‘HEEL BELGIË IS TEGEN STANDARD’

© BELGAIMAGE

De Deense sterkhouder van de Rouches heeft zijn analyse van de capriolen van de laatste maanden al gemaakt. En die liegt er niet om. ‘Een basis, respect, hiërarchie… dat was er allemaal niet.’

Voor we beginnen aan een lang gesprek over het woelige seizoen van Standard, zijn leven als avonturier en de indruk die hij altijd wekt zen te zijn en onthecht van alle voetbalzaken, schuift Alexander Scholz even de lectuur ter zijde waar hij op dit moment in verdiept is. Op de hoek van de tafel ligt de Duitse vertaling (zijn ouders komen uit Duitsland) van La tentation de Saint-Antoine (De verzoeking van de Heilige Antonius), een lang prozagedicht geschreven door Gustave Flaubert (1821-1880). Hij geeft toe dat het niet meevalt om erdoorheen te geraken, dat het ‘een beetje te religieus getint’ is naar zijn smaak. Maar uit principe legt hij geen enkel boek aan de kant voor hij het uitgelezen heeft. ‘Ik hou nochtans erg van Flaubert’, zegt hij. ‘Ik heb al meerdere boeken van hem gelezen en niet alleen datgene waar iedereen direct aan denkt, Madame Bovary. Ik heb het wel voor de grote Franse auteurs. Ik las ook al een aantal boeken van Albert Camus bijvoorbeeld.’ Voor de vuist weg noemt hij Le mythe de Sisyphe en L’homme révolté. U volgt toch nog…?

In de kleedkamer en het spelershome van voetballers vind je eerder de sportkaternen en de boekskes dan romans van Flaubert of Camus. Jouw voor een voetballer wat vreemde lectuurkeuze, wordt daar weleens over gesproken?

ALEXANDER SCHOLZ: ‘De nieuwelingen kijken soms wat raar op. De Franse spelers zeggen me dat ze hetzelfde gelezen hebben. Verplichte lectuur bij hen op school.’

Je koestert je imago van intellectueel.

SCHOLZ: ‘Neen, daar ben ik het niet mee eens. Het is niet omdat ik iets anders lees dan kranten en tijdschriften dat ik een intellectueel ben. Ik heb gewoon andere interesses dan de meeste van mijn ploegmaats.’

Praat je ook mee over smartphones, meisjes en auto’s?

SCHOLZ: ‘Van auto’s ken ik niet veel maar over meisjes kan ik meepraten! Je moet niet overdrijven wat mijn leven naast het voetbal betreft. Ik speel ook PlayStation, hé! Thuis heb ik dat niet, maar op de club, met ploegmaats, is het een manier om sociaal contact te hebben… Vooral met de nieuwelingen, want die denken dat ze me wel aankunnen, ze hebben de indruk dat ik niet gemaakt ben voor FIFA. Ik versla hen af en toe.’

Heb je veel gereisd afgelopen zomer?

SCHOLZ: ‘Niet echt. Ik reis veel minder sinds ik in België woon. Dat is voor mij al voortdurend het buitenland, dus in de vakantie rust ik liever. Ik ben wel even van Denemarken naar IJsland gevlogen. Ik hou van dat land: de ruimte, de natuur, dat wilde kantje, amper mensen die je ontmoet. Ik ben er samen met een vriend enkele dagen op uit getrokken met de tent.’

HET ONTSLAG VAN FERRERA

Stel je even in de plaats van Yannick Ferrera. Zou een ontslag je opgelucht hebben of boos gemaakt?

SCHOLZ: ‘Ik denk… (aarzelt) Moeilijke vraag… Ik denk dat hij de situatie wel doorzag. Hij heeft alles gegeven, alles geprobeerd, en hij is er tot op het laatst blijven voor gaan. Het is niet altijd gemakkelijk op Standard. Hij heeft de beker gewonnen en Europees voetbal gehaald, maar dit seizoen hebben we met hem te weinig matchen gewonnen. Onze plaats in het klassement is niet normaal.’

