Haantje voor Anderlecht

© belgaimage

In 2004 leerde heel Europa Samir Nasri kennen toen hij op het EK U17 de winnende treffer maakte tegen Spanje. Terugblik op de periode waarin Nasri de rot getalenteerde lichting van ’87 met veel verve naar de top van Europa leidde.

In Châteauroux, een stadje in the middle of nowhere in het hart van Frankrijk, beleven een twintigtal jongeren van hoogstens 17 jaar op 15 mei 2004 de dag van hun leven. Ze hebben voor het oog van ruim 12.000 toeschouwers het EK gewonnen met de Franse U17 na 2-1-winst tegen Spanje. Op het veld worden alle remmen losgegooid. Het feestgedruis wordt nu en dan onderbroken door een Spaanse vloek en door de stadionmicro weergalmen de eerste noten van het bekende deuntje I will survive. Zes jaar eerder werd dat al als strijdlied gebruikt tijdens de succesrijke WK-campagne van Les Bleus. De man achter de micro is Ahmed Yahiaoui, speler van Olympique Marseille en de beste maat van Samir Nasri, en hij waant zich in het Stade Vélodrome. Later op de avond wil het bonte gezelschap de party voortzetten in een plaatselijke discotheek, maar de spelers verraden zichzelf door aan een buitenwipper te vertellen dat ze net Europees kampioen zijn geworden bij de U17… De speurtocht naar een geschikte bar eindigt voor de jonge helden uiteindelijk in een kebabzaak waar ze tot 2 uur ’s nachts keuvelen. Samir Nasri is op dat moment samen met Hatem Ben Arfa, Karim Benzema en Jérémy Ménez een van de absolute vedetten van een team waartegen niemand in Europa opgewassen is. Ook het Spanje van Gerard Piqué en Cesc Fàbregas, het Italië van Sebastian Giovinco, het Duitsland van Kevin-Prince Boateng en het Nederland van Royston Drenthe kunnen enkel het hoofd buigen bij zoveel talent.

Gilles Eyquem, assistent-trainer van coach Philippe Bergeroo bij de U17 en tegenwoordig coach van de vrouwelijke U19 en U20, komt Nasri voor het eerst tegen in 2002 tijdens enkele detectiedagen. ‘Samir maakte deel uit van de mediterraanse selectie. Hij trok mijn aandacht met zijn technische kwaliteiten en zijn geslepenheid’, aldus Eyquem. ‘Hij was een van de weinige spelers die met een baltoets een match op zijn kop kon zetten. We hebben hem er onmiddellijk bijgenomen en tijdens de eerste stage moest iedereen een infofiche invullen. Ik vroeg hem terloops of hij een zaakwaarnemer had. Hij zei: ik heb iemand, maar op dit moment zit hij in de gevangenis. Mijn maag draaide ervan om, maar hij voelde er zich niet ongemakkelijk bij. Hij zag er duidelijk geen probleem in.’

De man in kwestie is wellicht Jean-Luc Barresi, een bekende makelaar uit Marseille die vaak in aanraking is gekomen met het gerecht wegens zijn banden met de georganiseerde misdaad.

FRANSE HOBBYISTEN

Wanneer Bergeroo medio 2003 de U17 onder handen neemt, heeft hij maar één doel: het EK in eigen land winnen. In de strakke 4-4-2 van Bergeroo krijgt Nasri tijdens het tornooi een vaste plek achter de diepe spits Benzema. In theorie is Steven Thico, op zijn 17e al een beer van een vent, de aanvoerder. Maar met zijn klasse en charisma is Nasri de natuurlijke leider van de ploeg. Zijn toewijding werkt aanstekelijk en al zijn ploegmaats scharen zich achter hem. In de eerste groepsmatch tegen Noord-Ierland neemt Nasri het woord nadat de spelers zich in de eerste helft als hobbyisten hebben gedragen. En in de halve finale tegen Portugal gaat hij tijdens de rust door de rooie omdat de ploeg 1-0 achter staat. Maar hij zweert op het hoofd van zijn tweelingbroers dat Frankrijk het EK zal winnen. En Nasri houdt woord: hij zet de 1-1 op het bord tegen Portugal – een match die op 3-1 zou eindigen – en maakt de winning goal in de finale tegen Spanje. ‘In de eerste matchen was Nasri niet beslissend’, aldus ploegmaat Jean-Christophe Cesto, die slechts vijftien minuten op het veld staat tijdens het EK. ‘De anderen scoorden en hij stond daardoor niet bovenaan de affiche. Het irriteerde hem. We waren kamergenoten en voor de match tegen Portugal heeft hij mij er nog over aangesproken. ‘JC, ik zal ons naar EK-winst leiden.’ Ik vond het indrukwekkend. Hij kondigde iets aan en hij maakte het ook waar.’

