Vital Vanaken, ex-profvoetballer bij Waterschei, Lommel en KV Mechelen, waakte erover dat zijn zoon Hans geen stappen oversloeg. Lees dit gerust als een handleiding, over een verstandige manier van het brengen van een talent.

Vital Vanaken: “Ik was een centrale verdediger, rechtsvoetig. Mijn oudste zoon Sam, twee jaar ouder dan Hans, is ook een verdediger. Hij voetbalt nog in tweede, bij Lommel United. Verdedigers liggen moeilijker in de markt. Tenzij je zelf een goal maakt, ben je altijd negatief in beeld. Ofwel maak je een fout, ofwel scoort je tegenstander… Hans is een aanvallende middenvelder. Die zijn ook vatbaar voor kritiek als het niet goed gaat, maar aan de andere kant vallen ze ook heel hard op als het wél loopt. Dat zie je dit jaar. Zoals hij is gestart op Anderlecht… Dat kun je niet eens dromen. Je eerste match in eerste klasse bij de grootste club van België en direct twee keer scoren. Voor hetzelfde geld speel je de eerste wedstrijd elders, en krijgt wat je daar doet veel minder weerklank. Nadat we een eerste keer met Lokeren spraken, vroeg Hans: is dat niet te hoog voor mij? Intensiteit maal twee, maal drie. Je moet het toch allemaal maar oppikken. Maar eigenlijk is het wonderwel goed gegaan…

“Ik ben er rotsvast van overtuigd dat je met talent geboren wordt. Of dat nu voetbal is, toneel of studie. Iemand die geen balgevoel heeft, kan je nooit opleggen dat hij moet voetballen of basketten. Toen zij nog heel klein waren, voetbalde ik nog en kwamen ze kijken. Maar of ze zich van veel bewust waren, dat weet ik niet. Je wordt wel in dat wereldje meegezogen en als je dan met een bepaald talent wordt geboren, ga je daarmee verder. Maar wij hebben het nooit gestimuleerd, in die zin dat ze beiden moesten voetballen.

“Wel is het zo dat we na verloop van tijd, als ze dan tóch beginnen, als ouders graag hadden dat ze hun best deden. Ze hebben veel aan mijn vrouw te danken. Niet dat wij moeilijk doen, maar leven met een sportman is soms eenzijdig. Je moet veel laten, je weekends, vakanties,… Ik was dan ook nog eens heel extreem, voor het voetbal moest alles wijken. Mijn vrouw is veel alleen naar feestjes moeten gaan. Ik had niet het talent van Hans, maar deed het graag en was bezeten.

“Sam en Hans hebben heel veel te danken aan hun moeder. Ze heeft hen voor een stuk alleen moeten opvoeden, ik was veel weg. Zij reed met hen rond, naar de zwemles, het tennis, het voetbal. We vonden het wel belangrijk dat ze diverse sporten deden. Er was hier ooit iemand van de tennisclub die zei: ‘Als Hans volledig voor tennis gaat, zit daar wel wat in.’ We hebben dat tegen hem gezegd, maar hem vrij gelaten in de keuze. Hij heeft het zo lang mogelijk gecombineerd met voetballen, tot het niet meer ging. Als je vier keer per week gaat voetballen en ook nog eens twee keer per week tennist, pleeg je roofmoord op je lichaam.”

Nederland

“Ik ben nu al tien jaar jeugdcoördinator van Lommel. Als er grote ploegen komen voor een talentje, vind ik dat geen probleem. Is een speler te goed, dan moet hij hoger. Ofwel in de eigen club, ofwel elders. Genk, PSV,… het is dichtbij. Er is niks mis mee, als ze op tien à elf jaar naar die ploegen gaan. Wie niet wil of mag blijven, komt wel terug. En normaal zijn ze dan beter. Zo gebeurde het ook met Hans, die vier jaar bij PSV was, en Sam, twee jaar.

“De trainingen zijn er dezelfde, daar gaat het mij niet om. Mij gaat het om de kwaliteit. Daar kan de winst zitten, want garanties bestaan niet. Toen ze overstapten, dacht ik echt niet aan de eerste ploeg. Dat ze veel onderweg zouden zijn, heeft hier nooit gespeeld. Het voordeel was dat ze ginder ook schoolliepen. Ze werden opgehaald met een busje en ’s avonds om zes uur weer thuis gebracht. Dan hadden ze al getraind. Dat is mijn frustratie, dat zoiets in België niet kan, tenzij voor de toppers. Ons schoolsysteem houdt nog altijd veel talenten tegen.

“Ze zijn beiden teruggekeerd, Hans heeft dat zelf beslist. De voorbereiding op het nieuwe seizoen was al drie weken bezig, toen hij zei: ik wil stoppen bij PSV. Het jaar voordien had hij een half jaar niet gevoetbald, vanwege een groeispurt. PSV was daar heel consequent in. Een voorbeeld. Niks mocht hij doen. Heeft dat meegespeeld? Ik weet het niet. Zijn kameraad van Turnhout kwam ook terug, halvelings verplicht door de ouders omdat die voluit voor school gingen. We schrokken en zijn toen ginder geweest om erover te praten. Toen we naar huis reden, werd er twintig minuten niks gezegd. Tot ik opende met: wat vind je ervan? Zij wilden dat hij bleef. Hans is altijd wel een speciale geweest en antwoordde: ach pa, die lullen maar wat. Hij is teruggekeerd naar Lommel en tot vandaag heeft hij met geen woord over het waarom gerept. Voor zowel Hans als Sam is het een winstpunt geweest.”

