Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Bij SK Beveren waait een nieuwe wind, maar de muziek blijft er voor de wedstrijd even luid staan. “Wij moeten kunnen lachen om ons te motiveren,” weet ancien Barry Boubacar Copa.

J ean-Marc Guillou, de peetvader van de Ivoriaanse armada in Beveren, pakte vorig seizoen zijn koffers. Walter Meeuws, de voorbije jaren aan de slag in Marokko, de Emiraten, Turkije en Qatar, nam zijn plaats in. Meeuws fungeert in Beveren als manager naar Engels model : technisch directeur en trainer in één persoon.

En of dat een nieuwe wind doet waaien… Niet alleen viel de nonchalance van Guillou zelf weg als slecht voorbeeld voor zijn Ivorianen, tegenwoordig staan er in de basiself van blauw-geel zelfs vier tot vijf niet-Ivorianen. Oudgedienden als David Van Hoyweghen, Davy Theunis en Kristof Lardenoit keerden terug. Deze twee laatsten speelden nog bij Beveren toen de eerste Ivorianen uit Afrika kwamen overgevlogen, zij kennen dus de geplogenheden van het huis. Daarnaast kwamen nog Laurent Macquet, en de spitsen Pavel Buskiewicz (een Pool van 1m89) en Ivan Bozic (een Kroaat van 1m86) de rangen versterken. Waar is de tijd dat de statische Stéphane Demets als rariteit gold in het Beverse elftal ?

Buiten wat we op het veld zien, heeft die nieuwe transferpolitiek een weerslag op het kleedkamergevoel bij de Wase club. Ten tijde van Herman Helleputte was het praktisch elke dag feest. Lachen en gieren op de training, feestmuziek voor de wedstrijd : Beveren was een meeting point voor de Ivoriaanse gemeenschap. Maar de resultaten waren er wel. Toen Vincent Dufour twee jaar geleden overnam van Helleputte koos die voor een resoluut andere aanpak. De Fransman was een academicus, aanhanger van de Franse opleidingscentra, waar discipline op zowat elke deur staat geschreven. Door de spelers te verplichten vaker op de club te zijn, trachtte hij meer controle op ze te krijgen. Zo moesten ze bijvoorbeeld op de dag van een wedstrijd ’s ochtends op de club verschijnen voor een lichte opwarming : un reveil musculaire, heette dat dan in vaktermen. Dufour verplichtte zijn spelers bovendien om met hartslagmeters te slapen.

“Met Dufour hadden wij nochtans geen problemen, hij praatte vaak met de spelers, ook individueel,” beweert Barry Boubacar Copa, de flamboyante doelman die als langst dienende (sinds 2003 onder contract) Ivoriaan bij de club geldt. “Meeuws hamert meer op agressiviteit en concentratie. Hij verlangt van ons dat we professioneel zijn, altijd op tijd komen, zonder daarom specifiek regels op te leggen. Sinds de start van het nieuwe seizoen kwam er bijna niemand te laat op een afspraak.” Walter Meeuws bevestigt. Door op een rustige manier met de spelers te praten, dwingt hij respect af. Ook Edy De Bolle, de assistent-trainer die vorig seizoen Beveren in eerste klasse hield, weet ondertussen perfect hoe je de Ivorianen best aanpakt. De Bolle : “Roepen of strikte controle kennen een averechts effect. Net door hen vrijheid te gunnen, leren ze hun verantwoordelijkheid opnemen.” Toch wijst uitgerekend Copa op een verschil : “Nu komen de Ivorianen op een veel jeugdigere leeftijd naar Beveren. Gasten als Gervinho (19 jaar) hebben nog niet de bagage die wij destijds hadden. Wij hadden al iets bewezen in Ivoorkust voor we naar hier kwamen. Daarom vraagt het nu wat meer tijd om al die nieuwkomers klaar te stomen. Vergeet ook niet dat we ( Mohamed) Diallo en ( Djire) Junior kwijt speelden, dat is een pak kwaliteit dat je moet vervangen.”

Een nul op negen als competitiestart valt natuurlijk moeilijk bevorderlijk te noemen voor de integratie en ambiance. Beveren kon die eerste drie wedstrijden (tegen Germinal Beerschot, Westerlo en Club Brugge) bovendien geen enkele maal scoren. “En dat weegt wel wat op de groep, je ziet de twijfel toenemen,” meent Copa.

Het traditionele in een cirkel staan en samen bidden voor een wedstrijd, hoort er niet meer bij. Geen verbod van Meeuws, neen, het gebeurt gewoon niet meer. Tiens, speelt het feit dat er meer blanken in het elftal rondlopen, dan toch een rol in de kleedkamer ? Volgens Meeuws is dat nochtans de nieuwe koers die Beveren gaat varen : “De verhouding is nu ongeveer 50-50 en dat zal verder evolueren. Momenteel moeten die twee groepen nog veel meer naar elkaar toegroeien. Ik heb daar met Copa en met de aanvoerder (Theunis, nvdr. ) al over gepraat. Maar dat groepsgevoel is vooral de verantwoordelijkheid van de spelers zelf, vind ik. Dat kun je als trainer niet dwingen. Wél wat er op het veld gebeurt, dat is mijn verantwoordelijkheid.”

Volgens Copa hoeft dat opdoeken van het gezamenlijke gebed zeker niet als symptoom voor een verslechterde sfeer gezien te worden. “Met eerst ( Emmanuel) Eboué en daarna Diallo verdwenen twee gangmakers, maar we zijn profs, profvoetbal is niet bedoeld om het enkel met je maatjes te spelen, hé.”

Er moet ook niet overgedramatiseerd worden. Lachen doen ze nog altijd graag in Beveren, zo mochten we zelf op een doordeweekse training ervaren. En frivole Ivoriaanse muziek hoort nog altijd bij de wedstrijdvoorbereiding. “Een paar uur voor de wedstrijd, niet vlak ervoor, hein,” preciseert Copa. “Dat hebben we nodig om ons wat te kunnen ontspannen. Wij moeten kunnen lachen om ons te motiveren.”

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content