Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Twee grote bureaus zijn er met het vertrek van Hugo Broos vrijgekomen op Le Canonnier, maar geen ervan is ingenomen door zijn opvolger. Moeskroen droomt niet meer.

Toen Jean-Pierre Detremmerie een tijd geleden in Sport/Voetbal Magazine zei dat zijn “ontmoeting met God” zijn leven had veranderd, werd dat in het Moeskroense hier en daar met de glimlach geïnterpreteerd als zijn eerste ontmoeting met Hugo Broos. Zo hoog liep de voorzitter op met de trainer.

Zo bedrogen voelde hij zich toen die trainer lang nog voor het jaar 2017 was aangebroken, hem in de steek liet. “De liefde is toen een beetje haat geworden”, vertelt algemeen directeur Gino Gylain. “Je moet weten : ik heb mijn voorzitter nog horen dromen op een moment dat ik al wist dat het gedaan zou zijn, want via mijn relaties kende ik de hele constructie die er aan het gebeuren was. Toen heb ik gezegd : voorzitter, ik denk dat het tijd is om over een toekomst zonder Broos na te denken. Hij heeft mij niet geloofd.”

“Een schok was het voor de voorzitter toen inderdaad bleek dat Hugo naar Anderlecht ging. Een aardbeving. Je moet ook onze voorzitter kennen. Hij is bijvoorbeeld nog altijd boos op Stefaan Tanghe, omdat die hier is weggegaan zonder veel te zeggen. Hij had een clausule in zijn contract dat hij weg kon en in plaats van eens te komen praten, is hier een manager toegekomen met de mededeling : ik kom Tanghe halen. Dat aanvaardt de voorzitter dus niet, dat zoiets niet persoonlijk met hem wordt besproken.

“De voorzitter is tot het inzicht gekomen dat hij te ver is gegaan met Broos. Hij zegt : dit kan nooit meer, één man alle sportieve volmachten geven. Waarvoor was dat nodig, vraagt hij zich nu af. Nu probeert hij met een team te werken.”

“Weet je dat er zelfs letterlijk in mijn contract stond dat ik alles moest doen wat mogelijk was om het Broos in zijn functie gemakkelijk te maken ?”, lacht Gylain. “Als Broos mij iets vroeg, moest ik dat doen. Ik heb de pretentie te zeggen dat ik dat ook gedaan heb. Dat wil niet zeggen dat als er afgesproken was dat we er tien zouden uitgeven en het er uiteindelijk dertig waren, ik dat niet eens op tafel gooide. Maar toch ging het altijd door. Wou Hugo op winterstage naar x en stelde ik y voor, omdat ik tot de vaststelling was gekomen dat x twee keer zo duur was, dan was het x. Wie het had aangedurfd één verkeerd woord over Broos te zeggen, lag hier onmiddellijk buiten. Zie Philip Saint-Jean. Nu zegt Saint-Jean : zie je wel.

“Hugo Broos is iemand met een enorme visie, en met een concept, met een duidelijke lijn. Hij weet wat hij wil en staat erop dat het zo gebeurt. Kwam een idee van hemzelf, dan was het goed, ook met spelers. Zo is Broos. Dat ging steeds verder en dat was niet altijd goedkoop, moet ik zeggen. Maar hij had nu eenmaal carte blanche, en heeft alles gekregen wat hij wou. Dat was de keuze van de club. Ik moet wel zeggen dat Hugo geen trainer is die als hij één speler nodig heeft, er vijf zal vragen. Hugo heeft hier prima werk geleverd, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat hij volmaakt en onfeilbaar is. Zelf zal hij ook wel weten wat hij hier goed gedaan heeft en wat een beetje anders. Hij is bijvoorbeeld iemand die het voor iemand heeft of niet, ook wat collega’s betreft – dat hoor je toch vrij algemeen over hem. Op communicatief vlak zegt hij niet meer dan het nodige.

