Ferrari en Alonso zijn nu al smoorverliefd.
De Spanjaard Fernando Alonso beseft het als geen ander. De eerste die je in de formule 1 moet kloppen, is je teamgenoot. En met kloppen bedoelen we: helemaal uitschakelen. Psychologisch vermorzelen, zoals een mestkever met de schoenhak. Pas dan kun je eens naar de rest beginnen te kijken.
Hoe beter je auto is, hoe soevereiner hij voor de andere uit rijdt, hoe belangrijker de stelling. Alain Prost en Ayrton Senna ondervonden het in 1989, toen ze elkaar als enige tegenstander hadden bij McLaren. Nigel Mansell en Nelson Piquet beseften het in 1986, toen hun onderlinge gekibbel ervoor zorgde dat Alain Prost de spreekwoordelijke derde hond was en ging lopen met de titel. En, belangrijker: Alonso zelf werd ermee geconfronteerd in 2007. Sindsdien is hij nog meer op zijn hoede. De Spanjaard dacht immers dat hij het voor mekaar had, toen hij met grote trom werd ingehaald bij McLaren. Tot hij ging inzien dat die jonge hond naast hem, Lewis Hamilton, alle neuzen in het team in dezelfde richting deed wijzen. Een heel andere richting dan die van Alonso. En ja, de titel ging ook toen naar iemand anders, als gevolg van al dat bekvechten: de Fin Kimi Räikkönen in een Ferrari.
Het zal Alonso niet meer overkomen, zo maakte hij voor zichzelf uit toen hij een dik jaar geleden al tekende bij Ferrari. Temeer omdat hij een nu al rijke carrière op termijn wil afsluiten bij de Italianen. Dus begon hij van bij de eerste kennismaking met zijn nieuwe werkgever te doen waar de allergrootsten, zoals Michael Schumacher, zo sterk in zijn: netwerken in eigen huis. Tijdens testsessies tot ’s avonds laat in de garage hangen om een pasta met de monteurs te eten, of haast iedere dag in Maranello opduiken om er met de belangrijkste mensen te overleggen. Nog harder aan je Italiaans gaan schaven, tot je perfect kan communiceren in je nieuwe omgeving. En bloemetjes gooien zodra je de kans krijgt natuurlijk.
“Ik wil eerst het team bedanken”, antwoordde Fernando Alonso zondag op de vraag wat hij van zijn overwinning in de seizoensopener vond. Waarna zowat iedereen een verbaal handkusje in zijn richting kreeg, zelfs de kok van het hoofdkwartier in Maranello had een belangrijke rol in de overwinning. De voorbijwandelende Felipe Massa, hij kreeg zelfs een vriendelijk schouderklopje. ‘Goed gedaan jongen’, dat soort gebaar.
Zo veel charmeoffensief achter de schermen gevolgd door vlekkeloze prestaties op asfalt: het vormt een potente combinatie. Ferrari en Alonso, ze zijn nu al smoorverliefd. Maar ook samen klaar voor de strijd met een tegenstander die ondertussen al bekend is. In Bahrein outten Red Bull en de Duitser Sebastian Vettel, die zonder een kapotte uitlaat had gewonnen, zich tot de grote rivaal. Want McLaren en vooral Mercedes, die andere twee topteams, zullen een tandje moeten bijsteken om de kloof te dichten, zo leerde de eerste GP van het jaar meteen.
