Logan Bailly heeft zijn debuut bij Borussia Mönchengladbach niet gemist. Na Jean-Marie Pfaff heeft de Bundesliga er weer een spectaculaire Belgische Torwart bij.

Twee uur voor de wedstrijd is het in het Nordpark in Mönchengladbach al aanschuiven voor de thuiswedstrijd van Traditionsverein Borussia tegen Hannover ’96. Sinds 1 augustus 2004 huist de vijfvoudige Duitse kampioen en tweevoudige Europabekerwinnaar in het Borussiapark, dat plaats biedt aan 54.000 kijkers: een pak meer dan de 34.500 plaatsen die er waren op de Böckelberg. Eind jaren 90 werd het voormalige militaire terrein van de Britse strijdkrachten omgebouwd tot een nieuw recreatie- en industriedomein. Vandaag is het Nordpark de nieuwe economische slagader van Mönchengladbach, dat met 261.000 inwoners niet eens in de top 20 van Duitse grootsteden voorkomt.

In de fanshop laten supporters een truitje bedrukken met de naam van linksachter Dante, die door een blessure nog niet in actie kwam. De trui van Logan Bailly behoort na die van jong aanvallend talent Marko Marin (die volgende week 20 wordt) tot de meest verkochte.

Anderhalf uur voor de match stappen Bailly’s ouders, vrouw en dochter het stadion binnen. Vader Patrick, die ook Logans zaakwaarnemer was tijdens de onderhandelingen, is al elke wedstrijd komen kijken. “Logan voelt zich overal goed. Dat is zijn sterke punt. Een keer of twee, drie per week passeert hij nog bij ons. Het is ook maar een dik halfuur rijden vanuit Gladbach.”

Voor de club, tussen 1970 en 1980 een Europese topploeg met vijf landstitels en twee Europabekers, zijn het moeilijke tijden. Pas in 1999 degradeerden ze voor het eerst uit de Bundesliga, nu wenkt al de derde degradatie.

2,5 miljoen

Tegen Hannover (3-2-winst) blijft de Belgische doelman, in tegenstelling tot de week tevoren, zo goed als werkloos. Na de wedstrijd worden de camera’s gericht op matchwinnaar Oliver Neuville én op kapitein Filip Daems. Die schrikt wanneer hij verneemt dat er maar 36.166 toeschouwers in het stadion zaten. “Het minste aantal waarvoor we dit seizoen gespeeld hebben! Minder dan 42.000 waren er nog niet. Ook bij uitwedstrijden zitten er 5000 fans van ons in de tribunes.”

Dat Gladbach in degradatiegevaar zit, wijt hij aan de slechte competitiestart. “We hebben niet de kwaliteit van Schalke, maar wel voldoende om in de Bundesliga te blijven.” De nieuwe trainer, Hans Meyer, moet de degradatie afwenden. “De trainer kan heel hard zijn. Hij wisselt momenten af waarin hij ons doet lachen met keiharde uithalen.”

Om de degradatie te ontlopen gaf Gladbach deze winter iets meer dan vijf miljoen euro uit, het meest van alle Bundesligaclubs. Bailly en Dante kostten elk 2,5 miljoen. De club informeerde bij Daems wat hij van Bailly vond: “Ze volgden hem al langer. De trainer wil een doelman die buiten de zestien durft te komen en mee durft te voetballen. Dat ze hier op de tribunes Bailly niet kenden? Ach. Wie ligt er in Duitsland wakker van de Belgische competitie?”

Populair

Voor Bailly volgen de interviews mekaar snel op. De eerste afspraak werd verschoven omdat die dag ook La Dernière Heure langskwam. Een paar dagen eerder zocht Het Laatste Nieuws Bailly op. Ook de RTBf-radio is al langs geweest, voor vandaag heeft onverwacht ook Sud Presse een gesprek aangevraagd. Een dag eerder heeft Gladbachs persverantwoordelijke Markus Aretz nog een uur lang getolkt voor een radio-interview met de lokale Radio 90,1. Aretz is verbaasd over de onophoudelijke stroom van aanvragen voor interviews: “Is hij in België écht zo populair?”

Bailly’s keeperstrainer Uwe Kamps (45) verdedigde vijftien jaar (van 1982 tot 2004) het doel bij Gladbach en was goed voor 390 Bundesligawedstrijden. Alleen Berti Vogts (419 matchen) speelde er meer. “Hoeveel moet ik je betalen om iets positiefs over mij te zeggen?”, roept Bailly in het Engels.

Kamps herkent wat van zichzelf in Bailly. “Logan heeft fantastische reflexen op de lijn, is sterk in een-tegen-eensituaties, maar hij bezit ook kwaliteiten die ik niet had: ik had niet zo veel zelfvertrouwen als ik uit mijn goal moest komen op hoge ballen. Ook als het een keer misliep, durft hij de volgende keer wéér uitkomen. Dat toont dat hij voldoende zelfvertrouwen heeft. Het is een moderne keeper, hij kan een stukje voetballen, is zelfs tweevoetig. Hij leest het spel ook goed: als hij de bal krijgt, brengt hij hem meteen weer in het spel.”