Spelen

“Als ik kon kijken, besprak ik nadien hun matchen. Op zondag is dat hier de gewoonte. Bespreking. (lacht) Zeggen waar het op staat, niet rond de pot draaien. Mijn vader heeft tegen mij ook nooit gezegd dat het goed was. Het is raar hoe sommige dingen toch terugkomen. Hier was de communicatie altijd open. Nu nog, al zijn ze wat minder thuis dan vroeger. Ik vind dat het zo hoort. Te veel beschermen ouders hun eigen kinderen, is het altijd de fout van de ander. Ik denk dat je daar je eigen kinderen niet mee helpt. Je moet ze wijzen op dingen, los van het feit wat er later van komt, want dat weet je niet. Ze zijn dikwijls met een kwaaie kop naar binnen gelopen. Kwaad op mij. Soms denk je dan wel: ben ik niet aan het overdrijven? Ik droom dan niet van waar ze zouden moeten spelen, dat is niet aan de orde. Maar je wil dat ze het zo goed mogelijk doen, ongeacht hun kwaliteiten.

“Sam volgt een opleiding lager onderwijs via avondtraject. Zo kan hij kan zelf zijn stages inplannen. Hans was met marketing bezig, die heeft de opleiding in zijn tweede jaar wat on hold gezet. Hij woont nu in Antwerpen, zijn vriendin studeert er. Voor iemand van 1,95 meter is het ook niet goed om alle dagen van Lokeren naar Lommel te rijden. Rust hoort erbij.

“Hij heeft op zijn manier rustig zijn weg kunnen banen. Als ze van een topclub terug moeten of willen, vind ik het goed dat ze bij een tweedeklasser terechtkomen. Een talent komt er wel. Zeventien jaar: A-kern. En dan de volgende stap: spelen. Dat is veel beter dan bij een topclub lang in de beloften hangen. Een half jaar is dat nog goed: trainen bij de A-kern en spelen bij de beloften. Daarna niet meer, omdat het bij de beloften nooit gaat om de knikkers. Veel van die jongeren in eerste klasse zouden erbij gebaat zijn om elke week in tweede te spelen. Omgekeerd stel ik me ook de vraag waarom al die eersteklassers vaak transfers uit het buitenland doen, en hier niet rondkijken. Daar word ik niet vrolijk van. Bij die andere clubs lopen ook sjarels als Hans rond, hoor.”

Vriend

“Het was vorige zomer het moment om naar eerste klasse te gaan. Het begon ook wat te makkelijk te worden. Sam heeft drie jaar met Hans getraind en op een woensdagmiddag in 2012 zaten we rond de tafel. Hans was er niet en Sam zei: ‘Hans doet op training mee met de vingers in de neus. Die moet weg.’

“Een eerste gesprek hadden we met Beerschot. Gelukkig is dat niet doorgegaan, achteraf bekeken. Charleroi was ook concreet. En toen kwam Lokeren. Eén keer hebben we met Peter en Willy (Maes en Reynders, nvdr) gesproken, en toen was het al duidelijk. Peter woont om de hoek, we zijn vrienden. Dat maakte dat hij van Hans dubbel zo overtuigd moest zijn, meer dan van een ander. Dat vind ik normaal. Tot dan zei hij altijd: ‘Laat hem maar hier, het is goed dat hij speelt.’

IvanLeko werd een dagje ouder. We wisten dat er in Lokeren mogelijkheden lagen. Als het met Hans in het begin niet zo goed was gegaan, had Leko misschien wat meer gespeeld, maar dan was de kans er nog geweest, misschien later. Maar de puzzel is meteen in elkaar gevallen. Willy en Peter doen niet zomaar iets, dat zie je ook bij de andere transfers van Lokeren. Daar zit altijd een idee achter. Peter is in mijn ogen al lang klaar voor iets hoger.

“Het ritme oppikken ging goed. De eerste week was het direct tien keer trainen, toen moest hij op de tanden bijten. Op donderdag was hij te laat op training. Hij woonde nog hier en strandde in een file rond Antwerpen. Niet meetrainen was de sanctie. Eigenlijk kwam hem dat goed uit, want Hans was wat moe. Daarna ging het goed. Ik polste wel eens, maar hij klaagde nooit.

“Dat zijn voeten goed waren, wisten we. Dat hij heel snel denkt, wisten we ook. Maar wat mij het meest heeft verbaasd, is zijn loopvermogen. Ik had dat niet in hem gezien. In Lokeren is er op de testen maar eentje beter. Toch was het afwachten, want je moet ook het vertrouwen van de andere spelers winnen. Waar ik dan op lette in de oefenwedstrijden was of hij de bal wel kreeg. Als de anderen vinden dat je er niet in past, krijg je geen bal. Maar iedereen gaf die, ook Leko. Toen wist ik: het zit goed.”

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Het Belgisch schoolsysteem houdt nog altijd veel talenten tegen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content