Hoe merkte jij dat het moeilijk werd voor hem? Aan wat hij zei? Bepaalde reacties, nervositeit?

SCHOLZ: ‘We voelden wel dat hij geweldig onder druk stond. Eigenlijk staat heel Standard voortdurend onder druk. Druk van het bestuur op de staf en de spelers, maar ook druk van de media, van de tegenstanders, van het publiek in het algemeen. Heel België lijkt van nature tegen Standard te zijn. Ik stelde dat al vast toen ik bij Lokeren speelde. Nu ik zelf bij de club ben, is het nog frappanter. Het is een controversiële club, ik denk dat de reputatie van de stad Luik daar voor veel tussen zit. Luikenaars zijn heviger dan Vlamingen en ik denk dat dat meespeelt.’

Sprak Ferrera weleens met jullie over het gewicht dat op zijn schouders rustte sinds het begin van de voorbereiding?

SCHOLZ: ‘Hij kon ons niet veel zeggen. Als je daarover met je spelers praat, dan verlies je aan gezag.’

De spelers wisten toch al lang dat het een kwestie was van dagen, van wedstrijden en resultaten?

SCHOLZ: ‘Yeah… Iedereen weet dat een coach zijn C4 kan krijgen midden in het seizoen. En Standard heeft niet de reputatie zijn trainers lang te houden. Hier coachen is zoals hier spelen: a big challenge! Ik ben hier vorig jaar in januari aangekomen en heb al met vijf trainers gewerkt: José Riga, Ivan Vukomanovic, Slavo Muslin, Yannick Ferrera en nu Aleksandar Jankovic. Ik bekijk het positief: ze hebben me allemaal laten spelen, ik heb met geen van hen een probleem gehad. Het is een kwestie van presteren op een hoog niveau.’

Zou trainer worden jou interesseren?

SCHOLZ: ‘Helemaal niet. Wanneer ik stop, zal ik bijna de helft van mijn leven in het voetbal gezeten hebben. Dat is genoeg. Ik ga dan iets anders doen. Ik weet nog niet wat, maar het zal niks te maken hebben met voetbal. Ik speel graag, maar that’s it. Ik hou niet van wat eromheen hangt. Nochtans zijn bepaalde aspecten van het trainerschap best aanlokkelijk: de baas zijn over een kleedkamer, een groep kunnen kneden, spelers beter maken, dat moet wel tof zijn. Maar daarnaast zijn er de enorme frustraties. Je vraagt een speler iets te doen en zodra de match begint, doet hij compleet het tegenovergestelde… Dat moet ondraaglijk zijn! Daar zou ik niet mee kunnen leven. Ik zou ook niet afhankelijk willen zijn van een voorzitter. Wanneer ik me omschool, zoek ik een baan zonder een baas. Ik wil zelfstandig zijn. Het is ook onwaarschijnlijk dat ik tot aan mijn pensioen altijd hetzelfde ga doen. Ik zie me wel in het boekenvak belanden. In welke rol, weet ik nog niet, maar met al wat ik lees, heb ik wel wat bagage. Zelf schrijver worden? Neen, dat niet, daar ben ik niet intelligent genoeg voor…’ (lacht)

Je wilt ook zeker geen spelersmakelaar worden. Over dat beroep heb je een uitgesproken mening, is het niet?

SCHOLZ: ‘Ze hebben veel macht, vaak té veel. Hun invloed toont aan dat voetbal politiek is. Dat komt door het geld. Ik heb mijn mening over spelersmakelaar, maar als ik kritiek uit is dat dubbelzinnig, want ik profiteer ook van het systeem. Ik verdien heel goed mijn boterham dankzij het voetbal, en ook dankzij de personen die eromheen hangen. Ik besef dat onze salarissen niet fair zijn vergeleken bij de inspanningen die normale mensen moeten doen om gewoonweg deftig te kunnen leven. Maar kan men van ons verwachten dat we gewoon neen zeggen wanneer men ons steeds meer biedt? Als ik kritiek heb op het systeem, is dat ook kritiek op mezelf. Ik wou bijvoorbeeld niet per se weg uit Denemarken. Dat ik toch naar België ben gegaan is omwille van het geld.’

