Een vergulde bal op zijn rug doet Tosin Dosunmu (24, Westerlo) niet zweven : ‘Ik stond gewoon telkens op de goede plaats.’

In navolging van het wielrennen, waar de gele trui en de regenboogtrui mythische proporties hebben, krijgt de leider in de topschutterstand vanaf dit seizoen ook een speciale trui, een met een vergulde bal op de rug. Tosin Dosunmu mocht het kleinood bij de start van de competitie omgorden omdat Luigi Pieroni en Emile Mpenza, de twee spelers die hem vorig seizoen in de topschutterstand voorafgingen ondertussen in het buitenland actief zijn. Met vijf doelpunten in de eerste twee wedstrijden gaf hij aan dat hij de trui niet zonder slag of stoot wil afgeven. Want ook al wil hij het niet meteen toegeven, hij wil graag topscorer blijven. Die ambitie kan echter niet verhinderen dat hij de bescheidenheid zelf blijft.

“Die vijf goals zijn natuurlijk niet alleen mijn verdienste. Ik stond gewoon telkens op de goede plaats. Ik heb veel geluk gehad”, legt Dosunmu uit. “Maar het is niet omdat ik al vijf keer scoorde dat ik op straat beter word herkend, en dat is maar goed ook. Het enige wat veranderd is, is dat de media nu meer aandacht aan me besteden. Ik lig er echt niet wakker van. Om te scoren heb je altijd een dosis geluk nodig en als spits komt het erop aan de kansen die zich voordoen maximaal te benutten.”

Hij staat het allemaal een beetje aan te kijken, als was het een grap die hem overkomt. “Tijdens de voorbereiding was ik goed in vorm, maar ik kon niet scoren. Jan Ceulemans heeft me dan apart genomen en gezegd dat ik kalm moest blijven. Als ik me niet overhaastte en mijn zenuwen in bedwang hield, zou alles volgens hem wel in orde komen.”

Sinds de Nigeriaan in 1997 op 17-jarige leeftijd in ons land aankwam, heeft hij al heel wat watertjes doorzwommen. “Ik betwistte voor mijn land in Portugal het wereldkampioenschap voor -17-jarigen. We versloegen in de finale Spanje met 3-2 en zo trokken we de aandacht van heel wat scouts. Andere spelers die deel uitmaakten van de ploeg waren onder meer Rafiu Afolabi (ex-Standard) en Aliyu Datti (Bergen). In de finale stond ik niet in de basis, maar ik speelde wel twee andere wedstrijden. Herman VanHolsbeeck, toen nog manager van RWDM, nam contact op en zo belandde ik in Molenbeek.”

Of de band met de huidige manager van Anderlecht ervoor kan zorgen dat hij bij een eventueel vertrek van Aruna Dindane, opnieuw naar de Belgische hoofdstad trekt, wil Dosunmu niet gezegd hebben. “Noch ik, noch mijn manager hebben een aanbieding gekregen van Anderlecht. Ik voel me zeer goed bij Westerlo en mijn contract loopt er nog twee jaar. Ik ben er heel gelukkig, leid er een goed leven en kan er me volop concentreren op mijn job. Ik verdoe mijn tijd niet met te dromen van een andere club. Het lot zal het wel uitwijzen. Als mijn toekomst bij een grote club ligt, dan is dat meegenomen, maar als dat niet het geval is, dan is het ook goed.”

Voortdurend hamert hij erop dat alles eigenlijk al vast ligt. “Ik zette vorig seizoen mijn sterkste campagne neer en scoorde 16 keer. Maar dat is niets om hoog van de toren te blazen, want van het ene moment op het andere kan alles veranderen. Ik kan alleen maar zo goed mogelijk mijn best doen en elke dag hard werken.”

