Op haar 30ste pakte Tia Hellebaut uit met de strafste prestatie vanhaar carrière. Zo plukt ze de vruchten van haar harde werk en haar ijzersterke wedstrijdmentaliteit.

Het is 21 u. 03. De finale van het hoogspringen is nog niet gedaan, maar lijkt in de beslissende plooi te zijn gevallen. Tia Hellebaut zit goed in de wedstrijd, maar moet al sinds de start achtervolgen op de grote favoriete Blanka Vlasic, die alle hoogtes bij haar eerste sprong overschreed. Echter, bij haar eerste sprong op 2,05 m maakt de Kroatische haar enige fout. Die wordt haar fataal, aangezien Hellebaut bij haar eerste poging die hoogte overschrijdt. Een enorme prestatie, want voordien had Tia enkel op het Europese indoorkampioenschap in Birmingham zo hoog gesprongen – nog nooit in open lucht. Het was meteen vijf centimeter hoger dan haar beste jaarprestatie. “Met een sprong van 2,00 m prijkte Tia weliswaar slechts op de zesde plaats op de wereldranglijst,” zegt haar trainer en vriend Wim Vandeven, “maar ze deed die sprong wel op de laatste voorbereidingswedstrijd in Heusden. Dat was voor mij het bewijs dat ze kracht aan het winnen was en dat het dus goed zat.”

Vandeven beseft bij de gelukte sprong van Tia dat de finale aan het kantelen is, maar toch is de spanning nog lang niet weg. Vlasic gaat immers bij haar tweede poging ook over 2,05 m, terwijl Tia duidelijk aan het hinken is. De druk bij 2,07 m is er voor Vlasic echter te veel aan. Tia springt slechts één keer op die hoogte en blijft zo de druk bij haar rivale leggen. “We wisten dat we moesten proberen Blanka onder druk te zetten, maar dat gaat pas vanaf 2,03 m of 2,07 m. Als de lat lager ligt, is er voor haar geen uitdaging aan. Ze springt een heel jaar meer dan twee meter alsof het niets is, maar als er nog iemand meegaat op grotere hoogte, dan begint ze vaak last te krijgen van de zenuwen.” Dat Tia slechts één keer op 2,07 m sprong, had te maken met tactiek, maar het was ook noodzaak. “Ze had krampen. Als Vlasic op die hoogte was geslaagd, was het voor Tia gedaan geweest. Ze kon niet meer.”

Hoogspringers werken hun competitie af in moeilijke omstandigheden. In Peking eisten ondertussen ook de finales van de 5000 meter en van de 4×400 meter en de verschillende huldigingsceremonies de aandacht van het publiek en de camera’s op. Tia springt 1,89 m op het ogenblik dat de meisjes van de estafette hun medaille in ontvangst nemen, ze balt de vuisten als ze één van de concurrentes ziet falen, maar gaat wel de Amerikaanse Chaunte Howard troosten als die faalt op 2,01 m. Ook dat maakt deel uit van haar aanpak.

“Ze heeft mee voor een andere beleving in het hoogspringen gezorgd. Ze gaat vaak met de concurrentes babbelen en dat draagt bij tot een gemoedelijke sfeer. Dat komt natuurlijk uit de zevenkamp, een discipline waarin tussen de atletes hechte vriendschappen ontstaan omdat ze twee dagen aan een stuk lief en leed met elkaar delen. De enige die altijd apart blijft, is Vlasic”, zegt Vandeven nog. Tia Hellebaut ging echter de hele week samen ontbijten met haar concurrente Anna Chicherova die uiteindelijk brons zou pakken, en maakte tijdens de hele duur van de wedstrijd grapjes met Howard.

