In volle examenperiode hielpen ze elk met een doelpunt hun ploeg aan de kwalificatie in de Cofidis Cup. Komend weekend staan Brecht Dejaegere en Lukas Van Eenoo tegenover elkaar in de halve finale tussen Kortrijk en Cercle. Een gesprek met twee West-Vlaamse studenten-profvoetballers.

De ene woont in Handzame, een deelgemeente van Kortemark, en de andere in Veldegem, een deelgemeente van Zedelgem, zo’n twintig kilometer uit elkaar gelegen in het hart van West-Vlaanderen. De plaats van afspraak ligt ertussenin: Katho Torhout, de school waar Brecht Dejaegere een lerarenopleiding lichamelijke opvoeding volgt. Ook Lukas Van Eenoo studeert nog, sportmanagement in de KHBO in Brugge. Beiden zijn van het geboortejaar 1991 en kennen elkaar al van voetbalkampen voor duiveltjes in de buurt, van vele Brugse jeugdderby’s en ook van regionale en nationale selecties bij de U15. Dejaegere was toen nog doelman bij Club Brugge, nu is ook hij een middenvelder, bij KV Kortrijk. Van Eenoo speelt al zijn hele voetballeven voor Cercle. Alle twee droomden ze er van kleins af aan van om profvoetballer te worden.

Brecht Dejaegere: “Je ziet dat op tv en je wilt dat ook. Mijn vader is zwinneboer en legde naast zijn erf zelfs een veldje voor mij aan, hij kocht kalk om de lijnen te witten en maakte doelen met netten eraan.”

Lukas Van Eenoo: “Mijn vader heeft ook nog een doel gelast voor mij. Dat moest, hé.” (lacht)

Brecht: “Verplicht! Ik weet nog dat wanneer wij destijds met Club tegen Cercle speelden mijn vader altijd zei: opletten, die Lukas schiet van verre!”

Lukas: “En wij zegden: ’t is tegen die kleine keeper!” (lacht)

Brecht: “Le petit gardien!”

Lukas: “Als keeper was hij heel goed, maar ook als veldspeler beschikte hij over veel mogelijkheden. Ik weet nog dat hij bij de duiveltjes, in vijf tegen vijf, als opkomende keeper bijna altijd scoorde tegen ons. Eigenlijk heb ik nooit graag tegen hem gespeeld, toen niet en ook nu nog niet. Vorig seizoen kostte zijn goal in de 92e minuut tegen Genk ons een plaats in play-off 1. Ik heb toen serieus gevloekt. Maar dit jaar zou ik heel blij zijn met play-off 2.”

Pressen

Waarom speel je niet graag tegen hem?

Lukas: “Hij is toch een van de gevaarlijkere spelers bij Kortrijk, hij bezit aanvallende en verdedigende kwaliteiten én hij pakt geregeld een geel kaartje.”

Brecht: “Meestal onterecht.”

Maar toch niet die keer dat je Ayanda Patosi van het veld trapte?

Brecht: “Die gele kaart was terecht. Ik raakte hem een beetje, onopzettelijk, ongelukkig. Maar ik krijg vooral ook zelf veel te verduren. Ik word vaak neergelegd wanneer ik wegdraai en soms wordt daar niet kordaat genoeg tegen opgetreden, vind ik. Maar de pijnlijkste ervaring was die keer dat Joseph-Monrose mij in het gezicht raakte. Ik was zelfs even groggy. Die tand stond geheel naar binnen geschoven, de wortel was getoucheerd…”

Lukas: “… en dan weken met een mondstuk voor boksers spelen…”

Brecht: “Gelukkig ben ik al van straat! (lacht) Ik zou ook net op de poster van Sport/Voetbalmagazine staan en ik dacht: ’t is te hopen dat het niet gaat zijn met dat dinges in mijn mond… Maar met een spalkje is het intussen allemaal weer goed gekomen.”

Lukas: “Ik speel niet graag tegen hem, maar ook niet tegen de ploeg KV Kortrijk, omdat er altijd een heel goed verdedigend blok staat met voor de verdediging Gertjan De Mets en Nebojsa Pavlovic.”

Brecht: “Pressen en prikken. Sommigen vinden dat ik moet leren doseren, maar Hein zegt: neen, laat hem maar…”

Lukas: “Onze trainer zegt dat ik te veel loop, maar dat komt door de drang om goed te willen doen. Ik probeer nu iets minder te lopen.”

