Elke week verzamelt Sport/Voetbalmagazine meningen over een pertinente vraag.

Precies tegen AA Gent was het, de tegenstander van afgelopen zondag in de Ghelamco Arena, dat Alex McLeish (55) eind augustus voor het eerst de verrichtingen van RC Genk aanschouwde naast voorzitter Herbert Houben en de al maanden fel bekritiseerde technisch directeur Gunter Jacob. De Schotse oud-international, die een overeenkomst voor twee seizoenen tekende, zag op de vijfde speeldag een 3-2-zege. De Georgische woelwater Tornike Okriasjvili zorgde toen voor de eerste competitiezege onder interim-trainer Pierre Denier. Even opvallend was het gemor bij een gedeelte van de supporters, dat luidop ‘Jacob buiten’ schreeuwde. De andere kern van fans reageerde met boegeroep en gefluit. Een wereld van tegenstellingen dus, die echter – onder andere na de aanstelling van Patrick Janssens als algemeen directeur – eind november werd hersteld met de ondertekening van een charter tussen het bestuur en de supportersgroepen OSV, SOS FRZA en het Supportersparlement.

Ondertussen werd ook sportief iets meer stabiliteit getoond. Via een 22 op 36 (tot afgelopen weekend), met een doelsaldo van zestien goals voor en negen doelpunten tegen, werd de kloof met Club Brugge, Anderlecht en AA Gent behoorlijk verminderd. Een spannende strijd met KV Kortrijk, Lokeren OV, Charleroi en Standard lijkt de Limburgers te wachten voor PO1. Maar hoe herkenbaar is de stempel van Alex McLeish op het spel van RC Genk?

Geen rotzooi meer

“Ik kan niet zeggen dat hun spelniveau al extreem veel verbeterde”, meent Sporza-analist Eddy Snelders. “Het is weinig hoogstaand, maar het was natuurlijk vooral de bedoeling om de sfeer in de kleedkamer weer op punt te stellen. Ik hoor alleszins geen echo’s meer dat het daar nog een rotzooi is, waar vooral EmilioFerrera de dupe van werd. Ook de externe onrust nivelleerde wat, door het akkoord met de diehards bij de fans. Dat is voor de spelers belangrijk om in de nodige gemoedsrust prestaties te kunnen leveren. De hetze is weg.”

Snelders heeft er zijn bedenkingen bij of de ploeg al volledig op de rails staat. “Een cruciaal duel tegen Standard werd met 0-2 verloren. Bovendien had ik nog geen wauwgevoel of kon ik al echt de hand van de trainer bespeuren. De stand weerspiegelt niet de ambitie en de kwaliteitsstandaard die ze bij Genk vooropstellen. Er wordt gesmacht naar offensief voetbal. Als het er echt om gaat, sprokkelen ze nog te vaak maar een puntje of net niet. Op dat vlak moet nog een kentering komen.”

De oud-prof denkt wel dat ze bij Genk op de goede weg zijn. “Er was bijzonder veel turbulentie en ze komen echt uit een heel diep dal”, poneert Snelders. “Alleen Okriasjvili moeten ze nog wat intomen. Daar doen ze ongelofelijk hun best voor. Maar iedereen loopt weer in de pas. En ze kiezen voor een stevige verdedigende organisatie als gezonde redenering. McLeish speelt naar de waarde van zijn elftal, waar uiteindelijk niks mis mee is. En als ze extreem onder druk komen, hebben ze met Köteles een keeper in supervorm.”

Goede mentaliteit

“Er worden alleszins minder risico’s genomen”, stelt ex-Rode Duivel Wilfried Van Moer dan weer vast. “Ik zie toch vooral heel behoudsgezind voetbal. De mentaliteit op het veld vind ik wel oké. Onder McLeish vechten ze meer voor de bal en gaan ze er toch vol voor. Dat is typisch Schots. Net als bij zijn voorgangers Been en Emilio Ferrera probeert Genk al combinerend vooruit te komen. Mboyo als diepste spits blijft een targetman die je de bal in de voet moet spelen en die eigenlijk het liefst als tweede aanvaller naar de flank uitwijkt om daar de ruimte te zoeken.”

Van Moer vindt het moeilijk om te zeggen of RC Genk na dertig speeldagen ook bij de eerste zes zal eindigen. “Ik weet niet of die jonge talenten nu al die ploeg op het niveau van PO1 kunnen tillen”, zegt de oud-coryfee van Standard. “Je hebt ook routine nodig. Ik heb soms de indruk dat ze bij Genk verwachten dat die gastjes er al staan. Geef de ploeg nog een goede middenvelder en een sterke diepe spits, en dat probleem lijkt me opgelost.”

Beperkte theorie

“Onze coach legde alleszins een stevig defensief fundament en is altijd blij als we de nul kunnen houden”, oordeelt assistent-trainer Pierre Denier. “Verder veranderde hij eigenlijk niet veel aan de bestaande accenten. Noem hem maar een manager naar Engels model, want Hans Visser doet de veldtrainingen, werkt die uit en is daar uitstekend geschikt voor. Onze coach zorgt soms zelf voor input, maar observeert verder alleen. Hij kijkt ook in zijn bureau veel naar de videobeelden van de laatste wedstrijd van de komende tegenstander. De Belgische ploegen goed en uitgebreid leren kennen, tot in de kleinste details, daar steekt hij tijd in. Verder valt me op dat hij zijn theorie voor een wedstrijd bewust heel beperkt houdt. De trainer duwt de spelers zeker niet vol met allerhande specifieke tactische opdrachten. Ondertussen weten de voorspelers wel al dat zij als eerste verdedigers worden gezien. Dat moet niet meer worden benadrukt.”

Tot de achttiende speeldag incasseerde RC Genk met zestien goals de minste tegendoelpunten. “Een bewijs van ons resultaatgericht denken”, beweert clubmonument Denier. “Vooral Kara zette goeie stappen. De coach confronteerde hem met een videomontage, waardoor hij minder risico’s in zijn spel legt. En Kabasele is een revelatie én een absolute meevaller.”

Denier weet ook dat McLeish de eigen jongeren voluit kansen geeft. “Hij is niet te beroerd om Castagne, Gerkens en Schrijvers kansen te geven. Als Schrijvers nog wat kracht kan bijwinnen, dan wordt hij zeker en vast een volwaardige pion.”

Zonder pressing

“Een nieuw realisme installeerde zich”, weet Proximus TV-analist Alex Teklak. “Ik vind het zelfs een beetje bizar. Genk hanteert niet meer de pressing, maar speelt onder McLeish meer vanuit de organisatie en heel laag. Eigenlijk té sterk in positie. Daardoor geven ze minder ruimte weg in de rug van de defensie. Er wordt dus compacter gewerkt en gedacht, ik zie meer discipline. Alleen: ga je dat blijven volhouden? Want voor mij is Genk daardoor vooral een team dat sterk is op de tegenaanval. Ik vraag me dan ook af of McLeish niet meer een compromis moet zoeken. Ik begrijp hun eerste stap, veel punten pakken met weinig goed spel, maar ik zou graag eens hun echte gelaat zien. Dat betekent: de spelers op hun beste positie zetten en streven naar maximaal rendement. Ik ben wel blij om te zien met welk lef en bravoure Castagne speelt op de rechtsback.”

Vooral Mboyo zal nog krediet moeten terugwinnen bij de fans. “Hij was met vier miljoen euro toch een dure aankoop, maar de manier waarop ze voetballen, is helemaal niet afgestemd op hem”, denkt ook de ex-verdediger. “Pelé is een targetman die veel de bal moet voelen. Bovendien vond ik het ook vreemd dat McLeish bij zijn aanstelling verklaarde dat hij niet op de hoogte was van de kwaadheid bij de fans. Kreeg hij dan wel de juiste info? Kan dat wel voor iemand die tot 2016 tekende? Wat is de filosofie? Dat zou ik graag eens horen of lezen.”

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE – BEELD: BELGAIMAGE

“Alleen Okriasjvili moeten ze nog wat intomen, maar iedereen loopt weer in de pas.” Eddy Snelders

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content