Om 22 uur plaatselijke tijd weet België dan dat het eindelijk een opvolger heeft voor Gaston Roelants, de laatste landgenoot die in de atletiek een gouden medaille haalde, namelijk op de 3000 meter steeple in Tokio ’64. Dan wordt het podium aangesleept voor de cérémonie protocollaire. De ploeg van de 4×400 meter, die zelf net een heel sterke prestatie heeft neergezet, beleeft geboeid mee hoe in het Vogelnest dan toch de Brabançonne weerklinkt. Voor Tia zal na deze historische overwinning nooit nog iets hetzelfde zijn en ze beseft nu al dat haar voornaam net als die van Kim en Justine zal worden bijgeschreven in de annalen van de Belgische sport. “Het land houdt van deze kampioene. Niet alleen om haar sportieve prestaties, maar ook om haar relativeringsvermogen. Ze blaast niet hoog van de toren en blijft eenvoudig. Ze probeert ook in het Frans te antwoorden op de vragen van de Franstalige journalisten en die kunnen dat wel op prijs stellen. Ze is sympathiek en spontaan en ze blijft wie ze is”, geeft Vandeven nog mee.

De parallel met Kim Gevaert is dan ook snel getrokken. “We kennen elkaar al vijftien jaar. Natuurlijk komen we goed overeen. Het leven in de atletiek zal zonder haar niet meer hetzelfde zijn”, zegt Hellebaut. Na het zilver van de estafettemeisjes stuurde ze dadelijk een sms: “Jullie hebben me alle vier enorm geraakt. Ik ben heel ontroerd.” De volgende dag krijgt ze er natuurlijk een terug van Kim: “Proficiat. Ongelooflijk wat je hebt gedaan.” Vlak daarna kreeg Tia dan het telefoontje van prins Filip.

Minutieuze voorbereiding

Het succes van Tia Hellebaut is voor een groot stuk te danken aan haar enorme werkkracht. Terwijl ze vroeger graag uitging en plezier maakte, slaagde ze er op een gegeven moment in om de knop om te draaien: ze ging honderd procent voor haar sport leven. Wim Vandeven daarover: “Ze zegt me vaak dat ze vroeger tijd heeft verloren, maar ik antwoord dan dat ze dat niet moet denken en dat ze gewoon vroeger nog niet klaar was voor het grote werk. Ze is me komen opzoeken in 1999. Het eerste wat ik haar vertelde, is dat ik haar wel wou coachen, maar dat ze dan niet meer mocht uitgaan en veel meer moest trainen. Ze heeft dat dadelijk aanvaard en het heeft de nodige vruchten afgeworpen.”

Hoewel ze na haar Europese titel van 2006 wat minder presteerde in 2007 en ook dit jaar niet te sterk uit de verf kwam, maakten Hellebaut en Vandeven zich weinig zorgen. “Vorig jaar wisten we dat haar mindere prestaties te maken hadden met een kleine blessure aan de linkerenkel. Vergeet niet dat dit gewricht bij het afstoten het equivalent van acht keer het lichaamsgewicht moet torsen. Het kleinste kwaaltje aan de enkel betekent dat sterke resultaten gewoonweg onmogelijk zijn. Vroeger waren het in het hoogspringen vooral de knieën die zwaar werden belast, omdat kracht voorop stond, terwijl nu de snelheid primeert”, verduidelijkt Vandeven nog. De wetenschap dat de mindere prestaties van 2007 enkel te wijten waren aan een fysiek ongemak, verstoorde de voorbereiding op Peking niet. “Van zodra Tia weer blessurevrij was, konden we ons werk voortzetten. Ze is wel al 30, maar we hebben nooit gedacht dat het vet van de soep was. Ze heeft dit seizoen nog progressie gemaakt, want ze is sterker en sneller geworden. Al belet dat niet dat ze meer tijd nodig heeft om te recupereren. Het komt erop aan het juiste evenwicht te vinden tussen trainen en rusten. Ik blijf ervan overtuigd dat ze nog altijd progressie kan maken.”

