Wie voetbaltrainers eens met aandelen zou vergelijken, zou Harm van Veldhoven in de categorie van Colruyt horen te zetten. Het effect van de goede huisvader, eerder onopvallend, niet grillig fluctuerend van dag tot dag, maar degelijk en gestaag klimmend op lange termijn. Enkel winst voor de geduldige belegger.

Desalniettemin is het bitter dat Van Veldhoven in zijn eerste jaar bij Germinal Beerschot geen prijs pakt, in een seizoen waarin de Ratten zich als revelatie ontpopten. “We legden een prachtig parcours af,” zegt hij, “tot we die midweekmatchen kregen. We hingen een heel seizoen af van twee spitsen, dat maakt je enorm kwetsbaar.

“Vergeet ook niet dat we in de wedstrijden waarin we het mooiste voetbal speelden, het minste punten pakten. Op Anderlecht, op Club, op Gent. Ik zette een organisatie volgens onze kwaliteiten, punt. Om de zwakke punten van de tegenstander uit te buiten, had ik te weinig opties.”

Vrij vertaald: u wil een bredere kern.

Harm van Veldhoven: “Wij hadden op zich nu ook wel een brede kern, maar enkele mensen die wat verder achterin zaten in ons concept, konden vaak te weinig brengen om onze prestaties op peil te houden.”

De kwaliteitskloof tussen de eerste elf en wat daarop volgde, was te groot?

“Ik zou het eerder hebben over de eerste veertien, vijftien en de rest. Je moet achttien jongens van hetzelfde niveau hebben.

“Ik heb mijn spelers nu leeggezógen. Daar zijn grenzen aan.”

Wat moet er bijkomen?

“We moeten daarin aanvallend denken. Topploegen kunnen vooraan het verschil maken. Wij moesten collectief uitstekend zijn om onze spitsen goed te bedienen. Ik denk dat we in de aanval twee mensen misten. Eentje ligt al vast: Paul Kpaka.

“Met Losada en Colman kan van alles gebeuren. Een vertrek van een van hen moeten we direct kunnen invullen. En we hebben maar één linksback.

“Volgend seizoen komt ook Victor erbij, een zestienjarige Keniaan die nu bij de reserven speelt. Een explosieve en krachtige centrale middenvelder. Een van de grootste talenten op de Belgische velden.”

Kpaka is niet bepaald aan een blitzseizoen bezig.

“Klopt. Maar het is een spits die past bij onze manier van spelen; afhaken, diepgang zoeken, snel zijn. In ons systeem zal hij veel beter tot zijn recht komen.”

Zegt zijn komst iets over jullie tevredenheid over Dosunmu, die zich ontroerend hard inzet, maar zo zelden een mannetje passeert?

“Je vindt heel moeilijk spitsen. Op basis daarvan wil je Tosin graag houden. Qua rendement kan het nog beter, maar met iemand die er hard voor werkt, kun je aan de slag. Of hij blijft, hangt af van de huurprijs die Nancy vraagt. Momenteel is die waanzinnig, niet betaalbaar.”

Hoe fel moet de club zich inspannen om Losada en Colman te houden?

“Op een bepaald moment hadden we een organisatie, met balcirculatie en met efficiëntie dankzij de infiltraties van Losada. Colman misten we vaak. Mét hem had je een dirigent die het spel kon leiden. De laatste matchen bleek dat je een heel eenvoudige ploeg bent als dat allemaal wegvalt.

“Je kan ze soms niet allemaal houden. Ik ga ervan uit dat we een van de twee verliezen. Maar je moet er dan toch datgene voor opstrijken wat je er kunt voor krijgen.”

Wat was voor u het mooiste moment van het seizoen?

“Ik durf hier nog niet te spreken van ‘mooiste momenten’. Die moeten nog komen, hoop ik. Over twee jaar zouden we een ploeg moeten kunnen hebben die Europees speelt. Volgend jaar is mogelijk nog iets te vroeg.

“Mijn werk hier is nog niet af. Ik heb het gevoel dat ik pas begonnen ben.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content