Dat hij zo sereen blijft, is wellicht niet toevallig. Want hij heeft in ons land al een en ander meegemaakt. Bij RWDM kon hij zich niet dadelijk doorzetten en na een bestuurswissel wilde de toenmalige manager Freddy Smets hem zo snel mogelijk kwijt. “Ze wilden me naar China sturen, maar dat heb ik geweigerd omdat ik er me te jong voor voelde. Ik heb dan een risico genomen door zelf op te stappen. Mijn vader zei me dat het mijn laatste kans was en dat ik, als ik moest terugkeren naar Nigeria, opnieuw naar school zou moeten. Dat was een geweldige motivatie ( lacht). Ik kwam uiteindelijk bij derdeklasser Denderhoutem terecht en de vele contacten die ik er kon leggen, deden me erg goed. Bij elke goal die ik maak, krijg ik trouwens nog altijd felicitaties van de voorzitter van Denderhoutem.”

Tosin Dosunmu bleef ook bij de derdeklasser hard werken en scoorde 23 keer. Daardoor speelde hij zich in de belangstelling van KV Mechelen. “Het belangrijkste was voor mij om in eerste klasse te kunnen spelen. Bovendien had KV Mechelen een enorme traditie. Jammer genoeg doken toen de financiële problemen op, maar ik had daar niet echt veel last van. Ik wilde gewoon het beste van mezelf geven. We kregen ons geld weliswaar altijd te laat, maar we werden toch betaald. En bovendien waren de Mechelse supporters fantastisch. Ik zal hen nooit vergeten. Ze behoren ongetwijfeld tot de beste fans in heel België. Want ondanks alles wat er gebeurde bleven ze hun club massaal steunen.”

In januari 2002 moest Malinwa dan toch toegeven de lonen niet meer te kunnen betalen, zodat de spelers vrij waren. Dosunmu kon naar Westerlo. De Nigeriaan speelde er nog enkele behoorlijke wedstrijden vooraleer in zijn tweede seizoen in het Kuipje echt te ontploffen. “Er heerst hier een ongelooflijk toffe sfeer. We zijn één grote familie en we komen altijd allemaal op het veld om te winnen, zowel in de wedstrijden als op training. Spelers als Chris Janssens, Mario Verheyen en Wim Mennes zijn echte winnaars en zetten die mentaliteit op de groep over en Jan Ceulemans is de ideale trainer om erover te waken dat er altijd ambiance is. Hij begrijpt zijn spelers ook erg goed en als vroegere spits kan hij me heel wat tips geven. Hij ziet dadelijk als het even wat minder gaat, maar zegt me dan altijd om kalm te blijven. Ik zie hem een beetje als een tweede vader.”

Dosunmu is momenteel een van sterkhouders bij de Kempenaars en hij gaat zijn verantwoordelijkheid niet uit de weg. “De verdedigers zullen me ongetwijfeld scherper bewaken en ik zal hard aan mijn fysieke conditie moeten blijven werken, want ik heb dit seizoen geen vakantie gehad. In juni werd ik voor het eerst opgeroepen voor de nationale ploeg. Dat was voor mij een grote verrassing en een droom die uitkwam, want met spelers als Nwanko Kanu (West Bromwich Albion) , Ayegbeni Yakubu (Portsmouth) , Victor Agali (Schalke) en Obafemi Martins (Inter Milaan) staat Nigeria er in het aanvallende compartiment fantastisch goed voor en ik dacht eigenlijk nooit een kans te hebben. Daarna moest ik al voor de Intertoto spelen.”

Toch voelt hij zich niet vermoeid. “Eventueel zal ik wel rust krijgen van de trainer om een weerslag te voorkomen. En wat het team betreft : we zitten nog maar aan 70 procent van onze mogelijkheden. In de wedstrijden tegen Oostende en Lierse waren we duidelijk de betere ploeg in de eerste helft, maar we kregen het in de tweede helft moeilijker. Dat betekent dat het er net als voor mij ook voor de andere jongens op aankomt om tot op het einde van de wedstrijd volop geconcentreerd te blijven.”

door Stéphane Vande Velde

‘Ik verdoe mijn tijd niet met te dromen van een andere club.’

‘We zitten nog maar aan 70 procent van onze mogeljikheden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content