Tom Kristensen won alweer Le Mans.
Kent u de Deen Tom Kristensen? Hij is de nieuwe Monsieur Le Mans. Sinds 2005 eigenlijk al, want toen onttroonde hij onzeJacky Ickx met een zevende overwinning in de 24 Uren van Le Mans. Zondag nam hij nog wat voorsprong in de legende, deze 41-jarige Scandinaviër: met zijn Audi R10 turbodiesel breide hij een achtste overwinning aan zijn palmares.
Het zegt veel over de race die Le Mans geworden is. Vroeger was de etmaalrace een van de onbetwiste hoogtepunten van het autosportseizoen. Een race waar heroiek en mythe van afdropen. Voor jongens met ballen die er niet voor terugdeinsden om op Hunaudières, het legendarische rechte stuk, met de vierhonderd per uur te flirten. Wat vandaag overigens niet meer mogelijk is in Le Mans: uit veiligheidsoverwegingen zitten twee chicanes in het roemrijke stuk asfalt. Maar dat is niet de belangrijkste reden waarom de 24 Uren van Le Mans geen legendarische koers meer is. Achter het stuur zitten immers geen toppers meer. Tom Kristensen, ja. Ooit zesde geworden in wat toen nog het F3000-kampioenschap was, daarom te licht bevonden voor de formule 1 en dan maar naar de endurance en Le Mans uitgeweken. Om de race ondertussen al acht keer op zijn naam te schrijven.
Acht keer Kristensen, het blijft minder wegen dan zes keer Jacky Ickx. De 24 Uren van Le Mans was immers ooit een arena waarin de grootsten der aarde het tegen elkaar opnamen. Peterson, Beltoise, Cevert, Graham Hill, Surtees, Ickx, Siffert, Gethin, Regazzoni, Stewart of Jim Clark: ze stonden er allen aan de start terwijl ze hun hoogdagen in de formule 1 beleefden. Vandaag zijn de helden van Le Mans specialisten van de endurance, zoals Kristensen, of gebuisden van de formule 1, zoals Wurz, Gené, Montagny, McNish of zelfs Villeneuve.
Ook de constructeurs spannen zich niet bepaald in om Le Mans opnieuw te verheffen tot een voedingsbodem voor heldendom. Peugeot en Audi bekampen er elkaar met een turbodiesel, een technologie waarmee ze elkaar ook bestrijden op de automarkt. Ondertussen werken ze met het oog op volgende edities van Le Mans aan hybride technologieën, oplossingen voor de auto van Jan Modaal die de mensheid moeten behoeden voor het co2-spook. Of hoe Le Mans niet alleen gedegradeerd wordt tot een opvangcentrum voor ex-F1-coureurs, maar tegelijk tot een testbank voor de autowereld. Helemaal het tegenovergestelde van wat autosport hoort te zijn: een wereld van extremen, politiek goed fout, met machines die lawaai maken en er zich niet voor schromen om echte benzine te verbruiken. Zoals destijds, toen Jacky Ickx zes keer Le Mans won. En zijn eretitel van Monsieur Le Mans tot in de eeuwigheid mocht opeisen, hoe vaak Tom Kristensen er ook nog moge winnen.