“Ik heb goeie herinneringen aan Hugo Broos, zoals ik die absoluut ook heb aan René Vandereycken en Regi Van Acker. Hugo heeft, denk ik, alles om te slagen bij Anderlecht. Alleen was hij hier zo lang de macht gewoon en zal dat in Anderlecht waarschijnlijk iets moeilijker liggen. Tenzij Constant ( Vanden Stock, nvdr) morgen zegt : dàt is de man die de macht moet krijgen. Toekomstgericht zal Anderlecht alleszins zijn structuur bekijken, en de grote ambitie van Hugo is absoluut technisch directeur te worden bij een topclub, weet ik.”

Twee grote bureaus zijn er met het vertrek van Hugo Broos vrijgekomen op Le Canonnier, maar geen van beiden wordt ingenomen door zijn opvolger. Behalve de kantoorruimte werd ook de structuur herschikt. “De grootste verandering is dat er sedert het vertrek van Broos in team wordt gewerkt”, zegt Gino Gylain, gewezen manager van Molenbeek en Kortrijk. “Sportieve beslissingen worden nu genomen in een comité met de voorzitter, ikzelf, afgevaardigd beheerder Danny Oda en secretaris en gerechtigd correspondent Jacques Vandewalle enerzijds, hoofdtrainer Lorenzo Staelens, assistant-trainer Gil Vandenbrouck, chef-scout Eddy Mestdagh en keeper-trainer Didier Vandenabeele anderzijds. We vergaderen wekelijks, over het sportieve, over het budgettaire aspect, over spelers, over stages, enzovoort – en we beslissen in team. Dat verloopt zeer positief. Lorenzo aanvaardt de structuur zoals hij is. Tegenover het bestuur laat hij een volwassen indruk, en een communicatieve indruk, en ook een flexibele indruk. Het is anders, ja. Broos was zeer individualistisch, hé.”

Ook wat er op het veld gebeurt, is positief, zonder Jonathan Blondel, zonder Michal Zewlakow, zonder aanwinsten en met een jonge verdediging. In tegenstelling tot vorig seizoen werd de competitiestart niet gemist en donderdag kan Excelsior zich tegen Fylkir uit IJsland plaatsen voor de tweede ronde van de Uefabeker. “We laten Staelens zijn werk doen”, zegt Gylain. “Ook op dat vlak laat hij een zeer rustige indruk.”

Moeskroen verkocht fors, met Blondel en Zewlakow, maar haalde amper iets bij.Leeft/leefde het boven zijn stand ? Is het allemaal nog wel betaalbaar ? “Ik zal antwoorden met de woorden van PSV-voorzitter Van Raaij : heel Europa zal het anders moeten gaan doen, aangezien de economische toestand verandert en het voetballandschap”, repliceert Gylain, ook ondervoorzitter van de profliga. “In België ook, iederéén, daar heb ik alle bewijzen voor, maar wie durft dat te verklaren ?”

Voortaan moeten de cijfers kloppen. De proflicentie, weet je wel. “Het is moeilijk, maar ons budget bedraagt toch nog altijd 350 miljoen, hé. De inkomsten verminderen niet, maar zouden op de een of andere manier moeten vergroten. Maar we komen er wel, hoor. We moeten nuchter blijven. Op topniveau is een club een bedrijf. Punt, gedaan. Een speciaal bedrijf, maar een bedrijf. En als je een bedrijf leidt, moet je kijken wat er gebeurt, vaststellen en af en toe iets veranderen. Als je droomt en blijft dromen… Ik kom ook tot de vaststelling dat er hier weinig spelers weggaan, omdat ze goedbetaald zijn, hier in de watten liggen. Hugo Broos heeft dat mogen bepalen, maar misschien moeten we dat herzien.

“Alles moet je in vraag durven stellen, op zoek gaan naar nieuwe zaken, creatief zijn. Momenteel zijn we aan het bekijken hoe we in IJsland, Zuid-Afrika en Japan kunnen samenwerken op sportief, economisch en cultureel vlak.”

“Het Belgisch voetbal zit in vele opzichten in een moeilijke periode,” besluit Gino Gylain, “maar positief is dat in België ontegensprekelijk de jeugd meer aan bod zal komen. Zéker in Moeskroen, waar we nu weer met zeven, acht jeugdspelers in de A-kern zitten. Allemaal talentrijk.”

door Christian Vandenabeele

‘Hugo Broos was zeer individualistisch, sedert zijn vertrek werken we in team.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content