Argentijn, geboren op 19 april 1985 in Pilar, Buenos Aires. 1,75 meter – 71 kg. Profiel: de bescheidene.
Gustavo Colman: “Ik ben op dit moment supergelukkig. Op 3 december is mijn zoontje Mateo geboren. Fantastisch omdat we nu na maanden van tijdelijke scheiding weer herenigd zijn. Fernanda, mijn mujer, zat de hele tijd in Argentinië voor de laatste maanden van haar zwangerschap en de bevalling. Zij woonde tijdelijk weer bij haar mama en haar familie en was vaak samen met een vriendin, terwijl ik hier moest blijven omdat ik moest voetballen. Maar nu, sinds de winterstop, zijn we weer samen. Ik denk dat we vijftien waren toen we mekaar voor het eerst zoenden en nu schonk ze me een wolk van een baby. Jong vader zijn is een fantastisch gevoel. (lacht)
“We hebben getwijfeld of we de bevalling niet hier zouden laten plaatsvinden, maar Fernanda praat alleen Spaans en het leek haar te moeilijk. Je moet dingen aan dokters en verpleegsters uitleggen, zij moeten je dingen inzake verzorging uitleggen, het leek ons allemaal net iets te ingewikkeld. Bovendien moest de bevalling via een keizersnede gebeuren. De hele tijd zat ik hier aan hen te denken, wat ze aan het doen waren, hoe het ging. Maar we zijn erdoor geraakt.
“Iedereen zegt: Gustavo is timido, verlegen. Dat heeft met de taalbarrière te maken. Ik zou mezelf liever ‘bescheiden’ noemen. Mijn ouders zijn dat ook, heel mijn familie. Ik kom uit een vrij rustige buurt van Buenos Aires, waar mensen proberen te leven door hard te werken en verder zijn we heel kalm. Mijn favoriete ploeg? Boca Juniors. Niet dat ik er ooit speelde, dat deed ik voor de Chacarita Juniors. Maar misschien kan het later nog, voor Boca spelen.
“Vorig seizoen waren we hier met vijf Argentijnen, ik was de jongste. Die situatie heeft me ergens wel geholpen bij mijn doorbraak. Stel dat ik hier alleen zat, met niemand om tegen te praten of me te helpen … Nu kon ik me als kleinste wegsteken achter de anderen en kreeg ik tijd in de schaduw om me aan te passen aan het ritme en het klimaat. Ik was pas 21 toen ik voor Beerschot tekende, maar het idee om in Europa te voetballen sprak me heel erg aan. “Sportief ging het vorig seizoen heel goed, vond ik. Beter dan dit seizoen in feite. Ik stond in driekwart van de wedstrijden in de basis en maakte vier goals. Een mooi jaar. Dit jaar is een ramp qua blessures. Eerst miste ik een paar maanden na een operatie aan de buikspieren. Daarna hadden we een goeie periode, maar in Gent raakte ik weer geblesseerd. Opnieuw een spierletsel, nu in de bil. Ik heb daar vrij veel gelopen, misschien was het vermoeidheid. Blijkbaar moet het lichaam nog wat wennen aan de hogere belasting. Normaal zou ik voor de bekermatch tegen Anderlecht opnieuw fit moeten zijn.
“Op een bepaald moment waren Hernán Losada en ik hot, werden onze acties er op televisie uitgelicht. Fijn om te zien. Hernán is wel een ander type. Hij houdt de bal wat langer bij, maakt de acties. Ik speel eenvoudiger, vaak in één tijd, soms met een versnelling. Ik hou ervan om het ritme van een wedstrijd plots te doen kantelen. Mijn carrière? Ik zou graag naar Spanje willen, maar om daar te raken, zal ik fysiek nog hard moeten werken. Nu al vertrekken zou niet slim zijn. Volgens mij heb ik nog één tot anderhalf jaar nodig om klaar te zijn voor een stap hoger. Ik blesseer me op dit moment nog te veel.” S
door peter t’kint
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier