H erman Vermeulen pakte zaterdag zijn eerste punt met KV Oostende. 0-0 tegen GBA. Hij moest het doen zonder Zéphirin Zoko, Brendon Santalab en Yasin Karaca en met Lars Wallaeys en Serge Djamba-Shango op halve kracht. “De hiaten moeten we aanvaarden, het is trachten zoveel mogelijk op organisatie te werken en te zorgen dat de goede mentaliteit behouden blijft”, aldus de nieuwe trainer van KVO. “In wezen ontbrak er niet zoveel om dit seizoen competitief te kunnen zijn, maar het transferbeleid was niet goed. Er is geen balans en op cruciale plaatsen is er te weinig kwaliteit.”
Wat kan jij eraan toevoegen ?
Herman Vermeulen : “Rekening houdend met de cultuur en de financiële beperkingen van de club is het mijn opdracht zo professioneel mogelijk te werk te gaan, zodanig dat de spelers daar een meerwaarde uit halen. Iedereen beseft dat de opdracht aartsmoeilijk is, maar we proberen er het beste van te maken. Alles kan. Progressie zullen we zeker maken. Ik wil ook dat ernstige jongens als bijvoorbeeld een Anthony Portier na vier maanden Vermeulen iets bijgeleerd hebben. Want die zit nog niet aan het einde van zijn Latijn, hoor. Vergeet niet dat Staelens met 24 jaar nog in bevordering speelde. Het is nog niet te laat ( Portier is 22, nvdr).”
Je veranderde het trainingsschema. Er wordt meer en op andere momenten getraind.
“We trainen de zondag na de wedstrijd, omdat het – wetenschappelijk bewezen – een zeer belangrijke training is voor het herstel en het afbouwen van melkzuur. De tweede dag na de wedstrijd zijn we vrij. Op dinsdag en woensdag trainen we twee keer, op donderdag en vrijdag één keer. Eigenlijk is dat het klassieke schema, maar in Oostende was dat niet aanwezig.”
Je vroeg ook drie tactische borden.
“( Lacht.) Dat er geen geld is, kan ik begrijpen, maar niet dat er geen magnetisch tactisch bord is om over voetbal te discussiëren. Zo zijn er tal van dingen. Het kan ook niet dat spelers in de winter na de training en een warme douche de verplaatsing naar het stadion maken in korte broek, met badslippers en zonder kousen. Ik moest ook vaststellen : we trainen bijna twee uur en niemand heeft drank bij. Een uithoudingssport zonder drank ! Er is hier een aantal zaken te weinig serieus opgenomen die heel gemakkelijk te veranderen zijn en waarvan ik vaststel dat de club zelf van zeer goede wil is.”
Oostende haalde Eric Joly en Björn De Wilde, de concurrentie deed meer.
“Ik aanvaard de cultuur van geen schulden maken. Als wij een bod doen op De Camargo, maar Brussels biedt drie keer meer, dan zeg ik : oké, aanvaarden. Hetzelfde met De Condé. We doen wat we kunnen. Joly is voor ons een rechtstreekse meerwaarde en Björn De Wilde is alleszins supergemotiveerd. Ik heb ook Kaklamanos gebeld, die op 15 maart weer speelgerechtigd is. Ik heb hem gezegd : ‘We kunnen niets betalen, maar ik kan je wel goede trainingen en goede zeelucht aanbieden.’ Zo deed ik nog wel een paar wanhoopspogingen : spelers die uitgerangeerd zijn en thuiszitten.”
Wat heb jij gedaan toen je vijf maanden thuiszat ? Nog een boek geschreven ?
“Neen, maar wel de hele voetbalfilosofie, de tactische invulling van het voetbal, op computer gezet. Schetsen gekoppeld aan praktijkbeelden uit het WK, het EK en de Champions League. Alles zit erin, van A tot Z. Ik hoor Hollanders wel eens zeggen : ‘Nou, ze kennen het abc van het voetbal niet.’ Wel, dat is het. Heel praktijkgericht en boeiend. Ze vallen niet in slaap, merk ik. Integendeel.”
De charmes van Oostende al ontdekt ?
“Ja. Ondanks alle beperkingen ben ik er graag. Het is er plezierig. Het is er niet kunstmatig zoals bij sommige clubs. Het voetbal is er nog echt een volksgebeuren, zoals het is ontstaan. Ik heb na een training al twee keer de jeugdkantine gesloten, eens met de voorzitter en eens met de jeugdvoorzitter. Plots is het halféén en staan er nog 20, 25 medewerkers, vrijwilligers, mensen die leven voor hun club. De keerzijde is dat je moet opletten met de groepsdiscipline. In de kleedkamer is het nooit rustig, iedereen springt er binnen en buiten. Dat is weer die groeimarge die er nog is en geen geld kost. Ik ben ermee bezig. Beetje bij beetje, niet bruusk.”
door Christian Vandenabeele
‘Dat er geen geld is, kan ik begrijpen, maar niet dat er geen tactisch bord is.’