SCHOENEN POETSEN

Tien maanden geleden speelde Standard heel sterk, beter dan Anderlecht en Brugge. Hoe komt het dat jullie nu de start gemist hebben hoewel er niet zo veel volk vertrokken is?

SCHOLZ: ‘Je moet die start nu ook niet dramatiseren. We werden afgestraft op enkele details. Als die details morgen in ons voordeel uitvallen, dan spreken we hier over de titel. Ik hou niet zo van die discussies waarom een ploeg niet draait. We verloren Ivan Santini, we hebben kansen gemist en achteraan goals weggegeven. Niet zó erg allemaal, dat kan heel snel keren en dan is Standard weer een grote ploeg.’

Is er op bepaalde momenten geen probleem met de mentaliteit?

SCHOLZ: ‘De mentaliteit van de spelers: zeker. De verantwoordelijken voor de gemiste seizoensstart zijn de spelers, dat is wel duidelijk. Het is niet de coach die op het veld staat en die opgelegde kansen mist. Ik kan nog een andere reden aanwijzen die ons punten heeft gekost: het verhoogde aantal jonge spelers in de kern. Hun gebrek aan ervaring is soms frappant. Toen ikzelf in Denemarken in de eerste ploeg belandde, beefde ik als een riet, zodanig onder de indruk was ik. Ik zou de schoenen van al mijn ploegmaats schoongemaakt hebben opdat ze me zouden accepteren en appreciëren. Als je één of twee jongeren in een groep dropt, dan zijn ze bereid om de zak met ballen te dragen of schoenen te poetsen. Maar als je er zes of zeven in dropt, zoals bij Standard dit seizoen, dan is dat een heel andere situatie. Zij blijven dan in hun comfortzone en blijven zich gedragen zoals in de jeugdelftallen. Die jongeren hebben kwaliteiten, maar ze weten nog niet wat er allemaal van hen verlangd wordt op het hoogste niveau. Ze begrijpen nog niet welke mentaliteit je moet hebben om er te geraken.’

En de anciens, hebben die altijd de juiste mentaliteit?

SCHOLZ: ‘Er zijn in heel de club weleens problemen geweest met de mentaliteit. Yannick Ferrera heeft daar hard op gewerkt en Aleksandar Jankovic zet dat werk voort. Maar het zit hier ingebakken, denk ik. Standard is altijd al wat relaxter geweest, heel anders dan wat ik in Vlaanderen heb meegemaakt. Dat moet veranderen. Wat je nodig hebt is een basis, respect, een hiërarchie… Dat was er allemaal niet begin dit seizoen. Je moet uiteindelijk zien te komen tot een goede mix van concentratie en plezier.’

Hoe verklaar je het verschil tussen het slechte Standard van in Westerlo en het goede Standard van op Club Brugge?

SCHOLZ: ‘Het is altijd hetzelfde liedje, al van toen ik hier aankwam. Afgezien van de 7-1 op Brugge vorig seizoen zijn we door geen enkele topploeg weggespeeld. Als er een grote affiche op het programma staat, dan weten we op voorhand dat we bij de les zullen zijn. In de andere matchen hebben we de gewoonte om eventjes goed te zijn in het begin en opnieuw tegen het einde. Niet daartussenin. En dat wordt afgestraft.’

DOOR PIERRE DANVOYE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘De verantwoordelijken voor de gemiste seizoensstart zijn de spelers.’ – ALEXANDER SCHOLZ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content