Sinds afgelopen winter bereidde Tia zich op dezelfde manier voor als op de Spelen van Athene. Ook haar Europese indoortitel op de vijfkamp maakte in feite deel uit van die voorbereiding. “Tia heeft veel training nodig. Ze heeft niet het aangeboren talent van een Kajsa Bergqvist of van een Tsjitsjerova, maar ze brengt van alle hoogspringsters ongetwijfeld het grootste aantal uren door op het trainingsveld. Om die trainingen boeiend te houden is het ideaal dat Tia ook meerkampen doet, maar ze houdt daar ook van. We koppelen dus het nuttige aan het aangename”, vervolgt Vandeven.

“We hebben in mei en juni wel niet zo hard getraind als in juli en augustus”, voegt de kersverse olympische kampioene eraan toe. “Het had immers geen zin om te vroeg te pieken. Ik moest er enkel staan op het juiste moment.”

Dat hield ook in dat ze moest vermageren. “Bij de wedstrijd woog ze 61 kilogram. Natuurlijk speelt het gewicht ook een rol, want hoe minder je weegt, hoe minder kilo’s je over die lat moet krijgen. Tegelijk moet je er echter over waken dat gewichtsverlies niet gepaard gaat met krachtverlies. De spieren in de benen moeten dus versterkt worden.” Tegenwoordig zijn hoogspringsters ook behoorlijk groot. Dat bevordert de prestaties omdat het zwaartepunt bij de sprong hoger ligt. “Toch is Tia elf centimeter kleiner dan de 1,93 m lange Blanka Vlasic. Ze compenseert dat verschil door haar snellere aanloop, die een beetje te vergelijken valt met die van de Bulgaarse Stefka Kostadinova die nog altijd het wereldrecord in handen heeft”, vertelt Vandeven.

Bestand tegen druk

“Sommigen gingen uit van het principe dat iemand die nog nooit over 2,05 m is gegaan dat op 30-jarige leeftijd zeker niet zal kunnen tijdens een evenement als de Olympische Spelen, maar ik ken haar goed en ik denk juist het tegenovergestelde. Ze zal niet op elke meeting over twee meter gaan, maar ze kan dat wel in specifieke omstandigheden. Vlasic springt bij wijze van spreken twee meter wanneer ze uit haar bed komt. Tia kan dat niet, ze heeft de druk van de wedstrijd nodig. Zeer goede sprongen zal ze nooit doen op kleine meetings”, geeft Wim Vandeven nog mee.

Dat komt omdat Tia over een enorme mentale kracht beschikt. “Vlasic was de beste springster van het jaar, maar precies op dat ene moment dat het echt telde, kon ze niet met de druk om. Ook Chicherova, Elena Slesarenko en Ariane Friedrich zijn intrinsiek betere springsters dan Tia, maar mentaal zijn ze niet zo sterk. Ook als Tia tijdens het concours een grapje maakt met een van de concurrentes verliest ze nooit de concentratie. Ze panikeert ook nooit en blijft in alle omstandigheden positief. Ze profiteert maximaal van de adrenaline die in grootse omstandigheden loskomt. In het dagelijkse leven is ze nochtans veel kalmer. Weet je, eigenlijk doet ze me vaak aan Erik Gerets denken. Naast het veld is dat ook een bezadigde man, maar qua wedstrijdmentaliteit kende hij als speler zijn gelijke niet.”

Wanneer de druk toch te hoog dreigt te worden, neemt de tandem Hellebaut-Vandeven zonder er veel poeha over te maken de juiste beslissingen. “Toen na de eerste week op een persconferentie de journalisten vertelden dat de hoop van heel België op een medaille op mijn schouders rustte, dacht ik: shit, iedereen verwacht een medaille van mij”, legt Tia uit. Wim Vandeven ving de druk op door te zeggen dat Tia de natie niet zou redden – en door ’s anderendaags internet en e-mail af te sluiten, zodat ze niet meer kon lezen wat in België over haar verscheen. “Om die reden waren we hier ook al vroeg. Zo kon ze de druk van de media wat ontlopen. Hier begreep iedereen dat we slechts om de zoveel tijd een persconferentie konden geven. Als we langer in eigen land waren gebleven had men elke weigering voor een interview als arrogantie bestempeld.” S

door stéphane vande velde

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content