De geslaagde reconversie van Bas Leinders.

Het was maar als derde coureur in het team, dat wel. Zodat hij alleen tijdens de vrije trainingen op het asfalt mocht. En het ging om staartteam Minardi, ook dat wel. Toch is en blijft Bas Leinders de recentste Belg die in de formule 1 heeft gereden. Alleen kon hij er in dat seizoen (2004) geen definitieve stek afdwingen, wegens geen sponsors. Waarna de Limburger op zoek moest naar een andere broodwinning. Een leuk startkapitaal voor ‘het leven na de sport’ had hij immers niet bij elkaar kunnen fietsen, zoals Thierry Boutsen, ook van bescheiden afkomst. De enige Belg die na Jacky Ickx nog een F1-race kon winnen – drie zelfs – werd vliegtuighandelaar en schopt het behoorlijk ver in dat wereldje. Boutsen verkocht zopas zijn eerste heuse Airbus A318 in vipuitvoering aan een rijke en uiteraard anonieme klant. En er staan er nog twee in het orderboekje.

Tot nader order verkoopt Bas Leinders geen vliegtuigen, zelfs geen auto’s. Maar hij vond wel zijn weg in het leven na de sport. “Ik ben wel nog altijd autocoureur”, zegt hij. In de FIA GT rijdt hij inderdaad met de Gillet Vertigo van Belgian Racing. En bijna stond Leinders komend weekend op de starting grid in de legendarische 24 Uren van Le Mans, met een machine uit de LMP1-klasse, “maar op de valreep kwam dat niet voor mekaar”, zegt hij.

Leinders laat zich nooit op enige blijk van bitterheid betrappen omdat hij nooit echt zijn plaats kreeg in de formule 1. Hoewel, eigenlijk heeft hij dat plaatsje wel, maar dan als co-commentator bij de Franstalige RTBf. “Een bezigheid waarin ik me volledig kon ontplooien”, verklaart hij, en waarin hij ook een hele reputatie verwerft als gezaghebbend waarnemer. In de F1 wordt immers opgekeken naar ex-rijders die nu voor televisie werken, zoals Martin Brundle, David Kennedy, Niki Lauda, Jacques Laffite of Mark Surer: Leinders werd in Canada nog door de Poolse televisie geïnterviewd als ‘deskundige’. Net zoals hij in ons land geregeld wordt gevraagd als consultant in bedrijven die iets doen dat raakpunten heeft met autosport.

Geen bitterheid om die gemiste F1-carrière: het uit zich ook in de manier waarop Leinders zich achter de schermen en heel officieus met veel goede raad ontfermt over de jonge Jérôme d’Ambrosio, die in de GP2 probeert door te stoten naar de formule 1, maar het daar in die haaienpoel niet makkelijk heeft. “Ik kan me niet herinneren dat Thierry Boutsen de jonge garde met raad en daad kwam bijstaan”, zegt Leinders terecht. En wat hij als ervaren waarnemer van het seizoen vindt? “Hoewel we geen broederstrijd meer hebben zoals Alonso en Hamilton vorig jaar, beleven we toch een heel boeiend kampioenschap. Met misschien wel vier spelers. Naast Räikkönen en Hamilton lijkt ook Massa nu voldoende maturiteit te hebben om zich in het titeldebat te moeien. Bovendien mogen we Kubica niet vergeten: hij kwam er al een paar keer heel dicht bij en staat ook in de kop van het klassement. Neem dus maar van me aan dat het een zeer spannend seizoen wordt.”