Wat Kamps opviel, was dat Bailly op zijn leeftijd al veel ervaring heeft: “Hij is nog maar 23 en heeft toch al meer dan 150 wedstrijden in de eerste klasse gekeept. Weinig Duitse keepers van zijn leeftijd kunnen dat zeggen.”

Kamps vindt het prettig werken met de Belgische keeper: “Ik werk graag pittig, maar ik heb hem nog nooit horen zeggen dat hij niet meer kon. Hij doet alles wat ik hem vraag. Alleen mag hij in de fitnesszaal nog wat extra body kweken.”

Toeschouwersaantallen

Een paar dagen later verliest Bailly met Mönchengladbach de uitmatch bij competitieleider Hertha BSC. Opnieuw valt Bailly weinig te verwijten, maar met vijf op vijftien sinds zijn komst blijft Mönchengladbach laatste. Toch is van nervositeit niets te bespeuren bij de keeper die afgelopen weekend zijn hotelsuite ruilde voor een huis in Viersen, op tien minuten rijden van het stadion.

Logan Bailly: “Ik voel me goed hier, na acht jaar Genk. Als voetballer heb je soms een nieuwe uitdaging nodig. Ik moest bij Genk niet vertrekken, maar ik heb de voor- en nadelen tegen mekaar afgezet. De voordelen waren het talrijkst: een gerenommeerde club, de Bundesliga en het salaris. Aan de negatieve kant stond alleen de sportieve situatie: een ploeg in degradatiegevaar. Maar eigenlijk vond ik dat niet echt een probleem.”

Wat frappeerde je hier vooral?

“De gigantische toeschouwersaantallen in de stadions. Vorige week zat er slechts 36.000 man, maar alleen al achter mijn goal stonden er 22.000. Dat is de hele stadioncapaciteit van Genk achter één doel. Mönchengladbach heeft 40.000 abonnees. Tegen Hoffenheim waren er 46.000 kijkers.”

Die grote aantallen schrikken je niet af.

“Integendeel. Geef mij maar wat druk. Aan sommigen geeft druk positieve energie, anderen verlamt het. Druk laat me toe nog beter te presteren. Het stoort me niet dat ze me een showman noemen, ik krimp niet ineen als ik een camera zie. Uiteindelijk spelen we toch maar een partijtje voetbal waar een paar tienduizend mensen en wat camera’s naar kijken.”

Je maakt er geen geheim van dat het salaris hier ook een rol speelt. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Het dubbele van Genk?

“Een veelvoud. Niet te vergelijken. Je verwacht altijd dat in een grotere competitie veel meer betaald wordt, maar aan het bedrag dat ik hier nu verdien, had ik toch niet meteen gedacht.”

Was je opgelucht toen je hoorde dat je weg kon?

“Opgelucht niet. Genk is de club van mijn hart en zal dat ook blijven.”

In Duitsland raken ze maar niet uitgepraat over de 180 Genksupporters die je in je eerste thuismatch tegen Hoffenheim kwamen aanmoedigen.

“Daar ben ik ook best trots op, dat betekent toch dat ik daar goeie herinneringen heb nagelaten. Ik ga binnenkort nog eens terug. Dan woon ik de match bij in de spionkop, zoals ik beloofd heb. Nu nog komen af en toe supporters van Genk naar de training kijken. Het is slechts 100 kilometer, maar ze doen het toch maar.”

Misschien appreciëren ze dat je beschikbaar bent. Je bent nu ook bezig aan een resem interviews met de Belgische pers.

“Dat hoort bij het bekend zijn. Je geniet ervan als het goed gaat en positief is, dan moet je ook accepteren dat het erbij hoort als het wat minder gaat en niet weglopen. Wij, spelers, hebben de pers nodig en de pers heeft ons nodig. Ik hoop dat ik dat altijd kan onthouden, dat ik met beide voeten op de grond kan blijven. Je bent snel een held, maar je ligt nog sneller weer op de grond. Als je als vedette geen respect hebt voor anderen, zal je wel fans hebben zo lang het goed gaat, maar zal je helemaal alleen staan eens het tegenslaat. Ik probeer iedereen te respecteren. Zelfs al verdien ik als voetballer het veelvoud van een gewone werknemer, toch heb ik ook maar twee armen, twee benen en een hoofd. Waarom zou ik dan op anderen neerkijken?”

Hoe vond je het om in de pers af en toe afgeschilderd te worden als bad boy Bailly?