De concurrentie binnen de basisploeg is immens. Het is zo groot dat de kleppers elkaar voor de voeten lopen. Maar ze trekken zich ook aan elkaar op. Ben Arfa is het genie, Ménez staat te boek als de jongste speler die zijn debuut mocht maken in eerste klasse en bankzitter Benzema is beslissend in zijn rol als joker. Tussen Benzema en Nasri, twee van de hoogst genoteerde youngsters in Frankrijk, botert het echter niet tijdens het tornooi. Er is zelfs sprake van een kleine schermutseling. ‘Tijdens een spelletje biljarten zijn er woorden gevallen’, bevestigt Cesto. ‘Samir had een belangrijke plaats ingenomen binnen de groep en er werd serieus naar hem geluisterd. De spelers hadden geen schrik van hem, maar wat hij zei werd goed opgevolgd. Karim was geselecteerd voor het EK op basis van zijn prestaties op het Tournoi de Montaigu ( vermaard tornooi in Frankijk, nvdr). Hij was de enige speler die nog geen selectie had verdiend bij de U17. Tegen Noord-Ierland viel hij in en heeft zijn doelpunt ons op weg gezet naar de overwinning. Hij speelde met een enorme honger en hij begon zijn plaats in de ploeg te claimen. Het maakte Karim niet uit wie in zijn weg stond. Het deed er voor hem ook niet toe wie een contract had en wie niet. Karim deed wat hij dacht te moeten doen en het kon hem geen barst schelen welk aanzien Samir had in de kleedkamer. Ze hebben allebei veel temperament en ze hebben wat scheldwoorden uitgewisseld. Je weet hoe dat gaat tussen twee pubers van 17 jaar… Maar er zijn geen gekke dingen gebeurd.’

De Spanjaard Carlos Carmona tackelt Samir Nasri in de finale van het EK U17 in 2004.
De Spanjaard Carlos Carmona tackelt Samir Nasri in de finale van het EK U17 in 2004.© belgaimage

SCRABBLEKONING

In het fanatieke Marseille wordt de tiener om evidente redenen vergeleken met ZinédineZidane. Ze komen uit dezelfde stad, hun voetballende karakteristieken komen overeen en ze stralen allebei natuurlijk leiderschap uit. De druk die op hem uitgeoefend wordt is enorm, maar Nasri gaat daar heel relaxed mee om. Er is maar een ding dat hem boeit en dat is de bal. Cesto: ‘Ik heb niet veel gespeeld tijdens het EK, maar ik heb alles van dichtbij meegemaakt aan de zijde van een van de toppers van het evenement. Samir werd druk gesolliciteerd, hoor. Op een dag ontving hij op de kamer een shirt van Barcelona. De club wilde hem inlijven en het was hun manier om te tonen dat ze echt geïnteresseerd waren. Aan zijn reactie te zien, gebeurde dat heel frequent. Hij was dat gewend en hij trok er zich niet veel van aan. Hij zat in zijn eigen wereld en hij wist hoe hij de verwachtingen moest inlossen. Maar met die wereld had ik helemaal geen voeling.’

Naast het veld is Nasri de grappenmaker van dienst. Hij jent vooral Ben Arfa en delegatieleider Claude Verduron. De man is een typische volkse Parijzenaar en tussen de twee laaien de tegenstellingen tussen Parijs en Marseille hoog op. ‘Claude en Samir speelden samen Scrabble. En ik moet zeggen dat Samir vaak won’, zegt Eyquem. ‘Hij haalde woorden boven waarvan de herkomst onduidelijk was, maar hij kon het bestaan van elk woord staven met een woordenboek. Ik herinner mij dat hij eens uitpakte met de naam van een brommer die niemand kende. Het woord bestond wel degelijk en hij won de partij omdat de letter x of y voorkwam. Het was een meesterzet van Samir!’

Bij Marseille, waar hij al heel vroeg op internaat moet, ontdekken ze gaandeweg ook de streken van Nasri. Met zijn handlanger Yahiaoui sluipt hij ’s avonds uit de kamer van het internaat om via de oudere jongens van de B-ploeg pizza te bestellen en hij verstopt zich al eens in de kleerkast om twee lesuren wiskunde te ontlopen. Op het internaat van l’OM genieten Nasri en Yahiaoui bovendien veel respect omdat het jochies uit de buurt zijn. Iedereen gaat er van uit dat ze buiten de muren zware jongens kennen en niemand wil dus overhoop liggen met het duo.

