Argentijn, geboren op 9 mei 1982

in Buenos Aires.

1,71 meter – 64 kilo.

Profiel: het bijtertje.

H ernán Losada: “( smaalt) Nog geen enkele Belg sprak mijn voornaam juist uit. Ik loop nochtans al drie jaar in dit landje rond. De klemtoon ligt op de twééde lettergreep. Hier zijn mensen meer vertrouwd met een naam als die van de manager van Anderlecht, Herman Van Holsbeeck. Daarbij ligt de nadruk in de voornaam op de ‘e’.

“( grijnst) Altijd klagen typeert Argentijnen. Over alles: het veld, het weer, … Nooit zijn we tevreden met wat we hebben.

“Mijn situatie in het team maakt me niet depressief. Maar er zijn natuurlijk wel dagen dat ik frustratie voel. Ik kende hier al heel goede momenten, en heel slechte. Stabiliteit ontbreekt voorlopig. Tot nog toe speelde ik maximaal drie matchen op rij. Om je beste niveau te halen heb je meer nodig.

“Op moeilijke momenten herinner ik mezelf eraan dat ik doe wat ik wil doen en dat ik daar goed voor betaald word. Ik probeer positief te blijven. Te veel denken is niet goed.

“Je mag mijn eerste jaar hier niet vergelijken met mijn laatste bij Germinal Beerschot. Mijn beginperiode bij Anderlecht hoor je naast mijn start op het Kiel te leggen. Vorig seizoen kreeg ik daar een andere verantwoordelijkheid en positie. Die heb ik hier nog niet. Maar dat komt.

“Het is niet mijn stijl om te zeggen dat ik graag zou terugkeren naar Argentinië. Ik ben een vechtertje. Als ik iets in mijn hoofd steek, ga ik er echt voor. En ik wíl slagen bij Anderlecht. Ik ben mentaal sterk en wrong me altijd al door lastige situaties. In Argentinië wil élk jongetje profvoetballer worden. Het daadwerkelijk zover schoppen is niet voor iedereen weggelegd. Bij Independiente testten elk jaar honderden spelertjes uit alle hoeken van het land. De concurrentie was moordend. Vaak was het dan ook nog eens zo dat jongetjes mochten spelen omdat ze de juiste mensen kenden. Wie zich daardoor wringt, heeft persoonlijkheid.

“Ik ben koppig. Als ik mijn oog laat vallen op een appartement of een auto, krijg je dat moeilijk uit mijn hoofd. Wil mijn vriendin iets anders … ( lacht) Dan begint de discussie. Maar we komen altijd wel tot een compromis. Alles winnen is ook niet leuk. Soms moet je eens voelen wat verliezen is.

“Mijn vriendin is mijn complement. Ik denk geen twee keer na over iets, zij is rationeler. Maria heeft soms behoefte aan rust, ik ben hyperactief. Mijn middageten zit nog niet in mijn mond en ik vraag al wat we in de namiddag gaan doen. Stilzitten is niks voor mij. Niet ongewoon als je roots in een grootstad als Buenos Aires liggen.

“Daar groeide ik op als de oudste van twee broers. Mijn ma gold en geldt er als het karakterpersoontje. Misschien zit een stukje daarvan in mij. Ik ben bijvoorbeeld niet de man die verzuipt in zijn eigen rommel als hij een tijdje alleen thuis is.

“Voor de rest ben ik een normale jongen ( lacht), die toch nog meer op zijn pa lijkt. Net als hij ben ik erg sociaal. Ik ken veel mensen. Zo hoor ik nog af en toe spelers die ik in Chili ontmoette, toen ik een halfjaar uitgeleend werd aan Universidad de Chile. Ik legde daar een hoop contacten, hoewel ik er niet gelukkig was.

“Dan draaide het een pak beter uit toen ik Independiente de tweede keer verliet. Vorig seizoen maakten jullie over Germinal Beerschot ook zo’n special, weet je nog? Toen kreeg ik als etiket: de vrolijke.

“Hoe happy ik nu ben? Enough ( smaalt).” S

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content