“Het hoort erbij. Alleen bij mijn vertrek las ik een paar artikels die van weinig respect getuigden tegenover de mensen uit mijn omgeving. Over mij mag men schrijven wat men wil. Maar voor het overige heb ik me nooit geschaamd voor wat ik doe. Als ik me wilde verbergen, zou ik toch niet uitgaan in discotheken in Luik, Hasselt of Brussel? Ik kén mijn lichaam, ik weet wat ik kan doen.”

Je had hier nog geen minuut gespeeld of je vrouw was al bekender dan jij in de pers.

“Dat kwam me goed uit, zo lieten ze mij even met rust. Ik was niet jaloers, hoor.”

Ambitie

Je hebt je start hier niet gemist.

“Ik kon me dat ook niet permitteren. Ik durf er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als ik met drie slechte prestaties was begonnen. Maar ik had geen redenen om te twijfelen: ik voel me hier uitstekend, alles wordt voor ons gedaan. Als het goed zit in je hoofd, presteer je automatisch beter op het veld.”

Je kreeg van de club zelfs drie auto’s!

“Dat klopt niet helemaal. Ik heb nooit verborgen dat ik van mooie auto’s houd, maar ik kreeg er maar één van de club, de andere twee heb ik zelf gekocht. Waarom zou ik dat mezelf niet gunnen? Ik wil niet rijk sterven.”

Wat doe je als Gladbach toch zakt?

“Ik heb een clausule die bepaalt dat ik bij degradatie weg kan, maar dat wil niet zeggen dat ik bij degradatie ook vertrek.”

Je bent 23 en superenthousiast over je nieuwe uitdaging. Ben je te vroeg of te laat vertrokken uit België?

“Ik vind dat ik op tijd vertrok, na 2,5 jaar titularis te zijn geweest bij Genk. Vanaf mijn zestiende heb ik bij Genk acht jaar met Guy Martens gewerkt. Aan hem heb ik heel veel te danken. Hij is een fanaat van hard werken, hij bleef me maar motiveren en vooruit duwen. Als keeper baal je soms dat je zo hard moet werken. Ik ben wel eens kwaad geweest op hem, maar hij wist wat ik nodig had. Hij wist dat hij me vaak in de modder moest duwen, me tot het uiterste drijven. Ook al heb ik er soms geen zin in. Dan moet je een trainer achter je hebben die je over dat punt heen helpt.”

Begin vorig seizoen riep je nog in een interview dat je kampioen wilde worden met Genk. Vond je die club ter plaatse blijven trappelen?

“Een beetje wel. Zij huldigen een andere transferpolitiek dan Anderlecht. Zij halen geen bekende, grote spelers.”

Was iedereen even ambitieus?

“Goeie vraag. Ik denk van niet. Dat was misschien wel het probleem. Ik vond het spijtig dat sommige spelers niet de goeie mentaliteit hadden. Ik voelde dat ze de trui van Genk niet met hart en ziel droegen. Zelf heb ik acht jaar mijn stinkende best gedaan. Ik heb ook fouten gemaakt, maar ik gaf me altijd voor de fans. Misschien speelden andere spelers voor zichzelf, voor een transfer. Ook de laatste match op Anderlecht voelde ik dat op het veld. Dat stoorde me, maar niemand zegde daar iets van.”

Rode Duivels

Laten we even over de nationale ploeg praten.

“Dat zal een kort stukje worden.”

Je was er onlangs niet bij tegen Slovenië.

“Ik ga daar niet te veel over piekeren of zeuren. De trainer selecteert en ik respecteer zijn keuzes. Als hij Stijnen, Proto en Vandenbussche neemt, wil dat zeggen dat die op dit moment beter zijn dan ik. Hier speel ik op een hoger niveau dan het Belgische. Aan mij om me hier te bewijzen.”

Wie vind jij op dit moment de beste Belgische keepers?

“Stijnen, Proto en Vandenbussche! (grijnst) Er is gewoon veel talent in de nieuwe generatie, dat bleek nog op de OS. Daar kreeg ik het vertrouwen. We presteerden er sterk omdat we een groep vrienden waren, met een goeie coach. Niet iemand die met de vuist op tafel slaat, maar die door zijn spelers gerespecteerd werd, wat anderen daar ook over denken of zeggen.”

Was voetbal op de Spelen niet eerder een veredeld jeugdtoernooi?

“Een jeugdcompetitie met Ronaldinho, Diego en Messi vond ik toch geen klein bier.”

Sprechen Sie schon etwas Deutsch?

Ja, alles ist sehr, sehr schön, und ich liebe dich. Weinig dus. Duits lijkt wat op Nederlands. Af en toe behelp ik me in het Engels.”

Je bent al populair. Ben jij de ster van dit team?

“Nee hoor, dat zijn Oliver Neuville en Marko Marin. Hele goeie voetballers.”

Ga je, nu je hier woont, ook de rest van Duitsland ontdekken en een beetje toerist spelen?

“Nee. Ik ben hier om te presteren. Voor mijn vakanties droom ik van warme landen en palmbomen.” S

door geert foutré – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content