BELABBERD IMAGO

Op 11 augustus 2010 is de cirkel helemaal rond voor de olijke bende van Nasri. In het Ullevål Stadion in Oslo gunt bondscoach Laurent Blanc de fantastic four Nasri, Ben Arfa, Ménez en Benzema een eerste en laatste gezamenlijke optreden in de A-ploeg. De vertoning duurt uiteindelijk achttien volle minuten. Het is een vette knipoog naar een gouden generatie, die verdoemd is en met de jaren een haat-liefdeverhouding heeft ontwikkeld met de nationale ploeg. ‘Het heeft mij altijd verwonderd waarom die jongens tot op heden opgezadeld zitten met een belabberd imago’, zegt Cesto. ‘Ik heb hen op een totaal andere manier leren kennen. Samir kan perfect opgaan in een groep en hij wordt door zijn ploegmaats ook als dusdanig gezien. Vincent Kompany zou hem nooit naar Anderlecht hebben gehaald, mocht hij zich bij City misdragen hebben. Ze hebben hun verleden tegen. Die gasten waren zestien of zeventien jaar toen ze door iedereen bestempeld werden als supersterren. Op de duur zijn ze dat ook zelf gaan geloven. We zaten in het begin van de mediatisering van het jeugdvoetbal en zij waren de eersten die het fenomeen hebben moeten ondergaan. Ze hebben zich een bepaald personage aangemeten en van buitenaf werd hen een etiket opgeplakt dat ze nooit meer zijn kwijtgeraakt.’

Nasri als winnaar van het EK U17, samen met zijn toenmalige ploegmaats Abdelkarim El Mourabet en Steven Thicot.
Nasri als winnaar van het EK U17, samen met zijn toenmalige ploegmaats Abdelkarim El Mourabet en Steven Thicot.© belgaimage

Debuut met Frankrijk U21 tegen België

De EK-winst in 2004 werd gezien als een waarborg op toekomstige successen – in Frankrijk waren veel mensen ervan overtuigd dat de generatie van ’87 zelfs alle aanstaande tornooien zou winnen – maar het zou bij die ene prijs blijven. De ploeg viel uiteen en ze misten in een korte tijdspanne het EK U19 in 2006, het WK U20 in 2007 en de Olympische Spelen van Peking in 2008. Enkele jongens mochten op hun 17e al hun debuut maken in de Ligue 1 en gaven daardoor nu en dan verstek voor de nationale ploeg. In 2006 werd een deel doorgeschoven naar de beloftenploeg van René Girard. ‘Benzema, Ben Arfa, Menez en Nasri hadden bij de U17 naam gemaakt op internationaal vlak en de overheveling naar de beloften was een logisch vervolg in hun carrière’, zegt Girard, van 2002 tot 2008 actief bij de U16, U19 en de beloften van Frankrijk. ‘Het was vooral een speelse ploeg. Ze speelden pingpong met de tegenstander en sommige jongens hadden de neiging om te veel de individuele toer op te gaan. Maar het was de beste generatie die ik onder mijn hoede heb gehad.’

De eerst keer dat Nasri met de beloften mocht opdraven, was tijdens een thuiswedstrijd in het Normandische stadje Bayeux op 15 augustus 2006 tegen België. Jeanvion Yulu Matondo maakte toen het enige doelpunt van de match en Nasri viel niet meteen op. ‘Van die match herinner ik mij niet veel meer’, aldus Maarten Martens. ‘Ik weet alleen nog dat Lassana Diarra veel indruk op mij maakte.’

Vincent Kompany en Samir Nasri wonnen bij Manchester City samen de League Cup in 2014.
Vincent Kompany en Samir Nasri wonnen bij Manchester City samen de League Cup in 2014.© belgaimage

Nasri zou zich onder Girard heel snel opwerpen tot een van de sterren van het team. Hij viel op met zijn flukse dribbels, venijnige vrije trappen en de manier waarop hij in alle omstandigheden recht bleef staan. ‘In de box was hij geen killer en dat was eigenlijk zijn enige mankement’, klinkt het bij Girard. ‘Ik zou het eigenlijk niet mogen zeggen, maar Nasri was op jonge leeftijd al zo’n complete voetballer dat ik hem niet veel meer kon bijleren… Zijn carrière mag gezien worden. Toch had hij er volgens mij veel meer kunnen uithalen.’

Gilles Eyquem denkt dat Nasri en co iets te snel in de spotlights kwamen te staan. ‘Iedereen kon zien dat hun potentieel fantastisch was en de mensen gingen door hun dak toen ze al die talentjes zagen opkomen. Lagen de verwachtingen te hoog? Hebben wij hen niet de tijd gegeven om op hun eigen tempo te groeien? Wellicht hebben ze stappen moeten overslaan in hun ontwikkeling. Er schieten mij bijvoorbeeld weinig beelden te binnen van die jongens bij de beloften. Maar Samir heeft het verschrikkelijk goed gedaan. Ze mogen wat mij betreft alle vier terugkijken op een mooie carrière.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content