeenteraadslid voor Groen! en voordien actief in het jeugdwelzijnswerk. Voor AA Gent is het enthousiasme bij de Turkse gemeenschap op z’n zachtst gezegd minder groot.

“Eind jaren negentig heeft AA Gent binnen zijn jeugd het beleid gevoerd om op enkelen na de jonge allochtonen buiten te kuisen. Maar sindsdien zijn het voetbal en de cultuur heel veel veranderd. De wil moet zo sterk zijn dat die gast er echt voor gaat. Voetbal draait om wat er op het veld gebeurt, maar randgebeuren speelt voor sommigen een belangrijke rol. Ik heb het zelf meegemaakt. Ik heb een tijdje bij Zelzate in provinciale gespeeld en op een gegeven moment stond ik te praten met iemand van het bestuur omdat ik van de A-ploeg naar de B-ploeg werd gezet. Ik vroeg: ‘Wat is nu eigenlijk het probleem?’ En hij zei: ‘Er is geen probleem met jou, maar je blijft te weinig hangen aan de toog in de kantine.’ Tja, nu hang ik meestal aan de toog, maar het is te laat, hé. ( lacht)”

Het onderwijs, zegt Emirvelioglu, speelt een belangrijke rol. “Een ontvlambaar karakter, dat kun je leren beheersen. Dat is zeker aan te pakken in de jeugd, daar evolueer je als mens ook in. De jonge gasten willen enorm graag voetballen, maar als ze geen structuur hebben, is het behoorlijk lastig als ze in een club binnen komen waar structuur vereist is. De stuurloosheid bij sommige gasten zorgt ervoor dat trainers en afgevaardigden dat op den duur niet meer aankunnen.

“Ik kreeg onlangs de vraag om hulp van een vader die een ploeg zocht voor zijn zoontje. Maar ik moest zelf bellen en dan zelf meegaan. Laat ik het zo zeggen: de intentie bij de ouders is er wel, maar ze staan er minder achter dan zou moeten. Ze wéten ook niet hoe het moet. Je kunt maar geven wat je zelf meegekregen hebt. Die eerste generatie Turken is uiteindelijk van de akker in Emirdag naar hier gekomen, hé.

“Als je de lijn op professioneel, sociaal en sportief vlak doortrekt, kom ik tot één conclusie en het is geen leuke: dat we na veertig jaar migratie nog altijd niet samen kunnen leven. De Turkse gemeenschap blijft een gesloten gemeenschap: de Sleepstraat is goed bekend bij de Vlamingen om te komen eten, maar wat zich binnen de Turkse gemeenschap afspeelt, blijft binnen de Turkse gemeenschap.

“Voetbal kan zeker iets veranderen, maar het moet dan wel terug naar het volk. Ik hoop dat er zeer snel eens één doorbreekt bij AA Gent die voor passie en vuur zorgt. Want als een Turk voor een ploeg supportert, is dat echt vanuit zijn binnenste. Welke ‘zot’ hangt anders zo’n grote vlag buiten? ( grijnst)

“Ik ben ooit eens naar AA Gent tegen Anderlecht gaan kijken. Serhat Akin speelde daar toen. We hadden gratis tickets gekregen van AA Gent, maar voor wie gingen wij eigenlijk? ( grijnst) Op een gegeven moment passeert Akin bij ons om een corner te trappen en ik hoor die gasten die bij mij zijn roepen: ‘Hei, Serhat, Serhat!’ Ik zeg: ‘Gasten, toch een beetje opletten, hé.’ ( lacht) Maar mocht zo’n speler bij AA Gent spelen, dan zouden de Buffalo’s veel meer steun krijgen van de Turkse gemeenschap en dan gaan we niet óver elkaar spreken, maar mét elkaar. Over voetbal.”

DOOR RAOUL DE GROOTE

“Nu zeg ik tegen alle jongeren: trainen, trainen, trainen.” Mohammed Kurtulus

“Voetbal kan zeker iets veranderen, maar het moet dan wel terug naar het volk.” Baki Emirvelioglu

“We hebben allemaal de dubbele nationaliteit, maar eigenlijk zijn wij alles of niets.” Suleyman Gök

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content