Brecht: “Mijn vader zegt altijd: ga jij maar druk zetten!”

Lukas: “Ja, maar ’t is de trainer die content moet zijn, hé.”

Brecht: “Dat is juist. Daarom zeg ik: ‘Papa, de organisatie moet wel kloppen, hé.’ Maar dan zegt hij: ‘Ja, maar ik zie toch liever dat je zo druk zet!’ Ik begrijp dat wel. Wanneer ik speel, zijn dat vitaminen voor hem. Hij is trots dat ik dat gerealiseerd heb.”

Doorbreken

Waarom gaat er veel talent verloren en zijn jullie wel doorgebroken?

Brecht: “Omdat zodra je op de leeftijd van achttien à negentien jaar komt het de mentaliteit is die de doorslag geeft.”

Lukas: “Je hebt een trainer nodig die in jou gelooft, maar je moet een trainer ook kunnen overtuigen. Het hangt er eveneens van af of je graag traint of niet. Soms hoor ik spelers zeggen: ‘Ik heb vandaag geen goesting.’ Dat kan ik niet begrijpen. Het is jouw hobby, hetgeen je het liefste doet en altijd gedaan hebt en dan is het juist belangrijk iets extra’s te doen. Alle beetjes maken veel verschil.”

Brecht, jouw e-mailadres begint met ‘brechtthevoetbalboy’… Wat zegt dat over jou?

Brecht: “Dat ik dat dringend moet veranderen! Bij de dopingcontrole onlangs vroegen ze mijn e-mailadres. Ik zeg: ‘Zal ik het misschien voor jullie opschrijven?’ Maar dat mocht niet. Dus ik zeg: ‘Brecht… the… t-h-e…’ Dan zie je ze al kijken. ‘Voetbal…’ Zij: ‘In het Engels?’ Ik zeg: ‘Neen, gewoon ‘voetbal’, in het Nederlands. En dan: boy… in het Engels…’ Ik was een jaar of tien toen ik dat adres aanmaakte, geloof ik.”

Lukas: “Ik was ook wel zo fanatiek met voetbal bezig. Stel mij vragen over wedstrijden, uitslagen en spelers van de eerste ploeg van Cercle in tweede klasse en ik zal mij dat allemaal herinneren.”

Brecht: “Dat is passie.”

Lukas: “En als er voetbal op tv is…”

Brecht: “Daar ben ik toch al in verbeterd.”

Onder invloed van jouw vriendin?

Brecht: “Ook mijn moeder zegt: ”t Is al genoeg voetbal!’ (lacht) Papa deden we voor zijn verjaardag een abonnement op Sporting Telenet cadeau en in het begin keken we naar alle matchen en alle samenvattingen!”

Lukas: “Op stage in Portugal waren er van de vijftig tv-zenders wel veertig die voetbal uitzonden. Hele dagen Barça TV en Real TV! Dat mogen ze hier echt niet doen.”

Brecht: “Van mij wel. Vorig jaar bekeek ik zelfs de finale van de Champions League niet.”

Lukas: “Een schande!”

Brecht: “Ik zei: ‘Neen, schatje, neen…'” (lacht)

Lukas: “Volgens mij ligt er hier één onder de sloef. Je moet gewoon weer iedere keer zeggen: ‘Ja maar, schatje, ’t is echt een belangrijke match…’ En dan zegt zij: ‘Alweer de match van het jaar?!'”

Studeren

Jullie studeren nog. Hoe vaak kunnen jullie naar de les gaan?

Brecht: “Niet zo vaak.”

Lukas: “De donderdag- en de vrijdagnamiddag, en soms ook op maandag, als we dan vrij zijn. Maar ik vind het goed om met iets bezig te zijn. Bovendien is er na je 35e ook nog een leven. Ga je dan iets doen dat je graag doet of niet?”

Brecht: “Ze hopen allemaal op een jobke in de voetbalwereld.”

Lukas: “En stel dat het slecht gaat, dan kan ik meteen of met een beetje bijstuderen gaan werken. De combinatie studeren en voetballen in eerste vergt wel karakter, zeker in de examenperiode voel je dat je rust moet nemen. Het voetbal komt nu wel op de eerste plaats. Vroeger ging ik soms ’s nachts studeren, nu probeer ik dat niet te doen en mijn examens nog beter te spreiden.”

