Cercle Brugge staat met één been in de bekerfinale, maar houdt zijn grootste parel in de wachtkamer. Lukas van Eenoo, nog maar net negentien, werpt nu al hoge ogen.

Al vanaf zijn zes jaar speelt Lukas Van Eenoo bij Cercle Brugge. Op 19 oktober 2008 maakte hij zijn debuut in het eerste elftal in de burenderby tegen Club Brugge, in november dat jaar tekende hij een profcontract. De jonge middenvelder krijgt van coach Glen De Boeck steeds meer het vertrouwen. Zijn definitieve doorbraak lijkt niet veraf, maar wie is Lukas van Eenoo eigenlijk? We laten respectievelijk een jeugdtrainer, een tegenstander en zijn broer aan het woord.

Ronny Desmedt {hoofd opleiding Cercle Brugge}

“In onze opleiding proberen we op het juiste moment jongeren in een hogere leeftijdscategorie te laten spelen, maar indien nodig laten we hen evengoed een stap terugzetten. Lukas een categorie hoger laten meedraaien, was een slecht plan, want hij kwam duidelijk kracht te kort. We zijn altijd heel voorzichtig geweest met hem. We wilden hem op het juiste moment brengen. Een van zijn gaven is dat hij verstandig genoeg is om dat te begrijpen. Hij kent zijn grenzen ook. Hij zal nooit proberen vier of vijf tegenstanders te dribbelen, zelfs niet op een moment dat hij goed in de match zit. Hij weet dat als hij aan het collectief denkt, het rendement vergroot, en dat doet hij dan ook. Om dat op het veld ook te brengen, heb je overzicht nodig. Voor een jongen van zijn leeftijd maakt hij heel veel juiste keuzes.

“Alles wat je aan hem probeert mee te geven, pikt hij op. Als je hem op tactisch gebied iets bijbrengt, komt dat er de volgende wedstrijd daarom niet honderd procent uit, maar we zien dat het steeds beter gaat. Andere kwaliteiten zijn dat hij perfect tussen de lijnen kan spelen, een zeer goede balbehandeling heeft en daardoor weinig de bal verliest. Dat koppelt hij aan een groot loopvermogen. Als aanvallende middenvelder is hij niet te lui om bij balverlies het verdedigende werk op te knappen.

“Het wordt steeds duidelijker dat Lukas zijn hoogste niveau zal halen als hij als centrale speler wordt uitgespeeld. Of dat nu aanvallend of verdedigend is, dat doet er niet toe. Qua stabilisatie en kracht zijn er nog punten waar we met hem aan moeten werken. Je kan ook zien dat hij in duels met grote jongens niet veel weerwerk kan bieden. Dat hoeft ook niet, maar we proberen – en daar is hij ook zelf mee bezig – zijn lichaam sterker te maken. Dat is een project van enkele jaren, want je moet doseren, maar hij zal er de vruchten van plukken.”

Bastiaan van Eenoo {broer van Lukas}

“Lukas heeft een heel zacht karakter en is makkelijk in de omgang. Soms is hij wat aan de nonchalante kant. Als we bijvoorbeeld thuis een dessert eten, laat hij altijd zijn potje slingeren. Hij laat vaak afval achter, dus over zijn opruimwerk zijn onze ouders vaak minder tevreden. Die nonchalance trekt hij niet door naar het voetbal, hij zal nooit te laat komen op training, want daar is hij heel strikt in.

“Mijn broer en ik hebben een goede relatie, onder meer omdat we dezelfde interesses delen: ik speel namelijk als rechtsback bij Excelsior Zedelgem in eerste provinciale. We doen heel wat dingen samen. Thuis hebben we een grote tuin met een voetbaldoel, daar brachten we heel wat tijd door vroeger. Nu nog steeds trouwens. Als Lukas een moment vrij heeft, gaat hij voetballen in de tuin. Daar heeft hij zijn techniek ontwikkeld. We hebben samen vaak lange zomeravonden al voetballend in de tuin doorgebracht. Aan Lukas zag je dat hij er technisch boven uitstak, maar hij was vroeger, en nu nog trouwens, een erg frêle mannetje. In de duels was hij niet zo sterk. Nu werkt hij aan dat fysieke aspect en dat is al veel verbeterd, al is er nog vooruitgang mogelijk. Toen hij veertien was, kon hij jongens van twintig wel uitkappen en voorbijgaan, maar dan kwamen die mannen op snelheid en kracht terug.

“We spelen ook graag tegen elkaar. Vroeger kon ik tegen hem winnen omdat ik sneller was, maar dat is nu voorbij. We spelen soms een pannawedstrijd (elkaar door de benen spelen, nvdr), maar ik maak geen schijn van een kans. (lacht) ’s Avonds spelen we vaak PlayStation, maar ook dan kan ik niet winnen. (lacht) Nu ik erover nadenk: er is niet echt iets wat ik beter kan dan hij, behalve uitgaan misschien, want dat doet hij niet. Hij leeft als een prof en dat heeft hij altijd gedaan.

“Mijn ouders zijn een erg bepalende factor in zijn succes. Hij is sowieso al heel nuchter, maar mijn ouders hebben benadrukt dat hij zijn contract mocht tekenen als hij zijn school niet verwaarloosde. Dat heeft hij beloofd. Hij volgt zijn eerste jaar hoger onderwijs, boekhouden aan de Katholieke Hogeschool Brugge. Die combinatie is moeilijk, maar hij heeft onlangs zijn resultaten gekregen en is voor alles geslaagd. Mijn ouders zijn daar misschien nog meer trots op dan op zijn voetbalprestaties.”

door jef kerremans

“Er is niks dat ik beter kan dan hij, behalve uitgaan. Bastiaan Van Eenoo”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content