‘Als we winnen van Brussels, dan brengen we hen de doodsteek toe.’ Middenvelder Lars Wallaeys legt uit waarom KV Oostende ondanks de nederlaag op Cercle Brugge niet zal degraderen.

L ars Wallaeys : “We hebben enkele weken een zeer sterke periode gekend, waarin we veel punten pakten. We hadden toen echt het gevoel dat we op weg waren de ploegen boven ons te bestoken en een buffer op te bouwen met de degradatieplaatsen. Maar de laatste weken zitten we weer in een mindere periode. We hervielen in ons oude stramien van voor de winterstop : niet slecht spelen, maar telkens het deksel op de neus krijgen en puntenloos achterblijven. Het probleem is dat wij elke wedstrijd op de toppen van onze tenen moeten spelen om punten te kunnen pakken. Dat houdt geen enkele ploeg vol. Je hebt altijd wel te kampen met spelers die even uit vorm zijn of wat pech kennen.

“Misschien waren we in onze goede periode na de winterstop wat te euforisch, terwijl je altijd realistisch moet blijven. Op papier zijn we inderdaad kwalitatief wat minder dan Brussels of Bergen, omdat zij bekende namen hebben in hun kern en er bij ons toch een pak spelers rondlopen die vorig jaar nog in tweede klasse speelden. Maar wij bewezen dat we met goed georganiseerd voetbal en veel inzet ook resultaten kunnen neerzetten. Als we de komende wedstrijden weer een stevige organisatie op poten zetten en voorin die weinige kansen efficiënt afwerken, redden we ons. Nog negen punten en dan zijn we gered, daar ben ik zeker van.

“De wedstrijd tegen Brussels wordt cruciaal, de ploeg die daar wint, deelt een enorme mentale klap uit aan de tegenstander. Winnen wij, dan brengen we Brussels de doodsteek toe. Omgekeerd is natuurlijk ook waar, vrees ik. Achteraf beschouwd zullen de onderlinge confrontaties tussen de drie degradatiekandidaten een eerlijk beeld geven van de waardeverhoudingen.

“Het probleem van de laatste weken is dat de meeste ploegen stilaan doorhebben hoe wij onze overwinningen boekten. Herman Vermeulen hamert op een goede organisatie met veel druk op het middenveld, om zo de tegenstander het voetballen te beletten en hen zo ver mogelijk van ons doel te houden. De meeste tegenstanders anticiperen daar nu op door centraal op het middenveld drie mannetjes te posteren. Daardoor komt onze pressing op het middenveld er moeilijker uit. Veranderen van systeem ligt niet voor de hand, wij zijn geen ploeg die het spel kan maken.

“Die laatste plaats weegt natuurlijk op de groep. Ik vind het een heel verschil tussen zestiende staan of achttiende. Zelfs al is het verschil in punten niet groot, die rode lantaarn is toch een soort van schaamlap. Iedereen spreekt mij daarover aan, ik haat dat ! Vanuit het bestuur valt de druk nog wel mee, zij houden zich in deze cruciale fase op de vlakte. De spelers beseffen zelf wel wat er op het spel staat.

“Zelf heb ik voor een wedstrijd weinig last van druk, je probeert gewoon je hoofd leeg te maken, want als je te veel nadenkt, ga je toch dingen verkeerd doen tijdens de match. Bij mij is het vooral na de wedstrijd dat ik druk voel, zeker wanneer de rechtstreekse concurrenten punten pakken. Vooral voor de winterstop woog die laatste plaats zwaar door, we wonnen bijna geen enkele match en dan ga je onvermijdelijk twijfelen. Nu weten we ten minste dat we kunnen winnen als we stevig verdedigen.

“Oostende heeft zeker niet het eenvoudigste programma. We moeten nog tegen Standard en Genk, in principe moet je daar een nederlaag incalculeren. Winst zou enkel een onverwacht mooie bonus zijn. Dat betekent wel dat we die andere wedstrijden moeten winnen, want zoals ik al zei : we hebben nog minstens negen punten nodig. We moeten gewoon met zijn allen elke wedstrijd honderd procent geven. Maar we beseffen dat het moeilijk wordt.”

Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content