Brecht: “Een examen verzetten voor een training, dat wordt mij niet toegestaan. Er zijn wel leerkrachten die respect tonen voor wat ik doe en een oplossing proberen te zoeken, maar anderen zeggen: ’t is ofwel school ofwel sport.”

Lukas: “Het is voor ons veel zwaarder dan voor een gewone student. Wij werken als profvoetballer minder lang, maar wel intensiever. Wie werkt er met een hartslag van 180?”

Is dat jouw maximale hartslag?

Lukas: “Neen, mijn maximale hartslag is 212.”

Je neemt zelfs deel aan stratenlopen en maakt daarbij indruk, wordt gezegd.

Lukas: “Vorig jaar liep ik eens de tien kilometer van Knokke mee, op een vrije dag juist voor de laatste match in play-off 2, en daarin haalde ik een gemiddelde snelheid van 17,9 per uur.”

Brecht: “17?! Fuck!”

Lukas: “Ik ben niet zo’n explosief type als Brecht, maar mijn VO2-max (het maximale zuurtstofopnamevermogen, nvdr) is 69 à 70 en volgens de fysiektrainer is dat redelijk veel. Ik ben meer een uithoudingstype, maar ik probeer ook wel aan mijn spurt te werken. Die is al veel verbeterd. Ik doe veel krachttraining voor mijn benen en dat helpt. Toen ik bij de eerste ploeg kwam, had ik nog nooit gehoord van rompstabilisatie. Ik weet nog dat Glen De Boeck tegen mij zei: ‘Je moet dat doen, je bent maar een pink breed.’ Maar wij kregen nu eenmaal niet de opleiding van een Nuno Reis en een Renato Neto. We zijn op stage geweest naar hun jeugdacademie bij Sporting in Lissabon: hoe die mannen daar vanaf dertien jaar al begeleid worden wat kracht en lenigheid betreft, dat is niet helemaal te vergelijken.”

Slikken

Hoe moeilijk is het om als jonge speler met kritiek om te gaan?

Lukas: “Ik vind het erg wat sommige journalisten over spelers durven te schrijven. Het mag dan maar een mening zijn, ik zou niet tevreden zijn, mocht ik het over mezelf lezen.”

Brecht: “In de voorbereiding was ik vier weken geblesseerd aan mijn knie en kon ik niet lopen. Nadat ik in de competitie een paar mindere wedstrijden had gespeeld, stond er in Het Nieuwsblad: ‘De vorig seizoen zo fel begeerde Dejaegere kampt met zichzelf.’ Maar na de wedstrijd tegen Beerschot stond er: ‘Dejaegere haalt weer zijn oude niveau.’ Ik gebruik kritiek om te laten zien: het lukt wel weer! Kritiek raakt mij wel, maar ik probeer dat om te zetten in extra motivatie.”

Lukas: “Ik vergeet nooit wat Dominic Foley tegen mij zei: het is nooit zo goed als het lijkt en ook nooit zo slecht als het lijkt. Volgens mij wordt iedere speler geraakt door iets negatiefs dat over hem wordt geschreven, maar het gaat inderdaad om hoe je ermee omgaat en in welke mate je daar kracht uit weet te putten. Toen ik eens op de bank zat, las ik de vraag: ‘Zal hij een eeuwige belofte blijven?’ Eeuwige belofte?Verwachten ze dan dat ik Vincent Kompany of Eden Hazard zal worden? Je moet objectief blijven en de realiteitszin niet verliezen. Ik zal blij zijn wanneer ik mijn hele carrière in eerste zal kunnen blijven voetballen.”

Brecht: “Ik ook.”

Lukas: “Wij zijn uitzonderingen, maar in feite zouden er in elke ploeg zeker drie jongens zoals wij moeten spelen. Zelf opgeleide spelers die wanneer ze eens een dipje kennen gesteund blijven worden. Volgens mij is dat noodzakelijk om het niveau van het Belgisch voetbal op te krikken.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN: CHRISTOPHE KETELS/ IMAGEGLOBE

“Wij zijn uitzonderingen, maar in feite zouden er in elke ploeg zeker drie jongens zoals wij moeten spelen.” Lukas Van Eenoo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content