Geboorteplaats en -datum?

Puurs, 30 juni 1972.

In het tv-programma Volt zagen we vorige week dat je een verwoed fietser bent …

Ik ga inderdaad regelmatig fietsen. Ik maak daar bewust tijd voor in mijn agenda. Ik geef een drietal lezingen per week en als het even kan, probeer ik daar met de fiets naartoe te gaan. Mijn fiets zit ook altijd in mijn auto als ik onderweg ben. Wanneer ik ergens op locatie een paar uurtjes overheb, dan maak ik in de buurt een tochtje. Mijn vaste traject is van bij mij thuis in Gent, langs de Schelde naar Oudenaarde. Langs het water fietsen, verveelt me nooit.

Fiets je al sinds je jeugd?

Toen ik heel klein was, speelde ik zoals velen de Tour de France na. Maar de eerste sport die ik in clubverband beoefende, was atletiek, bij Sparta Bornem. In de winter ging ik veldlopen, in de zomer liep ik vooral de middellange afstand: van 800 tot 1500 meter. Ik ben ook één keer naar de voetbaltraining geweest. Maar de trainer heeft me naar huis gestuurd nog voor ik één bal geraakt had. Hij vond dat sport niets voor mij was. In die tijd had ik vooral het imago van een goede student. Iemand die met zijn hoofd werkte, mocht blijkbaar niet met zijn lichaam bezig zijn. ( lacht)

Welke sporten volg je passief?

Voornamelijk atletiek en wielrennen. Al rijd ik liever zelf dan dat ik naar wielrennen kijk. In de winter probeer ik het te combineren: dan zet ik de cyclocross op, terwijl ik op de rollen rijd.

Wat is jouw kippenvelmoment in de sport?

Geen topsportmoment, eerder een persoonlijke anekdote. Toen ik vijftien was, hadden mijn broer en ik het dappere idee opgevat om op de dag van de Ronde van Vlaanderen naar Geraardsbergen te fietsen. We vertrokken bij ons thuis, in Puurs, al om 6.30 uur ’s morgens. Kwestie van zeker op tijd zijn voor de passage over de Muur. ( lacht) We reden op gewone stadsfietsen en bij de eerste afdaling viel mijn broer op zijn gezicht! Het zag er redelijk slecht uit: zijn voorste tanden braken af en hij bloedde nogal. Ik heb hem toch overtuigd om verder te rijden, zodat we zeker de Ronde zouden zien. In Geraardsbergen hebben we dan onze ouders gebeld vanuit een telefooncel. Het was een mooie dag geweest, alleen maakten ze best meteen een afspraak met de tandarts. ( lacht)

Naar welke sportmensen kijk je op?

Ik heb altijd een zwak gehad voor ronderenners. Mannen als Miguel Indurain, Greg Lemond, Lance Armstrong, Pedro Delgado, … Die spreken me eigenlijk meer aan dan eendagsrenners.

DOOR BREGT VERMEULEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content